In voor- en tegenspoed…

Een heupoperatie bij mevrouw Mack verder zijn we inmiddels. Het hakt er allemaal best in. Sinds ik haar ken heeft ze al een hartinfarct, een galblaasoperatie en kunstknie en nu een kunstheup achter de rug. Maar ze rookt al vier weken niet meer. In voor- en tegenspoed zeiden ze geloof ik toen we trouwden. Of iets met dat ik beloofde altijd voor haar te zorgen zolang het huwelijk duurde. Een belofte van niks natuurlijk. Als je niet meer wilt zorgen, kap je er gewoon mee. Slaat nergens op, zo’n belofte. De afgelopen week viel ook niet mee toen ze in het ziekenhuis lag. Om half zeven ’s ochtends moest ik op en vanaf dat moment was het volgas tot ’s avonds laat om alles voor elkaar te krijgen. En dan hadden we de was en de hond nog wel uitbesteed. Maar de kinderen moesten naar school, en mijn werk is een gekkenhuis. Ik was blij dat ze weer thuis was en weer iets van het denkwerk kon overnemen.

Mijn verjaardag probeerde ik stilletjes voorbij te laten gaan, en dat is ook wel grotendeels gelukt. Maar niet helemaal. Ik ben ineens achtenveertig en verre van waar ik ooit hoopte dat ik zou zijn op deze leeftijd. Maar toch ook wel weer precies daar waar ik wilde, afhankelijk van mijn stemming. En ondanks dat ik gezegd had dat ik er niks aan wilde doen, had mevrouw Mack toch weer een cadeautje geregeld. Ik keek al bedenkelijk toen ze ermee kwam, maar ik was toch enthousiast toen ik zag wat het was. Twee kaartjes voor een concert van Julien Clerc in Carré. Achtenveertig. De meesten van achtenveertig gaan nog naar dancefestivals. Maar ik, en ook mevrouw Mack vinden Julien Clerc toevallig goed, geheel onafhankelijk van elkaar. En Carré is natuurlijk ook een belevenis.

Het goede nieuws is dat mijn rug deze ellendige periode weer gehouden heeft. Ik begin goede hoop te krijgen dat ik het nu onder controle begin te krijgen, mijn rug. Nu die idiote buitenwereld nog.

Oud

Nu ik wat ouder ben (47, red.) heb ik ook wat blijvende lichamelijke schade opgelopen. Mijn haar ging er als eerste aan. Ik was 27 en verdorie, daar ging mijn kans om een knappe oude man te worden al in rook op. En het lijkt wel of het de voorzienigheid was die me in de steek liet, want net toen ik het nodig had, verdween het. En toen ik het niet meer nodig had, bleef het zitten. Dus ik loop met een uitgedund bosje rond, al vanaf mijn 27e.

Net toen ik er aan gewend was en de hoop kreeg dat het niet erger zou worden, hoorde ik iemand zeggen: jij wordt ook al grijs! Klap op klap heb ik te verduren gekregen. En grijs kan wel mooi staan, zie George Clooney, maar niet als je ook al kaal bent.

Ik begon voor het eerst gaatjes te krijgen, ik was verdorie al veertig geweest! En nu begeven mijn arendsogen het. Lezen uit een boek doe ik al met een leesbril, de rest gaat nog wel zonder. Ik heb na twee hernia’s een kramp in mijn linkerbeen overgehouden, die er op momenten dat het niet uitkomt, inschiet.

Ik maak van binnen geluiden. Als ik lig hoor ik mijn vrouw soms lachen om mijn geluiden. Ik kan ze niet wegkrijgen, behalve door op mijn andere zij te gaan liggen, dan gaat het weg. Iets met lucht. Plassen. Laten we het daar niet over hebben, maar alleen als ik flink bier heb gezopen kletter ik nog keihard tegen het porselein. Verder wordt het genant en moet ik er minimaal één keer uit ’s nachts.

En dan zegt de leuke kapster altijd tegen me dat ze me helemaal niet oud vindt. En dat helpt echt! Ik voel me dan weer groeien en denk dat ik nog heel wat klaarspeel. Totdat ik in bed lig en de lucht in mij weer rare geluiden begint te maken en mij eraan herinnert dat de kapster geen gelijk heeft. En dat ik me vooral niks in mijn hoofd moet halen, anders gaan er nog veel meer genante klachten optreden.

Titel

Ik ging naar de huisarts wegens benauwdheidsklachten. Af en toe na het hoesten krijg ik geen lucht meer. Mijn luchtpijp lijkt dan dicht te zitten, en het is alsof ik door en rietje moet ademhalen. De huisarts leek niet erg onder de indruk van mijn verhaal, mat mijn zuurstofgehalte, dat op dat moment 98% aangaf, luisterde mijn longen en testte mijn bloedwaarden die ook prima waren.

Enigszins opgelucht verliet ik de spreekkamer met het afdvies te wachten tot het overging. Het duurt nu al een maand, en langzaam werd het erger. Vanochtend na een hoestbui kreeg ik 20 seconden bijna geen lucht, en maak ik het geluid van een zware roker die nog maar één long heeft. Ik liep rood aan en de tranen stonden in mijn ogen.

Het is alsof mijn luchtpijp zich afsluit en na tien seconden pas weer opengaat. Tien lijkt niet veel, maar als je net uit een hoestbui komt, is het best lang. Het gaat wel weer over, maar nu begrijp ik wel hoe de Feyenoord supporter zich momenteel voelt. Go Ahead legt Ajax geen strobreed in de weg, en zelf staat Feyenoord 2-0 achter met nog een half uur te gaan.

Mijn allerliefste liefie

Dochter en ik zijn al een maand aan het kwakkelen. Zij net een weekje langer. Hoesten, overgeven, koorts, ellende. Vandaag ging ik met haar naar de huisarts. Ze had al antibiotica, prednison en puffers gekregen, het hoesten is er nu bijna onder, maar ze kreeg weer koorts en moest overgeven. Onze eigen huisarts was met vakantie dus kregen we een invaller. Aardige man, en Tammar had hele verhalen, hetgeen de dokter wel amusant vond.

Een uurtje later moest ze bloedprikken. Ze was wat nerveus en vroeg aan mij of ik haar dusdanig kon knijpen om te laten voelen hoeveel pijn het deed. Ik gaf haar een kneepje van niks, om het niveau van pijn aan te geven. We moesten een nummertje trekken, nog zes wachtenden voor ons, en ze was aan de beurt. Een aardige vrouw vertelde haar wat er ging gebeuren, Tammar vroeg hoeveel prikken ze kreeg, en dat was er gelukkig maar één. Tijdens het prikje hield ze haar ogen dicht, en de vijf of zes buisjes bloed waren in een mum van tijd gevuld. Toen de spuit er al uit was, vroeg de mevrouw of Tammar het watje even vast wilde houden, en ineens reageerde ze niet meer en kieperde achterover. Weg was ze. Ik schrok me een hoedje, want die zag ik niet aankomen. Binnen een paar seconden was ze weer bij, en nam ik mijn allerliefste liefie -zo noem ik haar vaak- weer mee in de auto naar huis.

Ze heeft er weer een medicijn bij, deze week moet ze nog thuisblijven, daarna heeft ze vakantie en over een week is ze weer de oude, volgens de huisarts. Moeten we nog wel even bellen voor de uitlslag natuurlijk. Pfeiffer, kinkhoest, dat soort onheilspellende dingen hoorde ik hem zeggen. Ik kinkhoest zelf ook nog even door. Ik kreeg laatst midden in de nacht geen lucht en moest even wachten voor ik kon inademen. Waardoor weet ik niet precies. Met een onheilspellend geluid zoog ik ineens mijn longen halfvol, want vol lukte haast niet, en dat was al genoeg om mevrouw Mack rechtop in haar bed te doen zitten. Daarna hoestte ik me weer leeg, en toen ik uit de hoestbui was, ging ik uitgeput weer liggen. Kinkhoest, hoe verzint hij het!

Hodofobie

Nadat op mijn 17e de eerste angstaanvallen zich openbaarden, zijn ze eigenlijk nooit meer weggegaan. Een dozijn huisartsen en psychologen verder moet de conclusie zijn dat ze bij mij horen en niet meer weggaan. Vanaf mijn 17e ging ik dus ook vermijdingsgedrag vertonen en zo ben ik gaan doen wat ik ben gaan doen. Heel wat hartkloppingen en kalmeringspillen later ben ik nu 47, en had het afgelopen week weer. Totaal in de war, niet meer in staat tot normaal functioneren, slapeloosheid, een steen op mijn maag en de neiging tot overgeven. Reden, ik moest naar Londen.

Ik heb geen vliegangst, maar reisangst die zich pas de laatste jaren is gaan openbaren. Ik ben bang voor het vliegveld, voor treinen, voor hotels en voor het dagenlang met collega’s opgescheept zitten. Ik moet elke dag weer vechten om er weer door te komen, en ik tel de dagen af tot aan het einde. Heb het een paar keer moeten doen, maar beter wordt het er niet van, het wordt juist erger. En ik ben niet bang voor het in de trein zitten, ik heb geen vliegangst, en geen hotelangst, het is meer het vinden van de juiste trein, het vliegtuig, het je goed houden bij je collega’s terwijl je weg wilt, het is de angst voor de angst.

Ik was er klaar mee vanochtend na vanaf twee uur vannacht niet meer geslapen te hebben. Als een dood vogeltje lag ik in bed, te hopen dat de tijd vast liep. Ik vond de aanslag die ik pleegde op mezelf en mijn gezin te groot, en belde mijn manager en vertelde haar het probleem. Ik zei dat ik wel een andere baan ging zoeken, want ik kon niet een paar keer per jaar finaal uitgeschakeld worden alleen omdat ik bij een internationaal bedrijf terecht ben gekomen.

Terwijl ik nog niet eens echt ben begonnen in mijn nieuwe functie, gaat het nu al mis. Maar mijn manager smste later: it’s no showstopper for me, I am sure we’ll make a great team. Geen nieuwe baan dus. Wel 400 euro naar z’n grootje. Maar ja, ik doe het ook niet met opzet.

Flexibel

Ik lig ouderwets plat. Mijn rug staat al drie weken op afbreken en gisteren was het dan zover. Het moet haast stress zijn, want ik leef al maanden in stress. Ik werk niet zinvol, en dat geeft me stress. Mijn baan gaat ook ophouden binnenkort, nu we voor de derde keer in twee jaar verkocht gaan worden. Afgelopen donderdag reed ik naar Keulen voor een ontmoeting met mijn eventuele nieuwe manager. Ik kan een andere functie krijgen, en die heb ik voorlopig maar aanvaard. Geen finance, maar beter dan niks. Met pijn je rug naar Keulen, aankomende donderdag een sollicitatie bij een ander bedrijf, nu plat, erg stressbestendig ben ik niet.

Als me iets duidelijk is geworden is het wel dat ik de veiligheid van een vaste baan nodig heb. Een vast bureau, en dan kun je erop gooien wat je wilt, dan breekt mijn rug niet. Maar als ik een speelbal ben, bezwijk ik. Afgelopen maandag dreigde ik te bezwijken maar toen greep ik in door allerlei dingen te regelen die geregeld moesten worden. Het hielp me weer even om overeind te blijven. Het grote probleem is om het vertrouwen vast te houden.

Het zijn lastige tijden. Alles wat ik geleerd heb lijkt er niet meer toe te doen. Of het nu kennis of opvoeding betreft, het is een andere wereld geworden. Met jaloezie kijk ik programma’s over mensen die op de rem trappen. Carrière is waardeloos. Het brengt je niks, behalve geld en verkeerde omgang. Heel vroeger geloofde ik dat je het moest nastreven. Toen dacht ik dat als je goed je best deed, dat het wel zou komen. Nu weet ik het even niet. Alsof de maatschappij zich heeft aangepast nadat ik me altijd aangepast had aan de maatschappij. En toen ik zo was, veranderde hij. Flexibel is het toverwoord. Voor een rug, maar ook voor een geest. Die van mij zijn star. Dus moest ik wel breken.

Paradox

Het mag geen geheim zijn dat ik 46 ben. En dat ik het daar niet mee eens ben. Want mijn rug is wat ouder maar de rest is stukken jonger. Zeker mijn conditie, die is behoorlijk te noemen. En mijn geestelijke leeftijd ligt vér onder de 46, (een jaar of 30 eronder) dus ik durf rustig te stellen dat ik…ja, wat eigenlijk?

Als mijn geestelijke leeftijd nu gewoon 46 was, zou ik nooit de noodzaak gevoeld hebben om van de zomer te gaan hardlopen/sprinten waardoor ik eerst een lichte knieblessure opliep en daarna een langdurige achillespeesblessure. Dat schijnt nu hielspoor te zijn, een typische ouderdomsklacht. De paradox ziet u misschien al wel, en ik zou willen dat een jongeman na mij dit nu ook eens inzag: door mijn pogingen om de veroudering tegen te gaan, zit ik nu met ouderdomsklachten die ik anders niet gehad zou hebben.

Shockwavetherapie kreeg ik vandaag. Dat is nog even tandenbijten zeg. Je moet van de therapeut aangeven wanneer het niet meer gaat, maar daar gaan we weer, ik gaf dat niet aan. Dus ik leed pijn. Al stelde die pijn niet veel voor vergeleken bij de verloren wedstrijd van PSV tegen Ajax. Ook daarin reageer ik kennelijk niet volwassen, gezien het feit dat ik vond dat ze twee strafschoppen en één doelpunt onthouden waren, terwijl Johan Derksen hooguit vond dat je één penalty had kunnen geven. Eventueel. Geen woord over een afgekeurd doelpunt en de andere overtreding. Ik heb de tv maar uitgezet. Ben genoeg vernederd vandaag.

Bitter

Ik had een wat lastige dag vandaag. Het begon met een logje van Rob Hamilton waar ik mij geheel in kon vinden. Wat in mijn hoofd weer recht maakte wat krom was. Alleen was het van korte duur. Want de wereld waar ik me in begeef zit eenmaal niet zo in elkaar. Daar haalt men de schouders op over dingen die niet met status te maken hebben en is men alleen in je geïnteresseerd als je iets hebt meegemaakt. En afhankelijk van hoe ik mij voel, reageer ik daarop. Nu voelde ik mij eenzaam, somber en onbegrepen. En toch gun ik mijn collega’s die lol niet, dus als ze vragen of er iets is zeg ik dat het prima gaat. Wat eigenlijk niet zo is, want ik heb moeite met veel dingen van deze tijd. Mijn collega’s moeten naar Las Vegas, maar zij ervaren dat als mogen. Ze zijn blij. (Vegas, zeggen zij) Ik moet er niet aan denken. Cappuccino is uit, latte macchiato is in, terwijl ik nog maar gewoon bij koffie ben. Ik loop hopeloos achter en soms wordt me dat te veel. Was er op de terugweg op de radio nog een item over zelfmoordpreventie waar ik ook al niet vrolijker van werd. Ik kijk uit naar mijn pensioen, maar dat deed ik al toen ik nog op school zat. Een oude zuurpruim worden, dat is mijn voorbestemming. Hopelijk wel met behoud van humor.

Ik begrijp ook niet zo goed wat er nu precies mis is, maar wel dat er wat kleine defecten zijn. Misschien beschadigingen opgelopen in het verleden, hoewel ik denk dat het aangeboren is. Er zijn ernstigere aangeboren afwijkingen, maar lastig is het soms wel. Het lijkt of ik geboren ben in een verkeerde tijd, dat ik veel eerder geboren had moeten worden in de tijd dat alles hetzelfde bleef. Op mijn werk noemen ze me autistisch, maar dat is lekker makkelijk als je zelf geen idee meer hebt wat je hebt afgesproken en het tegengestelde doet. En vervolgens als je daarop wordt aangesproken zeggen dat je flexibel bent. En door een merkwaardige speling van het lot adoreert men dergelijke flexibiliteit.

Het is heel lastig soms. Ik heb inderdaad structuur nodig, en dat strookt natuurlijk helemaal niet met wie ik zou willen zijn. James Bond bijvoorbeeld. Of gewoon Jan Boerenfluitjes. Het belemmert me wel, maar misschien heb ik die belemmering ook wel nodig om me ervoor te behoeden een snelle Jelle te worden. Belemmering genoeg, al mijn hele leven. En als ik even naast mijn schoenen ga lopen omdat het goed gaat, dan ga ik ook direct op mijn bek, zodat ik dat eigenlijk nooit meer doe, behalve als de zelfspot er vanaf spat.

Discipline

Ik ben te goed. Dat is de treurige conclusie die ik moet trekken nadat ik een week of vier geleden begon met hardlopen. Inmiddels ben ik al twee weken geblesseerd aan mijn knie. Hardlopen dient opgebouwd te worden, maar ik dacht dat ik die uitzondering zou zijn, met mijn 93 kilo. En ik liep te hard van stapel, keihard de valkuil in waar al velen in zijn gevallen. Want ik liep, en ik liep, ik liep om de drie dagen. En ik perste er na twee weken al een hele aardige tijd uit op zes kilometer.

En ik trok mij niks aan van de hardloopmode, ik liep nog gewoon in mijn oude outfit en op mijn oude schoenen waar de demping uit is volgens velen, maar dat schijnt ook weer niet zo belangrijk te zijn volgens deskundigen. Maar ik overbelastte mijn knie, en die doet nu zeer. Ik kan er op lopen, maar niet hard. Ik werd keihard teruggefloten, want ik was alweer op weg naar records, daarbij in mijn achterhoofd wat tijden van collega’s, want zo ben ik. Mijn verstand zet ik uit en mijn bewijsdrang voert de boventoon. Om te hardlopen moet je gedisciplineerd zijn en dat ben ik niet. Je moet je niet laten verleiden om harder, verder of langer te lopen dan een voorzichtig schema, tenzij je natuurlijk een jongeling bent, maar dat ben ik niet met mijn bijna 46 jaar. Ik had de discipline moeten opbrengen om te stoppen na een kilometer of drie, in plaats van door te gaan wat veel gemakkelijker is. En ik had die laatste keer niet moeten gaan lopen, want tijdens het inlopen voelde ik al dat er iets niet goed was.

Dinsdag word ik 46. En nog steeds verbeeld ik mijzelf dingen. Terwijl de wijsheid ondertussen toch eens moet gaan komen. Het verstand is er al heel lang. Mijn hersenen begrijpen best veel. Maar wijsheid, dat is handelen naar je verstand, dat is een totaal andere discipline. Want dan moet je een ander het laatste woord gunnen, en minzaam kunnen glimlachen als je uitgedaagd wordt. Tegen dat soort mensen kijk ik op. Want een tegenpool trekt aan je.

Geen houden aan.

Het vermogen om te lachen is er niet en het depressiespook huist nog in mij, maar ook dat zorgt weer voor komische situaties. Want ik acteer op de automatische piloot en ik neem alles waar. Behalve dan dat ik zaterdag toen ik vroeg op moest om Hans naar voetbal te brengen niet in de gaten had dat ik per ongeluk een slaappil had genomen in plaats van het lachmedicijn. Na 20 minuten begon het zijn versuffende werk te doen en kreeg ik in de gaten wat er aan de hand was. Gelukkig was Linda ook opgestaan anders was het misschien minder grappig afgelopen. Want ik dacht dat ik wel sterker zou zijn dan het medicijn en volledig versuft wilde ik naar mijn auto om Hans weg te brengen. Ondertussen had Linda het ook door en regelde dat Hans met iemand anders mee mocht. Ik werd naar bed gestuurd maar ik heb de bank gehaald, de bank waarop ik drie uur later wakker werd. Ik was de vorige avond al om negen uur in slaap gevallen, dus dat ik het nou echt nodig had…nee, maar er was gewoon geen houden aan.