Ik kan het leuk vertellen vind ik zelf. Het vorige logje was best komisch en positief. Het zegt alleen helemaal niks. Het is een momentopname. Vlak na dat logje waarin het zo goed ging met de oorsuizingen, ging het alweer minder en begon de paniek toe te slaan. Want wat gebeurt hier nu? Is het nu echt zo dat mijn leven hier ophoudt? Tenminste, het leefbare deel ervan? Dramatische gedachten maakten zich van mij meester. Niet veel later was ik in paniek, in angst, tegenwoordig noemen we dit angstaanvallen.
En zo is het ook, je wordt aangevallen door angst, door paniek en je kunt je niet weren. Ik kon niet meer rustig nadenken en niet meer praten. Ik had nog ontspanningsoefeningen geprobeerd, maar daar was het al veel te laat voor. Nu hielp niks meer en moest ik volledig door het dal om op het diepste punt te gaan liggen wachten op hulp. Ik had de huisarts gemaild en een uur later belde hij me. Eindelijk hem, hij die mijn angstklachten vaker heeft behandeld. Niet een van de twee huisartsen die mij eerder hierover hadden gesproken, maar de grote baas zelf. Ik kon amper een woord uitbrengen, maar hij begreep het dus hield hij een monoloog. Hij zei dat hij me naar de KNO-arts zou doorverwijzen. Dit omdat het probleem me dusdanig ontregelde, dat er ingegrepen moest worden. Hij had het over buisjes, of over een maskeerapparaatje, of weet ik veel wat, er moest in elk geval even door een KNO-arts naar gekeken worden. Dat ik een uitnodiging zou krijgen, dat er een wachtlijst was maar dat er door corona nog wel eens iemand uitviel, in elk geval: hou nog even vol, de cavalerie is onderweg. En toen hing hij op. Ik kon toch niets zeggen. Maar ik vond het mooi gezegd, ondanks mijn ellende. Cavalerie, voor mij.