Is er iemand staande bij?

Het zijn stevige tijden die we hier ongemerkt doormaken. Linda heeft een hunka-hunka burning out, en ik studeer me een hersenkronkel, zwem in het diepe en de kant is in de verte zichtbaar. Ik kan gelukkig aardig zwemmen, maar ik zwem er niet recht op af. Ik heb ook niet meer zo heel veel inspiratie om diep over onbelangrijke dingen na te denken (logwaar), want het is momenteel overleven. Ik blijf tot nog toe kalm, maar dat de opwinding door mijn aderen stroomt kan ik ook weer niet volhouden. Ik ben moe en de situatie zat.

Ondanks alles, zichtbaar en onzichtbaar, is de thuissituatie stabiel. De kinderen merken denk ik niks, ze zijn lief en vervelend als altijd, en Linda is Linda, burnout of geen burnout. In huis is het warm en we hebben allemaal een schoon bed. Ik knijp mijn handjes maar weer eens dicht. Het gaat allemaal weer goedkomen. En anders roep ik uw hulp in.

Rolletjes

Er gaat hier iets niet helemaal goed. De voortdurende stress heeft zijn weerslag op vooral Linda die op haar laatste benen loopt. Ze geeft het voortdurend aan maar wil er tegelijkertijd niet aan omdat wij geen uitzonderingen zijn op andere gezinnen. Twee banen, twee kinderen, twee krakende ruggen, en een studie, het is gewoon veel. Sommigen zullen erom lachen, maar ik zie het in Linda’s betraande ogen. Volgende week gaat ze naar de huisarts, waarschijnlijk om het probleem weg te lachen.

Ik trek het mij aan want zij maakt mijn leven makkelijk. Niet omdat ik niet meewerk, maar omdat ik niet meedenk. Het denken en organiseren laat ik aan haar over, ook omdat zij daar altijd het initiatief toe neemt, en omdat het niet in haar aard ligt het uit handen te geven. Daar ligt het grote probleem. Het sluipt erin en voor mij is het wel makkelijk. Dus er moet iets structureel veranderen.

Morgen zou ze een verzetje hebben en zou ik met de kinderen alleen thuis zijn. Vanochtend stak mijn rug daar een stokje voor. Uit eigen beweging zegde ze het verzetje af, ik zou mij misschien wel gered hebben, maar toch ben ik blij dat ze niet gaat. Linda houdt ervan om dan flink op mij af te geven, maar in haar huidige gemoedstoestand is ze eigenlijk ook wel blij dat ze thuis blijft. We zijn best een sterk team, maar misschien moeten de rollen eens onder de loep genomen worden.

Nou, kom maar op met de goede raad.

Update

Ik moet wel zeggen, het is best fijn om even niet je inspiratie aan te moeten spreken. Ik ben namelijk een dwangmatige blogger. Dus als ik geen onderwerp heb, dan ga ik in de lotushouding zitten en maak mijzelf één met het heelal, net zolang totdat ik wel een onderwerp heb. Vandaar dat mijn logjes altijd vlak voor twaalven verschijnen.

Maar bij deze reeks van DWDD’s hoef ik zelf helemaal niet na te denken en ik blijf aan de blogwet voldoen. Best slim van mijzelf. Dat nadenken kan ik met een gerust hart aan een ander overlaten. Mijn inspiratie kan even met vakantie. Nu gebeurt er hier toch niets bijzonders, maar dat is normaal ook geen reden om me van een logje af te houden.

Oh ja, ik heb pijn in mijn rug. Gelijk staan mijn collega’s klaar met het advies om mijn buikspieren te trainen, maar ik kwam gezond op mijn werk, ik zat op mijn stoel en na een poosje bij het opstaan voelde ik het. Dus tijdens het zitten is het erin geschoten, zonder dat ik het voelde. Wat heeft dat met buikspieren te maken? Helemaal niks. Bovendien, ik heb dan wel geen wasbord, maar mijn buikspieren zijn keihard. Met rugpijn weet iedereen het beter. Maar ik weet het inmiddels het beste. Rugpijn is net liefdesverdriet. Het gaat alleen weg door het verstrijken van tijd. De meesten hebben voor het verwerken van liefdesverdiet meer tijd nodig, en sommigen zijn langer met rugpijn zoet. De rugpijnklinieken schieten als paddestoelen uit de grond, maar als u echt rijk wilt worden kunt u beter een liefdesverdrietverwerkingsfabriek beginnen.

Casser le bras

Zo, dat was me de eerste kerstdag wel. Tammar sprong van een stoel en brak haar arm. We zijn net uit het ziekenhuis waar de breuk onder narcose is gezet en ze mocht van de dokter weer mee naar huis, wat erg ongebruikelijk was volgens de zuster, maar ja, daar klagen wij niet over. Het is wel een ongeloofelijke bikkel die Tammar. Ze kwam huilend aanlopen toen ze was gevallen en aan haar huil hoorde we al dat er iets mis was. Maar niet veel later werd ze al stil en in de wachtkamer zat ze aan de mensen te vertellen dat ze van de stoel was gevallen en dat ze auw aan haar arm had. En dat de dokter lief was. Wat moet je trouwens nog enorm lang wachten voordat er uiteindelijk een dokter komt. Zeker twee uur duurde het voordat ze geholpen werd. En dan schijnen kinderen nog voorrang te krijgen op de spoedeisende hulp. Nou ja, de breuk staat weer recht en haar arm zit in het gips. Het is haar linkerarm, die waar ze mee duimt. Ik vind het een bikkel hoor, die dochter van ons. Ik was er tijdens de operatie niet bij omdat ik spullen voor de nacht ging halen en toen ik terugkwam trof ik haar met mama en een zuster in de lift. Ze huilde en zei dat ik bij haar moest blijven. Dan breekt je stem wel even op zo'n moment. Maar een gebroken stem is lang niet zo vervelend als een gebroken arm bij je kind.

Piek

Karaoke Kijk mensen, hier zit ik momenteel ver vanaf. Maar hier moet het wel weer naar toe, vindt u ook niet? Alhoewel dit ook een voor mij zeer ongebruikelijke gemoedstoestand was. Iets teveel lefwater gedronken.

Toveren

Ik heb hem vaak geïmiteerd, maar momenteel zou ik het wel fijn vinden als ik kon toveren. Dan mocht iedereen bij me komen met een verzoekje. Ik kan het niet, maar laat desondanks toch maar horen. Een lied dat je stemming versterkt, ongeacht in welke je verkeert. En ik ben vandaag niet zo vrolijk. Ook niet enorm depressief dus mijn stemming is neutraal. Ik word dus steeds neutraler.  http://www.youtube.com/watch?v=to0ZsBgMMEc

On a sunny afternoon

Ik heb vandaag een paar dingetjes gedaan die ik normaal niet zo gauw doe, maar ik doe wat ik kan. Een droger die scheef stond rechtgezet, de tuin aangeveegd en gestofzuigd. Dat gaat allemaal wel want drogers, bezems en huilbezems zeggen niks terug. Kinderen aanpakken kan ik momenteel niet. Ik kan ze helpen, maar als ze gecorrigeerd moeten worden heb ik niet genoeg daadkracht.

Gisteren gingen we op kraamvisite bij een ex-collega, haar kind was al een half jaar, maar belofte maakt schuld, en voor haar heb ik een zwak. Linda weet ervan. Toen ze op solliciatatiegesprek kwam, wist ik na het voorstellen al dat dit 'r was. Collegialiteit op het eerste gezicht. Gelukkig zie ik haar nog maar zelden, ik zou ervan in de war raken. Haar lach hielp wel even tegen de depressie.

Tja, en vandaag nog een zware beproeving. Op kraamvisite bij Hermanus, die stiekem gewoon Herman heet, en hij is weer een ex-collega van Linda. Hermanus komt graag over als een botte hork, en slaagt daar ook glansrijk in. Zo zei hij mij vanmiddag dat een man nooit aan zijn depressieve gevoelens moest toegeven. Ik zag zijn vriendin verveeld gapen op dat moment. Maar in het echt valt hij niet tegen. Ja, uiterlijk wel, maar gastvrij en vriendelijk is hij zeker. Tenminste, tegen genodigde gasten. Wij mochten blijven eten, mits Linda kookte en zelf eten mee bracht. En zo geschiedde.

Geef er een draai aan.

De eerste keer dat ik bij de huisarts terecht kwam wegens depressieve klachten is alweer 15 jaar geleden. Het was op een vrijdag. Ik kwam er doordat ik hyperventilatie had, en omdat ik dat niet kende, dacht ik dat ik dood ging. Een man denkt altijd dat hij doodgaat als hij iets mankeert wat hij niet kent, verzekerde de dokter mij. Toen ik tot bedaren was gekomen nam de huisarts mij, een beetje tot mijn verbazing, serieus. De spanning had zich opgebouwd, en kwam er die dag uit. En doordat de dokter mij serieus nam, ging het daarna al gelijk een stuk beter. Echter, dat was van korte duur en ik bleef er nog wel een maandje of anderhalf mee rondlopen.

Na een week of vijf van slapeloosheid kwam ik in contact met een mevrouw. Die hielp mij gratis en in haar overuren. Na de eerste sessie was het eigenlijk al bekeken. Eigenlijk voelde ik me behoorlijk lullig met mijn 'milde' klachten. Ik liep opgelucht weer de deur uit. De dokter zag het de volgende dag gelijk aan me en sprak het volgende consult pas twee weken later af. Ik ben bij die mevrouw een keer of zes geweest en daarna ben ik toch wel een paar jaar mr. positivo geweest, voor mijn doen dan.

Een paar jaar later bouwde zich er weer spanning op, twee weken lang. Op vrijdagavond gaf ik me over want dat is een gunstig tijdstip i.v.m. je werk enzo. Nadat Linda de dokter had gebeld, kwam even later de apotheek aan de deur om mijn gemoed te temperen. Ze kregen me plat met sterke kalmeringsmiddelen. De volgende dag was ik een zombie. Op dinsdag ben ik weer gaan werken.

Nu was het weer vrijdag gisterenavond, en hoewel milder dan de twee keer hierboven beschreven, valt het me op dat het altijd vrijdag is als de bom barst. Of dat ik de bom laat barsten kan ik misschien beter zeggen. Op vrijdagmiddag kan ik eraan toegeven. Bij mij zijn depressies gelukkig niet zwaar genoeg om er op een ongunstig tijdstip aan toe te geven. En een bijkomend voordeel, ik ben twee kilo lichter ondanks de patat van gisteren.

Schrijver

Het vervelendste aan je depressief voelen is niet dat je maag in de knoop zit, of dat je ineens een huilbui krijgt als je veertig bent, maar dat je boekhouder bent. Depressies horen bij kunstzinnige figuren, die hoor je dan zelfs af en toe te hebben. Nu slaat het helemaal nergens op. Ik heb niks met kunst. Voor seroxat lijk ik immuun. Linda vindt het klote, voor mij, maar vooral voor zichzelf. 😉 Zij wil ook wel eens een keertje lekker depressief zijn, maar haar hersenen staan het niet toe. Nou, de mijne wel hoor. Geen probleem. Maar we verdrijven hem gewoon weer. Uitdrijven. Exorcisme. Weg ermee. Opzouten.  Het gaat alweer. Was ik maar schrijver, dan kon dit gewoon.

Mack is in zijn eer aangetast.

Vier jaar geleden heb ik voor het laatst hardgelopen. Twee jaar geleden ben ik wegens rugklachten gestopt met badminton. Tweeëneenhalf jaar geleden ben ik gestopt met roken. Ik ben een kilo of vijf zwaarder dan destijds. Maar ik ben nog even overtuigd van mijzelf als altijd. Twee jaar terug had ik al een keer een discussie met collega’s over het al dan niet kunnen hardlopen mijns persoons.  Ik beweerde dat ik ongetraind zo een half uur hard kon lopen en iedereen weigerde het te geloven. Ik deed er natuurlijk wel wat schepjes overdrijfsel bovenop, maar uiteindelijk durfde niemand met mij de weddenschap aan. Tenminste niet met een fatsoenlijke inzet.


Nu wil het toeval dat mijn zus en mijn overbuurvrouw ook aan het hardlopen zijn. Die hebben zo’n opbouwschema. En als ik ergens een hekel aan heb, zijn het wel opbouwschema’s die beginnen met een minuut hardlopen. Een minuut zeg! Sjongejonge, we zijn toch geen bejaarden! Dus dan word ik arrogant en honend. Mijn overbuurvrouw (29 jaar, dus in de kracht van haar leven) kan nu na drie weken oefenen wel vijf (!) minuten hardlopen. Ja sorry hoor, maar als je geen vijf minuten kunt hardlopen is er iets goed mis met je gestel, zeg ik dan.


Vandaag kwam ik haar in de judozaal tegen en na afloop jende ze me dat als ik hiervan al zo zweette, hoe ik dan in godsnaam dacht een halfuur te kunnen hardlopen? Linda gelooft mij ook niet, niemand gelooft mij! Wat is er nu moeilijk aan ongetraind een half uur hard lopen?


Nou, veel! Vanavond, ik was opgefokt door de buurvrouw en ik had zelfvertrouwen opgedaan bij judo, ben ik voor het eerst in vier jaar gaan hardlopen. Heel simpel. Eerst een kwartier heen, en dan een kwartier terug. Dat kwartier heen…eitje. Makkie. Simpel. Maar dat kwartier terug zeg. Ik kwam adem tekort, ik kreeg steken, mijn benen werden slap, ik snakte naar het einde. Na 28 minuten ben ik ermee gekapt. Kapot en ik wilde nog een klein stukje uitwandelen en ik had absoluut geen zin meer in die laatste twee minuten. Fuck you! Dus volgende keer als ik opschep, hou ik het op een kwartiertje zolang ik ongetraind ben. En dat ben ik, want dit ga ik echt niet nog een keer doen.