Jolijt bij de dokter

Ik heb een leeftijdsgerelateerd mannenprobleempje wat recent erger is geworden. Ik belde de dokter en zijn eerste reactie was: “Oh jongen, dan ben je er vroeg bij!” Tja, daar was ik al bang voor. Soms hoor ik leeftijdsgenoten naar het toilet gaan en dan ben ik jaloers op het geluid dat ze produceren. Mij lukt dat alleen nog na vele glazen bier. Goed, u weet nu wat het probleem is, en de dokter vroeg me langs te komen en urine mee te nemen. “Ik hoef geen liters,” zei hij nog.

Nou, als ik liters kon produceren had ik hem niet gebeld, en na een uur had ik een laagje van misschien een centimeter, en niet in een emmer. Ik vreesde natuurlijk het onderzoek wat zou volgen, want jaren geleden deed hij al eens een onderzoek bij me en refereerde toen lachend aan een eventueel prostaatonderzoek, want nog veel gênanter zou zijn. Die woorden hebben me nooit losgelaten.

Ik kwam bij de dokter die in z’n korte broek liep, zoals hij zomer en winter doet, en hij riep me binnen, gewoon bij de assistente op haar kamer. Hij legde me uit dat de urine brandschoon was en hoe het probleem werd veroorzaakt, en dat ze dat tegenwoordig vrij goed met medicijnen konden oplossen. Nu bleek hij ineens legio patiënten van eind veertig, begin vijftig te hebben met dit probleem. Het rijmde niet helemaal met wat hij eerder had gezegd, en ik vermoed dat hij het zei om me gerust te stellen. Hij zei dat de prostaat bij veel mannen vergroot is, en dat je dat kunt voelen, maar je kunt niet voelen in hoeverre dat het probleem veroorzaakt, dus dat onderzoek was nu niet nodig. “Jij vreesde zeker al voor zo’n onderzoek”, lachte hij en ik beaamde. De assistente zei echter dat het bij mij wel moest, maar die bleek ook in het complot te zitten. Waarop de dokter tegen haar zei dat ik vast mijn kuisheidsgordel al om had gedaan thuis.

Eenmaal thuis vertelde ik mijn manager dat mijn leven voorbij was na het opsommen van een paar ouderdomskwaaltjes, maar ze is Duits en heeft weinig gevoel voor humor. Dus ze vertelde dat ik aan mijn mindset moest werken, en dat er nog genoeg leuke dingen waren om voor te leven.

Waarop ik een knappe 14 jaar jongere collega vroeg of ze met me mee uit wilde om samen een kruiswoordpuzzeltje te doen. Ik had een lachsalvo verwacht, maar kreeg een hartje en een “I would love to”. En zo krijg ik die mindset nooit gericht op het bejaarde leven dat me te wachten staat.

Zonder brandstof…

Hoewel het een gave van me is om na niets te hebben meegemaakt daar toch over te schrijven, lukte me dat nu toch niet. Niet lukken is niet helemaal juist want ik heb het ook niet geprobeerd. Ik haalde geen inspiratie uit de gebeurtenissen zelfs niet toen Yukiko (zie linklijst) vorige week op bezoek was. Of is dat alweer twee weken geleden?

Ik zit in een sleur waar ik niet uitkom. Mijn werk slokt me op, en momenteel niet op een manier die voldoening geeft. Komt daarbij de hond die al tijden mank loopt en wier aanzicht mij ook niet vrolijk maakt. Na drie bezoeken aan twee dierenartsen waren we duizend euro lichter zonder duidelijk resultaat. Een spuit en supplementen ter waarde van 150 euro per maand is ons in het vooruitzicht gegeven, en ze loopt nog steeds mank. ‘s Ochtends dan. ‘s Middags niet, dan loopt ze als een kievit en sprint ze als Carl Lewis in z’n beste tijd. Ik loop niet ver meer met haar, hooguit een half uur, maar als ze vrolijk is maakt ze mijn hart blij. Ze is al negen, maar speelt nog als een jonge hond. We mochten geen stokken meer gooien van die dierenarts, dus nu raapt ze die zelf maar op en komt dan trots langs me heen rennen.

En dan testte ik positief op Corona vandaag. Ik voelde het vrijdag al aankomen, zaterdagmiddag werd ik koortsig en kreeg hoofdpijn en vandaag zei mijn zus, die ook op bed ligt met Corona, dat ik me nog steeds moest testen. Ik dacht dat allang klaar was.

Het had niet veel gescheeld of dit logje was er ook niet gekomen. Maar mijn hoofdpijn trok vanavond weg, en kon ik weer nadenken. Nu ben ik alleen nog slapjes en verkouden, maar ik was tot praktisch niets meer in staat. Liggen, zweten, kou lijden en hoesten. Dat zijn toch vier dingen.

Origineel

Als je een oude auto onderhoudt kom je op een gegeven moment op een punt dat je niet meer kunt zeggen dat het nog de originele auto is. Motor, versnellingsbak, uitlaat en misschien zelfs delen van de carrosserie die er opnieuw ingelast zijn, op een gegeven moment is er zoveel vervangen dat het grotendeels een andere auto is geworden.

Zo is het met Linda ook. Eergisteren (15 nov voor de archieven) is er een tweede kunstheup geplaatst, en samen met een kunstknie, een glazen oog, een kunstgebit, een donornier, een houten been, siliconen implantaten, nepwimpers, en de ovulatie kun je toch moeilijk volhouden dat ik nog met dezelfde getrouwd ben.

Daarbij is ze ook nog gehersenspoeld door de linkse mafia en dus ook wat dat betreft een ander als die ik leerde kennen, 22 jaar geleden. Daar waarschuwden ze al wel voor vroeger, dat als je eenmaal getrouwd bent, ze compleet veranderen. Het begint al met dat ze hun naam veranderen in de jouwe. (Dat ging toen zo) Dat zou al een teken aan de wand moeten zijn. Alleen het typeplaatje klopt nog.

Ik, daarentegen, ben nog dezelfde als toen. Ik draai nog elpees, stuur overschrijvingskaarten naar de bank, plug mijn modem in de telefoonaansluiting als ik wil internetten en heb nog een dynamo op mijn fiets. Van mij kun je op aan. Probleem is, van de wereld niet. Die dwingt jou om te veranderen. Daarom is alleen dat van die elpees waar. Vanavond nog gedraaid, Elvis sings hits from his movies. Verbazingwekkend goed.

Maar ze is weer thuis. Op haar originele heup na dan.

Vriendelijk

Afgelopen zondag ging ik ouderwets door mijn rug. Sindsdien heb ik pijn. Meestal zeurend, soms ondraaglijke pijnscheuten. Concentreren op mijn werk is veel moeilijker zo. Steevast om vijf uur hou ik er mee op, en vlucht naar de bank om te kunnen liggen.

Pijnstilling ben ik mee gestopt, het hielp niks. Donderdag bij de fysiotherapeut geweest, maar niet mijn favoriete, die was niet op korte termijn beschikbaar. Tussen de middag probeer ik even met de hond te lopen, maar ik kom amper de auto uit.

Omdat ik vandaag niet hoefde te zitten ging het iets beter, en reed ik weer met de hond naar het bos. De stille plek, waar ik laatst over schreef en waar ik zelden mensen tegenkom. Vandaag dus wel. Een oudere dame met een klein keffertje, dan ben ik genoodzaakt om mijn hond aan de riem te doen, want ze kan agressief doen, en als ik haar vastmaak helemaal.

Het bukken om haar vast te maken deed al pijn, toen ze het hondje in de gaten kreeg begon ze woest te trekken en te blaffen en in mijn staat krijg ik haar niet onder controle. Ik liep de bosjes in om de mevrouw en het keffertje voorbij te laten, met mijn lieve maar agressieve kreng dat mij extra pijn in mijn rug bezorgde door haar hysterische getrek. Tot overmaat van ramp bleef de vrouw staan en vroeg waar ik heen moest. Ik sta toch verdomme niet voor niks in de bosjes, mens, loop door! Ze riep en gebaarde nog een paar dingen die ik niet kon horen door die takkehond van mij, en ik verbeet mijn pijn. Toen liep ze eindelijk door en omdat ik zo ben opgevoed bleef ik pogingen doen om vriendelijk te kijken. Maar ik dacht: “sterf ter plekke, helleveeg, en je hond erbij!” Daarna had ik weer even tijd nodig om te herstellen en verliep het rondje zonder verdere noemenswaardige incidenten.

Opera-tietje.

Ik onderging gisteren een kleine operatie aan mijn hand, waarbij een bultje dat door de dokter en de fysiotherapeut werd bestempeld als ganglion, werd verwijderd. Het was echter geen ganglion, zo zei ik tegen de dokter en de fysiotherapeut, het is bot. “Dat maken wij wel uit,” zo zei de dokter en ik moest een echo laten maken waarop ze zagen dat het bot was, en daarna nog een röntgenfoto waarop ze zagen dat het bot was.

Toen werd ik naar de hand- en polskliniek gestuurd en een week later (gisteren) werd ik al geopereerd. Als het “spoed spoed spoed” was, had het ook nog vorige week -een dag na het consult gekund- maar dat wilde ik Linda, die al maanden wacht op een nieuwe heup, niet aandoen.

De anesthesist gaf mij een plexus verdoving waarbij je je hele arm niet meer voelt. Tenminste, ik voelde hem wel, ik had hem op mijn borst liggen, maar hij bleek toch echt languit bij de dokter te liggen. Na een paar minuten beitelen was het al klaar en kreeg ik een mooi verband en een sling. En ik kreeg een recept mee voor drie pijnstillers en een maagbeschermer. “Is dat nu echt nodig, dokter?” “Ja, we hebben in het bot gezeten, dat kan pijnlijk worden.

Ik heb het recept meegenomen en er niks mee gedaan. Thuis nam ik wat paracetamol en wachtte tot mijn arm weer bewoog. Na dertien uur kon ik mijn vingertoppen weer een klein beetje bewegen. Toen ik vanochtend wakker werd, bewoog alles weer.

En dus was ik vandaag alweer aan het werk. Amper pijn. Daar willen ze je dan morfine voor geven. Ik moest ook maar eens dokter worden. Ik weet er immers hartstikke veel van.

Werkgevers

Het gaat weer een klein beetje beter. Tot overmaat van ramp had ik maandag een sollicitatiegesprek. De hele nacht niet geslapen en ik moest me erheen slepen. Dat ene uur moest ik meer energie hebben dan de hele week ervoor. Het lukte, maar ik denk niet dat het iets gaat worden. Kon niet genoeg acteren dat ik de baan graag wilde en bovendien werd ik doorgezaagd over mijn hele cv en kreeg ik parate kennisvragen waarop ik het antwoord schuldig moest blijven.

Toen de vraag kwam wat ik in mijn vrije tijd deed, gaf ik aan dat ik graag schreef. “Ik schrijf op mijn weblog,” verduidelijkte ik. Dat vonden de heren interessant. Een van hen ging al klaar zitten om het adres op te schrijven. “Maar ik ga jullie het adres niet geven,” zei ik. Dat verbaasde hem kennelijk. “Een weblog is toch openbaar?” “Jazeker,” zei ik, “maar ook anoniem,” “en zeker voor werkgevers,” dacht ik erachteraan.

Ik heb ooit eens dit weblog opgepakt en verhuisd omdat ik erachter kwam dat op de computer van mijn baas mijn weblog onder zijn recente bezochte sites stond. Die man had dus ineens kennis over mij waarvan ik niet wilde dat hij die had. Ik zette mijn virtuele dood in scène, en stopte. Maar ik leefde stiekem door, net als Elvis.

De cavalerie is onderweg

Ik kan het leuk vertellen vind ik zelf. Het vorige logje was best komisch en positief. Het zegt alleen helemaal niks. Het is een momentopname. Vlak na dat logje waarin het zo goed ging met de oorsuizingen, ging het alweer minder en begon de paniek toe te slaan. Want wat gebeurt hier nu? Is het nu echt zo dat mijn leven hier ophoudt? Tenminste, het leefbare deel ervan? Dramatische gedachten maakten zich van mij meester. Niet veel later was ik in paniek, in angst, tegenwoordig noemen we dit angstaanvallen.

En zo is het ook, je wordt aangevallen door angst, door paniek en je kunt je niet weren. Ik kon niet meer rustig nadenken en niet meer praten. Ik had nog ontspanningsoefeningen geprobeerd, maar daar was het al veel te laat voor. Nu hielp niks meer en moest ik volledig door het dal om op het diepste punt te gaan liggen wachten op hulp. Ik had de huisarts gemaild en een uur later belde hij me. Eindelijk hem, hij die mijn angstklachten vaker heeft behandeld. Niet een van de twee huisartsen die mij eerder hierover hadden gesproken, maar de grote baas zelf. Ik kon amper een woord uitbrengen, maar hij begreep het dus hield hij een monoloog. Hij zei dat hij me naar de KNO-arts zou doorverwijzen. Dit omdat het probleem me dusdanig ontregelde, dat er ingegrepen moest worden. Hij had het over buisjes, of over een maskeerapparaatje, of weet ik veel wat, er moest in elk geval even door een KNO-arts naar gekeken worden. Dat ik een uitnodiging zou krijgen, dat er een wachtlijst was maar dat er door corona nog wel eens iemand uitviel, in elk geval: hou nog even vol, de cavalerie is onderweg. En toen hing hij op. Ik kon toch niets zeggen. Maar ik vond het mooi gezegd, ondanks mijn ellende. Cavalerie, voor mij.

Zemelaar

Mijn leven is een grote sinusgolf. Pieken en dalen. Tenminste, ik laat mij meeslepen. Zo kan ik de ene dag voor de spiegel staan en mezelf trots aankijken. Ondanks mijn 51 jaar sla ik iedereen van de baan met badminton (iedereen zijn drie tegenstanders op een avond) en loop ik tien kilometer, heb geen rugproblemen meer, geen blessures, mijn hersenen doen het goed en ik voel me fit. De volgende dag zie ik een oude, vermoeide man, met dun, grijs haar, leesbril, wallen, klein buikje, hangende oogleden, en nog een paar dingetjes die me niet bevallen. Het kan hard gaan. Sinds een paar dagen heb ik er een nieuw ongemak bij. Ik noem het maar voorzichtig tinnitus. Een hoogfrequente pieptoon in mijn hoofd. Het schijnt in je hoofd te zitten. De pieptoon komt me niet onbekend voor, ik ken dit al heel lang. Alleen stond er dan meestal een televisie aan ergens. Of het was eventjes en het verdween weer. Maar nu houdt het al dagen aan. En waar het van komt? Ik heb nooit (zelden) concerten bezocht. Weinig in disco’s geweest. Heel weinig met een koptelefoon op naar muziek geluisterd. Alleen de afgelopen maanden heb ik wel dagelijks oortjes in gehad. Om YouTube filmpjes te bekijken voor het slapen gaan. Maar op zeer laag geluidsvolume. Dat kan het haast niet zijn.

Ik heb altijd gezegd dat een mens niet gemaakt is om ouder dan veertig te worden. Dan is het beste ervan af, en kun je je in de natuur niet meer redden. Maar we leven niet in de natuur, wij leven in gevangenschap. Daar kun je oud in worden. Ik ben alleen niet zo goed in oud worden. Die klachten die ik noem, behalve tinnitus, zijn normaal en ik vind ze al storend. Ik was altijd blij met mijn goed werkende lichaam en mijn zintuigen. Zeuren over ouderdomskwalen is ook gezeur. Wees eerder blij dat je oud wordt, schijn je dan te moeten denken. Zit best wat in. Maar als het in dit tempo gaat dan ben ik over vijftig jaar finaal op! En alleen de eerste veertig deden ertoe. Nou ja, gelukkig heb ik de foto’s nog.

Net niet

En nu net, een dag voor ik dacht het gehaald te hebben, schoot het weer in mijn rug. Die lockdown was niet goed, ik deed wat ik kon, lopen, fietsen, maar dat badminton maakte mijn rug losser. En mijn rug kon sinds ik weer speelde best wat hebben. Maar vier maanden niet spelen was net een dagje teveel. Vanavond konden we weer, maar nu kon ik niet.

Zo denk ik dat het zit. Het hoeft niet te kloppen natuurlijk, feit is ook dat ik ergens lang geleden, ik schat op mijn 35e, ben gestopt met badminton juist vanwege rugproblemen. Het is niet heel ernstig, ik heb het stukken beroerder meegemaakt. En als ik eerlijk ben was het zich al een tijdje aan het aankondigen in de vorm van pijn in mijn bovenbeen. Ik had eerder de fysiotherapeut moeten bellen. Nu ben ik waarschijnlijk over drie weken aan de beurt.

Geen nood, ik ken mijn rug inmiddels. Morgen zal het al wel beter gaan. Maar die Corona lockdown richt ook schade aan, het is niet alleen maar goed. Maar alleen maar goed bestaat niet, er is altijd een gedeelte slecht of er is een groep die het goede als slecht ervaart. Je kunt het dus nooit helemaal goed doen, behalve bij wiskunde.

Wenen

Ik moet aankomende week naar Wenen. De anderen uit mijn team zouden waarschijnlijk zeggen: ik mag naar Wenen. Want voor hen is het een leuk uitje, behalve voor eentje die niet komt wegens vliegangst. Waarom heb ik ook geen vliegangst verzonnen gelijk in het begin? Nee, ik moet het altijd afzwakken, en uiteindelijk hik ik er weer tegenaan. Nu is het wel zo dat er een Nederlandse collega meegaat die niet in mijn team zit. Mijn manager weet van mijn angst en nodigde daarom deze collega ook uit, zodat ik niet alleen hoef.

Ik vroeg me al wel af of mijn rug het zou houden, want ik kan niet ontkennen dat er een patroon is tussen stress en mijn rug. Volgens mijn eerste fysiotherapeut was dit niet mogelijk, waarmee hij waarschijnlijk bedoelde dat het nooit wetenschappelijk is aangetoond. Maar elke keer als ik stress heb, ook al voel ik het zelf niet zo, is het raak. (maar in de vakantie ook, moet ik eerlijk zeggen) Dus afgelopen maandag dacht ik nog dat het goed ging, totdat het bij het tanden poetsen ineens in mijn rug schoot. Ik kan dan twee dingen doen, me overgeven en op bed gaan liggen en het rekken tot na de reis naar Wenen, of me weer omhoog sleuren en verder gaan. De eerste optie is geen serieuze optie, want ik meld me alleen ziek als ik ziek ben. En pijn in je rug is niet ziek, vind ik nog steeds. Eikel die ik ben. Ik belde de fysio en legde uit dat ik volgende week naar het buitenland moest en dat ik geholpen moest worden. Normaal kun je bij deze tovenaar pas een afspraak maken over twee of drie weken, maar hij kent me inmiddels en hij maakte de volgende dag een kwartiertje vrij voor me.

Die avond ben ik naar het bos gegaan met de hond; de eerste 200 meter met een van pijn verwrongen gezicht, maar later loop ik het een beetje los. Totdat je weer thuis op de stoel ploft, dan is het weer mis. Die avond liep ik de trap op en toen ik boven was, deed een pijnscheut me neerstorten en ik kon niet meer overeind. Het heeft een minuut of tien geduurd eer ik weer stond, en strompelend ging ik naar de wc en poetste mijn tanden. De volgende dag naar de fysio, hij maakte zich zorgen over het feit dat er nu voor de derde keer dit jaar was, want hij vond het een indicatie dat er een hernia zit aan te komen.

Nou ja, of je nu niet kunt lopen van een hernia of door gewone pijn in je rug maakt ook niks uit. Ik heb inmiddels twee hernia’s gehad, en ook dat gaat weer over. Hij deed zijn gebruikelijk sloopwerk en ik voelde me al iets beter. Dat was dinsdag en donderdag was ik klachtenvrij. Heb zojuist in de tuin gewerkt. Wenen, ik kom er aan.