The Giant Switch.

Er zijn twee soorten gekken, zij die in vroeger tijden ook gek bevonden zouden zijn, en zij voor wie de moderne tijd teveel is geworden.

Volgens 100.000 mensen in ons land, en dus vele miljoenen wereldwijd wordt de wereld geregeerd door een kwaadaardige elite. De AIVD (toen er nog geen kwaadaardige elite was, nog BVD geheten) waarschuwt voor deze groep van 100.000 complotdenkers. Terwijl ik alleen maar denk: de AIVD zit ook in het complot.

Er staat een great reset gepland, ik wil er even vanaf zijn wanneer, maar dan neemt de nieuwe wereldorde de macht over. We weten niet precies wie dit zijn, sommigen denken reptielen, sommigen pedofielen, maar dat is natuurlijk onzin. Het zijn gewoon mensen die snel rijk werden, die denken dat dat hun eigen verdienste was, die denken dat ze zich meer mogen veroorloven dan een ander en die op het verkeerde pad terecht zijn gekomen. Witteboordcriminelen. Wat de AIVD niet weet, en de kwaadaardige elite ook niet, is dat er ook iets gepland staat onder de naam: The Giant Switch.

De kwaadaardige elite denkt dat zij de wereldmacht in handen krijgt, maar er is een uiterst geheim genootschap opgericht, mede door mij, dat als doel heeft om de kwaadaardige elite voor zich te laten werken zonder dat deze elite dat door heeft. Dus deze elite denkt straks aan de knoppen te draaien, maar zit aangesloten op een schaduwwereld, waar mensen waarvan zij denken dat ze die in hun macht hebben, juist tegen hen samenzweren door ze te laten denken dat ze de boel controleren.

Zie het als een op afstand bestuurbaar vliegtuig dat een mens een afstandsbediening kan laten bedienen. Gaat het vliegtuig links, dan zal het mens het knopje van de besturing naar links bewegen. Ik weet, het is vernuftig uitgedacht van mij, maar daarom ben ik ook de leider van The Giant Switch.

De kwaadaardige elite zal ons (eigenlijk jullie, want ik denk het uit) werk verschaffen tegen goede lonen. Alleen zullen zij denken dat het tegen zeer lage lonen gaat. Eventuele verschillen zullen we afboeken naar een post buiten de ebitda, waar deze elite niet naar kijkt. En zo zullen zij gebrand zijn om hun bedrijf zo winstgevend mogelijk te maken, en het volk van een goed salaris verzekeren zonder dat ze dat in de gaten hebben. Hun vermogen zal elk jaar interen, maar door mijn interventie in hun cijfers denken ze goud in handen te hebben. Ik laat de kwaadaardige elite eigenlijk voor u werken, zo u wilt. Dus du moment dat de elite de macht overneemt, schakelt The Giant Switch in. Geen zorgen en geen dank, het heeft zo moeten zijn.

Jerry.

Ik denk dat ik een muis heb gered. De kat kwam er vanavond mee aanzetten terwijl ik het gras aan het sproeien was, maar dat had ze beter niet kunnen doen. Ik gaf haar een een nevel van water waardoor ze haar prooi losliet. Veel leven zat er niet meer in het beestje en ik legde het snel in een plantenbak. De kat was intussen aan het zoeken waar haar prooi gebleven was, maar gaf het na een tijdje op.

Ik verplaatste het beestje van de natte plantenbak naar het drogere egelhok en voelde hoe warm en zacht z’n vachtje was. Nog steeds zat er amper leven in, en het beest bleef maar op z’n zij liggen. Toen ik een half uur later checkte was de situatie nog niet verbeterd en ik vroeg mij af of ik de lijdensweg niet gewoon langer had gemaakt.

Ik legde de muis weer buiten, op droge aarde en dekte het af met een schop, zodat de kat er niet bij kon, mocht ze het in de gaten krijgen. Toen ik vlak voor het donker weer ging kijken, was de muis weg.

Ze noemen muizen ongedierte, maar dat is vast geen biologische term. Er zijn er ook zoveel van en hun verdediging is zo zwak, dat het haast niet anders kan dat hun taak is om als voedsel te dienen voor andere dieren. De wereld zou deze muis niet gemist hebben en toch voelde ik de behoefte om hem te redden uit de klauwen van de kat. Zou dat zijn omdat de kat al genoeg eten krijgt? Of omdat ik Tom en Jerry keek?

Voor de zekerheid..

Een poosje geleden noemde ik de term “magische gedachten”. Ik zocht op wat het precies betekende en het komt hier op neer: het geloof dat bepaalde handelingen een uitkomst kunnen beïnvloeden. Een ordinair bijgeloof dus. Maar bijgelovig zijn vind ik meer te maken hebben met algemeen geaccepteerde nonsens zoals ladders, zwarte katten, hoefijzers, vrijdagen, vallende sterren. Magische denken gaat meer over je eigen verzonnen nonsens. Dat je bepaalde handelingen uitvoert of juist laat om een uitkomst te beïnvloeden. Wat als je niet uitkijkt kan uitmonden in een dwangstoornis.

Mijn magische gedachten zijn wat onschuldiger. Ik moet bijvoorbeeld met de fiets eerder bij een verkeersdrempel zijn dan een naderende auto, dan zal mij een groot fortuin wachten. Lukt het nu wel of niet, in beide gevallen ben ik het na vier seconden vergeten. Een erfenisje van vroeger, toen ik veel vaker magisch dacht. Zo moest ik van mezelf bepaalde totaal onbeduidende momenten inprenten in mijn geheugen. Waardoor ik altijd een bepaalde boom onthield, of een glinsterend steentje op een voetbalveld.

Als het gaat om PSV is de situatie wat erger. Als de club een tegendoelpunt krijgt komt dat altijd doordat ik even met mijn gedachten weg was bij het spel, waardoor ik die bal niet kon bezweren. Ook moet Linda niet tegen me gaan praten op een moment dat de tegenstander een aanval inzet, want dan is het geheid een tegendoelpunt. Ook mijn voorbereiding op de wedstrijd kan van invloed zijn op de uitslag en daarmee bedoel ik dat ik de tegenstander niet te lichtzinnig mag opvatten anders kan het daar fout gaan. Tot slot kan de commentator het volledig voor PSV verpesten door een wedstrijd uit het verleden aan te halen waar het alsnog fout ging. De goden verzoeken noemen we dat.

En natuurlijk snap ik met m’n havo diploma dat ik geen enkele invloed op gebeurtenissen heb. Haha, ik ben toch niet achterlijk? Maar ik geloof mijn eigen verstand niet en neem toch maar het zekere voor het onzekere. Het beste voorbeeld van dat ik bijgelovig ben, is dat ik op twee tegengestelde vragen hetzelfde antwoord zal geven. Het antwoord luidt: “Doei! Doe eens even normaal zeg!” De vragen luiden: “geloof je in spoken?” En: “zou je alleen in een huis gaan slapen waarvan men zegt dat het er spookt? “

Karma

Hans is achttien geworden, zijn er nog lezers die zijn geboorte hebben meegemaakt? In elk geval, groot feest hier wat samenviel met het jaarlijkse motorweekend, waar ik met de auto aan meedoe, en waardoor ik dus mooi het feestgedruis zou ontlopen. Mijn vrouw blij, ik blij. Want mij wil je niet bij zo’n feest hebben, en ik wil niet bij zo’n feest zijn. Er kwamen 30 man, waarvan een derde deel bleef slapen.

Nu ging het motorweekend niet door, en ik zocht een andere plek om de zaterdagnacht door te brengen. Ik kreeg er een paar aangeboden, en of dit nu was omdat ze het zielig voor Hans of voor mij vonden, ik kon kiezen. Ik koos voor zwager en schoonzus, en vlak voor ik hier het huis verliet kwam een vriend van Hans met een onheilspellend grote subwoofer de kamer inlopen. Ik wist genoeg en smeerde hem.

De subwoofer kon hard volgens mijn vrouw die om 11 uur mij appte dat ze het wel welletjes vond omdat ze toen ze de hond uitliet pas goed in de gaten had welk een teringherrie wij veroorzaakten. Dat was dus de reden dat ik weg moest, want ik had om acht uur dat ding al zachter gezet. Na elven vertrok het hele gezelschap naar het plaatselijk café, en heerste er een serene rust in onze buurt. Mijn vrouw heeft prima geslapen, evenals de hond, die op mijn bed sliep omdat ze ook even rust nodig had na zo’n drukke avond.

Bij mijn zwager en schoonzus aangekomen was een deel van de straat afgezet met roodwit lint. De naaste buren hielden een feestje. Om één uur ging ik naar bed, ik lag te dreunen op het matras op klanken van “er staat een paard in de gang” en “let it be” maar dan verkracht door 180 beats per minuut. Om drie uur werd het stil, ruim vier uur later dan bij ons, waar het enige geluid het ruisen van de bladeren was…

Wolvenland

Een poosje geleden liep ik met de hond langs een huis waar in de wei een bord stond met daarop de tekst: weg met de wolf. Een foto van een vrouw met een lammetje erbij. Ik was een beetje ontdaan op dat moment omdat ik altijd hoop een wolf te zien en een of andere schapenboer gewoon doodleuk een bord plaatst zonder rekening te houden met mijn gevoelens.

Vanavond keek ik een documentaire genaamd “wolvenland” over de verdeeldheid die de wolf zaait in dit land. Een mevrouw kwam aan het woord en ik herkende haar vrijwel direct van dat bord in de wei. Het bleek haar ook te zijn. Als ik toen geweten had hoe een raar mens het was, had ik om het bord gelachen, maar destijds dacht ik dat het de mening van een weldenkend persoon was.

De vrouw had werkelijk geen enkel ander argument dan dat de wolf hier niet hoorde, en dat haar schapen in gevaar waren. Zij had niet om de wolf gevraagd en nu moest ze ineens haar schapen beschermen. Schapen waren ontzettend lieve dieren volgens haar, eentje was zelfs zo lief dat ze die oud liet worden, de rest ging met vijf maanden naar de slacht, want het leven is hard, zei ze. Daar was ik vorige maand dus van ontdaan! Had het erbij gezegd, dat ze niet helemaal lekker was, dan was er niks aan de hand.

Er kwam ook een schaapherder aan het woord, hij had een heel indrukwekkend verhaal over een aanval van twee wolven op zijn kudde. Hij vertelde hoe intelligent en snel de wolven te werk gingen, dat ze precies leken te weten hoe ze een schaap moesten vasthouden zodat het weerloos was, exact zoals hij het zelf deed als hij een schaap moest scheren. Hij was ontdaan door de aanval, maar ook onder de indruk van de superioriteit en de intelligentie van de wolven. Inmiddels had hij een grote hond aangeschaft zodat de wolven niet meer in het voordeel waren. De hond bleef ‘s nachts bij de schapen op de hei, terwijl de herder naar huis ging. Prima opgelost.

Waar gaat de mensheid uiteindelijk aan ten onder?

Het is een vraag die me al heel lang bezighoudt. Waarschijnlijk voor het eerst toen ik hoorde dat de zon er ooit mee ophoudt. Dat ik op dat moment even dacht: “oh jee!” Maar dat er aan werd toegevoegd dat de mensheid ver daarvoor al verdwenen zou zijn. Het begon bij Duitsers en Japanners. Die waren in aantal aan het afnemen en moesten vrezen voor hun voortbestaan. Duitsland importeert daarom jaarlijks duizenden migranten. Ik dacht dat zolang er twee van het verschillende geslacht zijn er niks aan de hand was. Heel vroeger waren er helemaal geen Duitsers en iets later waren er verrekte weinig, dat zijn er uiteindelijk tachtig miljoen geworden, dus wat is het probleem? Waarom zou die krimp zich niet ineens weer omzetten in groei? Omdat de bevolking vergrijst? Wat maakt dat uit, zolang er ook jonge mensen zijn sterf je niet uit.

Nou ja, zo denk ik wel eens, maar ik geloof dat het de wetenschappers ernst is als ze zeggen dat wij maar een paar honderdduizend jaar zullen bestaan met als argument dat alle voorgangers van de mens ook hooguit een paar honderdduizend jaar bestonden.

Maar wat gaat er nu voor zorgen dat we uitsterven en hoe stierven onze voorgangers uit? Om met dat laatste te beginnen, dat weet niemand. Behalve ik. Onze voorgangers zijn helemaal niet uitgestorven, we zijn langzaam anders geworden. Je kunt het aan sommige mensen nog duidelijk zien. Hoe het kan, geen idee, waarschijnlijk is het hetzelfde proces als dat ik vroeger lang was, en nu met precies dezelfde lengte gemiddeld ben geworden.

Hoe we gaan uitsterven weet niemand, zelfs ik niet, maar er zijn een aantal scenario’s. Een ervan is dat kunstmatig intelligentie zo slim wordt dat het ons als overbodig en bedreigend gaat zien en ons elimineert. Een softwareprogramma print uit zichzelf op een 3D printer een tank en valt ons aan.

Of de klassieke meteoriet valt en maakt een einde aan onze ooit zo mooie wereld. We zagen hem niet aankomen met al onze apparatuur en we zouden dood zijn voordat we door hadden wat er gebeurde.

De vruchtbaarheid van de mens neemt langzaam af. Het is al aan de gang, het aantal zaadcellen van de man veertig jaar geleden was aanmerkelijk hoger dan dat van de tegenwoordige man. Hoe dit precies tot het einde gaat leiden weet ik niet, aangezien er uiteindelijk maar één zaadcel nodig is, en we het hebben over een afname van 100 miljoen tot zestig miljoen.

Een allesverwoestende kernoorlog, die gaan spaan heel laat van de wereld? De slechte omgang van de mens die zorgt voor een afname van de hoeveelheid insecten met rampzalige gevolgen? Een wereldwijde milieuramp zoals een wereldwijde overstroming of een opwarming die niemand overleeft?

Zelf denk ik dat de mens ten onder zal gaan aan zijn eigen succes, hij zal zo perfect worden dat hij niet meer sterft aan ziekte, ouderdom, of honger. Hij hoeft niet meer te werken, geen kennis te vergaren omdat die overal voorhanden is, hij hoeft niet meer gezond te leven, zelfs geen pijn meer te lijden, hij verliest al zijn creativiteit, kortom in zijn streven alles beter te maken heeft hij het leven volkomen doelloos gemaakt en de enige manier om uit die ellende te geraken is door het massaal op te geven. Door het zicht op de aanstaande dood krijgt het leven kortstondig zijn zin terug en iedereen sterft als een gelukkig mens.

En zo zal het gaan. En lang voordat dit gebeurt ben ik er niet meer. En nadat dit scenario zich heeft voltrokken en de mensheid lang en breed is verdwenen zal men mij in één adem noemen moet Leonardo da Vinci.

Mannelijk

Ik voelde best druk om een logje te plaatsen, want ik voldoe niet aan mijn eigen blogwet van 2011, waardoor de weblogger gehouden is om minstens een keer per week te bloggen, tenzij er een dringende reden is om dat niet te doen. Ik ben inspiratieloos maar dat is geen dringende reden. Ziekte geldt wel, maar ik was niet ziek, hooguit voelde ik me slecht en onzeker door mijn plasprobleem wat inmiddels weer beter gaat. Ik ben weer gestopt met de medicijnen om te kijken of het nu weer minder gaat. Want van de bijwerkingen werd ik niet goed. En dat stond niet in de bijsluiter, dat je van het lezen van de bijwerkingen niet goed zou worden.

Die raakten aan mijn mannelijkheid, wat kennelijk nog erg belangrijk voor me is. Het middel werd bijna erger dan de kwaal. Ik las laatst op social media dat het probleem van oud worden is dat het kind dat je was, gevangen komt te zitten in een gebrekkig lichaam. Ik had gelijk mijn twijfels, al herken ik het kind in mij nog steeds. Maar een jong mens zal mij gewoon een ouwe lul vinden, niks kind in een gebrekkig lichaam. Sterker nog, mijn lichaam is zo gebrekkig nog niet, en wat er gebrekkig aan is wordt veroorzaakt door mijn eigen verwaarlozing.

Goed, aan sommige dingen doe je niks, maar ik speelde laatst twee singles achter elkaar, en merkte dat ik toch wat moe was. Een stuk intensiever dan een dubbel. Maar om nu te gaan hardlopen om aan m’n conditie te werken gaat me wat ver op mijn leeftijd. Toch vroeg ik me af als ik tien kilo minder zou wegen en mijn conditie zou op peil zijn, hoe goed zou ik dan nog kunnen zijn ten opzichte van vijfentwintig jaar terug? Ik was geen topspeler dus die status zou ik nog steeds moeten kunnen bereiken.

Dat is mijn mannelijkheid en het kind in me. Die geven het niet op en voelen nog steeds de drang zich te meten met anderen.

Jolijt bij de dokter

Ik heb een leeftijdsgerelateerd mannenprobleempje wat recent erger is geworden. Ik belde de dokter en zijn eerste reactie was: “Oh jongen, dan ben je er vroeg bij!” Tja, daar was ik al bang voor. Soms hoor ik leeftijdsgenoten naar het toilet gaan en dan ben ik jaloers op het geluid dat ze produceren. Mij lukt dat alleen nog na vele glazen bier. Goed, u weet nu wat het probleem is, en de dokter vroeg me langs te komen en urine mee te nemen. “Ik hoef geen liters,” zei hij nog.

Nou, als ik liters kon produceren had ik hem niet gebeld, en na een uur had ik een laagje van misschien een centimeter, en niet in een emmer. Ik vreesde natuurlijk het onderzoek wat zou volgen, want jaren geleden deed hij al eens een onderzoek bij me en refereerde toen lachend aan een eventueel prostaatonderzoek, want nog veel gênanter zou zijn. Die woorden hebben me nooit losgelaten.

Ik kwam bij de dokter die in z’n korte broek liep, zoals hij zomer en winter doet, en hij riep me binnen, gewoon bij de assistente op haar kamer. Hij legde me uit dat de urine brandschoon was en hoe het probleem werd veroorzaakt, en dat ze dat tegenwoordig vrij goed met medicijnen konden oplossen. Nu bleek hij ineens legio patiënten van eind veertig, begin vijftig te hebben met dit probleem. Het rijmde niet helemaal met wat hij eerder had gezegd, en ik vermoed dat hij het zei om me gerust te stellen. Hij zei dat de prostaat bij veel mannen vergroot is, en dat je dat kunt voelen, maar je kunt niet voelen in hoeverre dat het probleem veroorzaakt, dus dat onderzoek was nu niet nodig. “Jij vreesde zeker al voor zo’n onderzoek”, lachte hij en ik beaamde. De assistente zei echter dat het bij mij wel moest, maar die bleek ook in het complot te zitten. Waarop de dokter tegen haar zei dat ik vast mijn kuisheidsgordel al om had gedaan thuis.

Eenmaal thuis vertelde ik mijn manager dat mijn leven voorbij was na het opsommen van een paar ouderdomskwaaltjes, maar ze is Duits en heeft weinig gevoel voor humor. Dus ze vertelde dat ik aan mijn mindset moest werken, en dat er nog genoeg leuke dingen waren om voor te leven.

Waarop ik een knappe 14 jaar jongere collega vroeg of ze met me mee uit wilde om samen een kruiswoordpuzzeltje te doen. Ik had een lachsalvo verwacht, maar kreeg een hartje en een “I would love to”. En zo krijg ik die mindset nooit gericht op het bejaarde leven dat me te wachten staat.

Karel over Paul.

Er was een man op de radio, wiens stem ik niet kon thuisbrengen maar hij klonk bekend. Ik moest uit de context opmaken wie hij was. Hij praatte over Paul van Vliet van wie vandaag bekend werd dat hij was overleden. De man klonk Haags en heette kennelijk Karel, omdat Paul hem eens tegenkwam en zei: dag Karel, het leven is soms best zwaar hè?

Karel was tien jaar jonger dan Paul, en Karel wilde ook cabaret gaan doen, alleen was hij dusdanig geïntimideerd door het tekstuele geweld van Paul en van de onlangs ook overleden Wim de Bie, dat hij daar maar vanaf zag en de helft van een komisch muziekduo werd. Toen wist ik het, en zocht het thuis na. Het ging hier om Karel de Rooij, de echte naam van Mini, van Mini en Maxi.

Waarom ik dit vertel is omdat hij mooi vertelde over Paul. Hij had een licht Haags accent, net genoeg om het te ontdekken, en lang niet genoeg om als Haagse Harrie door te gaan. Niet bekakt, maar netjes en troostend. Hij klonk als een man die de afgelopen vijftig jaar uit de eeuwigheid pakte en je ergens aan het begin van die tijdspanne terugplaatste. Alsof hij je heimwee naar weleer in een keer genas.

Uiteraard was hij bedroefd door het verlies van zijn vriend, die hij nu nooit meer op het strand zou tegenkomen, zoals al honderden keren eerder. Maar Karel was de juiste man om een ode aan Paul te brengen, hij deed dat puurder dan Youp en Freek het later vanavond op televisie kwamen doen.

Ik was inmiddels thuis, en luisterde op de oprit nog even naar het gesprek wat maar niet op leek te houden, en zette de radio uit. Ik wist genoeg. Dit was een niet zo’n hele bekende Nederlander uit vervlogen tijden, die je in de tien minuten dat hij aan het woord was, mee terugnam naar de tijd dat alles nog normaal was.

Diffuus.

Nu we het er toch over hebben, ik vind dat het rapporteren van grensoverschrijdend gedrag alle grenzen overschrijdt. Nu weer een minister met een rode baard, die daar zit om te verhullen dat hij nog een kind is, die met een deur heeft geslagen en gescholden. Nou nou! Als ik vroeger tegen mijn baas zei dat ik iets niet snapte, bulderde hij: wat snap je nu eigenlijk wel? Ik vond dat stiekem wel grappig. Of als ik tegen het advies van een andere baas inging, hoorde ik boos: “verdomme, ik heb toch gezegd dat…“

Het probleem dat het heeft veroorzaakt is dat ik niet meer tegen harde geluiden kan. Dan bedoel ik geen onweer, maar mensen die een hard geluid maken zonder zich te bekommeren om een ander. Dat krijg je ervan! En verder heeft het veroorzaakt dat ik absoluut niet tegen tere zieltjes meer kan. Die niet een keer slikken of op hun tanden bijten, of nog beter, terug schelden. In plaats daarvan gaan ze naar HR om een procedure aan te spannen.

Laatst was er hier een man die met de beste bedoelingen een meisje van achter in een volle kantine besloop, haar liet schrikken en haar daarbij aanraakte. Het kind schrok zich te barsten maar de moeder ging het seksualiseren. Dat hij haar niet hoefde aan te raken. Gelukkig was mijn vrouw erbij, die toch al een bloedhekel aan die moeder heeft en zei tegen haar: “serieus?”

Uit een ander tijdperk komend, erger ik me steeds meer aan het gebrek aan incasseringsvermogen van de mens. Er kan wel eens iets misgaan in je leven en het kan zelfs zijn dat een ander een keer boos op je wordt en daarbij zijn stem verheft, of zelfs schreeuwt. Diegene heeft vaak zelf een probleem, maar zie dat ook eens in, in plaats van het op jezelf te betrekken. Mijn moeder zei dan altijd: misschien heeft hij wel ruzie gehad met zijn vrouw.

Ik kan nog wel tig voorbeelden noemen van grensoverschrijdend gedrag naar en door mij, wat destijds niet zo werd aangemerkt, waarschijnlijk omdat de grenzen verder weg lagen. Daar word je hard van, werd er vaak gezegd. Een harde ben ik nooit geworden. Wel naar mezelf, zelden naar anderen.