Imaginaire brokstukken

Toen Freek de Jonge vorige week tijdens het boekenbal opstond in het publiek en zijn stem verhief om een statement te maken tegen de uitspraken van Thierry Baudet, heerste er een wat ongemakkelijke sfeer in de zaal. Ik vond het wel tekenend voor de staat van het land. Of je Thierry nu wel of niet steunt, hij zegt nogal wat. Hij geeft de intellectuelen de schuld van de brokstukken waar je dagelijks over struikelt in Nederland. Want je moet toegeven, het gaat hier uitermate beroerd. Het is elke dag keihard werken om vier mobiele telefoonabonnementen en Netflix te kunnen betalen. Zo hard dat je soms wel vier vakanties nodig hebt om bij te komen. Goed dat Thierry dat eens benoemt.

Freek stond op. Hij wilde dat Thierry eens duidelijk uitlegde aan het volk wat hij nu precies bedoelde met dat we ondermijnd worden door onze universiteiten, journalisten, kunstenaars en architecten. Of aannemers, dat kan ook, wat het ging om degenen die gebouwen neerzetten. Dit trucje wordt vaker toegepast door linke loetjes die de macht willen grijpen. Vroeger in Duitsland tijdens de grote recessie, in Iran door de Ayatollah, in Cambodja tijdens het regime van Pol Pot. Dus op zijn minst een legitieme vraag van Freek.

Aan de andere kant, in Amerika gebeurt het momenteel ook, en ook daar moesten de imaginaire brokstukken eerst geschapen worden door de president. Imaginaire brokstukken, daar is het volk gek op. Feiten kunnen alleen maar in de weg staan van je eigen mening, en inderdaad kunnen universiteiten je dan aardig dwarsbomen. Journalisten zijn helemaal een slag apart. Er is er niet één, ik herhaal, niet één, die de school voor journalistiek heeft doorlopen zonder gehersenspoeld te zijn door de linkse kerk. Allemaal hebben ze als doel om het volk te laten geloven dat het hier uitstekend gaat, terwijl als je uit het raam van je huis kijkt je toch duidelijk kunt zien dat gewapende drugsbendes de straat beheersen en dat de politie met ze samenwerkt. Sterker nog, de overheid besproeit ons met chemicaliën om ons rustig te houden. En geen journalist die daar ooit over schrijft! Hoeveel bewijs wil je hebben dat die lui niet deugen?

Nou ja, ik wil maar zeggen, ik vond Freek’s daad een heldendaad. Je moet het maar durven om zo op te staan. De rest durfde hem geen bijval te geven, of niet tegen hem in te gaan. Uiteraard later op social media vond men hem wel een uitgekakte ouwe zevert, maar dat ruggengraatloze, dat stelde me toch het meest op mijn gemak. Toch een teken dat men het allemaal wel best vindt. Die chemtrails moesten misschien toch maar eens beter onderzocht worden.

 

Pensioenleeftijd

Ik las de zaterdagkrant bij wijze van uitzondering eens. Soms gaat hij ongelezen door naar mijn moeder. Aan de zaterdagbijlage kom ik sowieso nooit toe. Veel te vermoeiend allemaal. Ik lees meestal alleen de column op pagina 2, de overlijdensadvertenties en het voetbal. Maar nu had ik vrijwel alle columns en ook de bijlage te pakken. Nog steeds is het vermoeiend. En of ik nu wijzer ben? Ja, ik geloof het wel, door de column van Sandra Phlippen over het pensioenstelsel, die de oneerlijkheid belichtte betreffende het even lang moeten doorwerken voor mensen met lichamelijk zware beroepen en die van pak ‘m beet een professor. Het moge duidelijk zijn dat een professor lichamelijk wat minder snel slijt dan een stratenmaker. En in de praktijk kan een professor ook nog eens eerder stoppen met werken doordat hij simpelweg meer geld heeft terwijl de mensen met lagere opleidingen gedwongen zijn om tot hun 67e te moeten doorwerken. Oneerlijk.

Toch pleitte Sandra voor een verhoging van de pensioenleeftijd voor mensen met zware beroepen, want ze heeft het beste met ze voor. In de praktijk blijkt namelijk dat mensen met zware beroepen gemiddeld met 62 jaar in de WIA terechtkomen, en dus tot hun 65e een hoger inkomen houden, dan wanneer hun pensioenleeftijd eerder zou zijn ingegaan. Ik nam het maar aan. Zij is dr. tenslotte, en ik leerde onlangs dat de samenleving mag vertrouwen op wat de dr. publiceert. Maar het klinkt wat tegenstrijdig allemaal.

Smeren, kleren en weren.

Smeren, kleren en weren was het devies van een arts van de week op het jeugdjournaal. Hij maakte de kinderen bewust van de sluipmoordenaar die de zon is. Pet op, zonnebril op en volledig bedekt en ingesmeerd de zon in. Zo is het tegenwoordig. Onze huisarts is anders. Die adviseert, 20-30 minuten per dag onbeschermd de zon in. Ik ben als kind zo vaak verbrand, nou ja, ik was wat rood. Trok wel bij.

Gisteren heb ik in de tuin gewerkt. Omdat ik over twee weken in Frankrijk moet zijn voor een vakantie, dacht ik dat ik vast een laagje ultraviolet moest laten zetten. Uiteindelijk ben ik dus uren in de weer geweest, en ja, het was iets te lang. Het is een beetje pijnlijk onder de douche. Maar het voordeel is dat de witte verf er nu af is en ik niet die eerste dagen daar in Frankrijk als een kreeft hoef door te brengen.

Ok, het is niet goed om te verbranden, dat lijkt me duidelijk, maar godsamme, er kan ook helemaal niks meer tegenwoordig. Een keertje verbrand zijn zeg, pff. Mijn overgrootvader zou er allang niet meer moeten zijn als het zo slecht was als ze zeiden.

Verval

Ik stond in de rij bij de broodjeszaak en naast mij stond een meisje dat er vanaf een meter of vijftig afstand wel aantrekkelijk uit zou kunnen zien. Nu was ze daar iets te dichtbij voor, met haar veel te brede wenkbrauwen en haar blauwe lange nepnagels. Ze riep ook nog eens veel te hard naar haar moeder die aan een tafeltje was gaan zitten, wat of die wilde hebben. Toen ze aan de beurt was blèrde ze naar haar moeder of ze er uien op wilde. Die wilde dat.

In de rij stond ze onophoudelijk op haar telefoon te spelen. Ik kijk ook meestal wel even een keer, zeker als het lang duurt, maar dit hield niet op. Die blauwe nepnagels veegden onafgebroken over het scherm. Wat kan er in hemelsnaam zo belangrijk zijn, vroeg ik me af, en ik spiekte om te kijken of ik er achter kon komen. Ik herkende alleen Facebook en Whatsapp, maar tussendoor ging ze nog naar een aantal schermen. Tot ze weer bij Facebook en Whatsapp uitkwam. Deze jongedame was aan het zoeken of er ergens nog iets gebeurde in haar leven. Maar veel meer dan bij mij was dat niet. Al leek het wel zo.

Het heeft me meegezeten.

Ik complimenteerde iemand met zijn auto, zijn huis en het land waarin hij woonde, Frankrijk. De auto was een behoorlijk nieuwe Porsche en het huis een vrijstaande villa in Zuid-Frankrijk. Zijn antwoord was: “dank je, ik heb er ook hard voor gewerkt.” Alsof ik het hem misgunde klonk het een beetje. Terwijl dat beslist niet zo was. Ik was misschien een beetje jaloers op zijn huis, en zo’n 911 is leuk, al zie ik mezelf daar niet in rijden. Wat mijn wenkbrauwen deed fronsen was dat hij zei dat hij er hard voor gewerkt had. Dat houdt toch impliciet in dat iemand die dat allemaal niet heeft, minder hard werkt. Wat er waarschijnlijk aan de hand was, is dat de man lef heeft getoond, hard heeft gewerkt en toen heeft het hem meegezeten. Er zijn mensen die hard werken in loondienst, die worden niet rijk. Er zijn mensen die lef tonen, voor zichzelf beginnen, hard werken en wie het tegenzit. Die worden ook niet rijk. Hij had dus beter kunnen zeggen: het heeft me meegezeten. Want dat is wat het onderscheid maakte.

Jan Publiek

Nu een groot deel van Nederland op social media roept om de doodstraf te herinvoeren, vraag ik me af wat daar voor nodig is. Wanneer gaan we dat nu eindelijk eens doen? Openbare terechtstellingen het liefst, met publiek dat mag toekijken. Precies zoals ze dat in Saudi Arabië nog doen. Er wordt om geroepen door het volk, dus waarom doet de politiek er niks mee? Stelletje lafaards.

Wat met Anne is gebeurd is gruwelijk, en wat mij betreft halen ze de moordenaar voorgoed uit de samenleving, maar ik zou nooit zo roepen om een oog voor een oog. Het is natuurlijk maar social media, dat weet ik ook wel, en de vraag is of tere zieltjes zo’n middeleeuwse marteling wel zouden kunnen aanschouwen, maar zijn onze wetten niet zo als ze zijn, omdat we het zo wilden toen er nog geen social media waren? Je kunt toch niet de wet veranderen omdat een moordenaar een lagere straf krijgt dan je zou willen? Is het juist niet de bedoeling dat een rechter daarover beslist?

Ik zet er wel een vraagteken achter, maar het is natuurlijk geen vraag. Zo is het. De rechter beslist en niet de helden op internet. Maar ik vind het wel apart om 2000 jaar terug te willen in de tijd. Ik heb geen greintje respect of begrip voor de moordenaar, maar we kunnen ons beter wel neerleggen bij het rechtssysteem. Met de doodstraf krijgen we Anne niet terug, en het weerhoudt een moordenaar ook niet van zijn daad. Dus wat rest is het bevredigen van het wraakverlangen van Jan Publiek. Ik weet niet of dat nu zo’n goede drijfveer is om een samenleving op te bouwen.

Denkend aan Holland

Er kan weer iets van mijn bucketlist af. Niet omdat ik het voltooid heb, ik heb zelfs geen bucketlist, maar er is één ding dat ik altijd nog een keer had willen doen: het overzwemmen van een van de grote rivieren. Rijn, Waal, Maas, Lek, IJssel, Merwede, of hoe ze ook mogen heten. Ik ben overigens van mening dat de Waal en de Maas de enige rivieren in Nederland zijn, waarbij aangetekend moet worden dat de Waal eigenlijk de Rijn is, dat Rijn in Nederland slechts drie kilometer lang is, en dat de Maas nimmer Rotterdam bereikt, een staaltje geografische oplichting van heb ik jou daar. En alle overige rivieren ontspringen uit de Maas en de Rijn die om onverklaarbare reden Waal wordt genoemd. Maar dit terzijde.

Het schijnt verboden en tevens levensgevaarlijk te zijn om een rivier over te zwemmen. In zee heb je vaak hetzelfde, met een afgezet stukje van 100 meter waar je onder toezicht mag zwemmen. Ik ben natuurlijk een verstandige man. Dus ik ga niet buiten dat stuk. Maar iets in mij schreeuwt dat ik erbuiten moet. En dat ik die rivier over moet zwemmen. Ik geloof niet in stroming. Nou ja, wel een beetje natuurlijk, maar niet in stromingen die je niet kunt zien. (een bosbrand verspreidde zich ondergronds, zeiden ze gisteren op het journaal) En wat dan nog, dan kom je niet helemaal uit op het punt waar je naar toe wilde, big deal.

Maar het argument van de boten die je niet kunnen zien vond ik wel valide. En dat ze niet kunnen remmen en je slecht weg kunt komen neem ik ook voor waar aan. En mijn kinderen mogen zeker niet deze regels in acht slaan. Ik wel natuurlijk, want ik ben supereigenwijs. Ik denk dat als er 100 mensen de Waal overzwemmen, er 97 de overkant bereiken, twee teruggaan, en één verdrinkt.

Het zal te maken hebben met een jeugdboek dat ik tien keer gelezen heb, het lied van de zeilschippers, daarin zwommen ze altijd de rivieren over. Mijn ouders zwommen in de Vecht, mijn vader moest in dienst de IJssel over met een man op zijn nek, maar tegenwoordig kunnen we helemaal niks meer. Is het de rubbertegelmaatschappij of zullen we dit maar heel serieus nemen? Dat laatste he?

De druk van de vrijheid

Mijn eerste auto was een Fiat Panda, en ik was er blij mee. Geen ABS, geen centrale vergrendeling met afstandsbediening, geen elektrische ramen, er zat meer niet op dan wel. Deze week reed ik een Renault Twingo, vergeleken bij de oerpanda een hotel op wielen, maar wat een ramp. De totale zit is uit verhouding. Ik zat op 1 meter hoogte en mijn armen waren net te kort om het stuur te bereiken als ik met mijn benen goed zat. Als ik wilde inhalen moest ik minimaal een kwartier van te voren de manoevre gaan inzetten en vast richting aangeven.

Het was dan ook een echte bevrijding toen ik vanochtend mijn eigen auto weer kon ophalen. In het Twingootje verveelde ik me te pletter onderweg, in mijn eigen auto is veel meer te doen. Over bevrijding gesproken, ik geloof al die bevrijdingsfestivals niet. Gewoon niet. Gewoon een feestje, zoals tegenwoordig elke gelegenheid wordt aangegrepen om feest te vieren, maar de vrijheid vieren, ik geloof er niet zo in. Misschien mijn zwarte inslag.

Vrijheid brengt ook veel ellende met zich mee, namelijk dat anderen mogen doen wat jij niet leuk vindt. Zoals al die verrekte buitenkookfornuizen voor mannen, of hoe die dingen ook heten. Ik heb het gevoel dat je er niet meer bijhoort als je niet zo’n ding in je tuin hebt en met een schort voor loopt. Mij stoort het mateloos, de foto’s op facebook van weer zo’n blije vent met een schort een een gasfornuis in de tuin. Het boezemt me ook angst in. Straks wordt dat ook van mij verwacht. Witte wijn, pesto en wat olijven erbij, en ik hoor er helemaal bij. En dat is wat ik eng vind aan vrijheid. U denkt misschien dat ik vrij ben om geen buitenkooktoestel te kopen, pesto of olijven te happen, maar zo is het niet. Het is de druk van de vrije maatschappij die ik voel om een moderne man te worden.

Geland.

Het is de laatste tijd zo dat ik een verschil van inzicht heb met mijn omgeving over mijn plaats in het leven. Ik vind hem zelf soms uitermate beroerd, terwijl anderen zeggen dat ik een luxeprobleem heb. Ik kan er nog niet teveel over uitweiden, maar het geeft onrust, en als er iets nodig is in het leven, dan is het rust en stabiliteit, behalve dan voor de mensen die zich wereldburger noemen, die hebben dat niet nodig.

Ik kijk naar debatten in het lagerhuis van Paul Witteman en moet constateren dat ik me niet thuis voel bij de schreeuwers die er zitten. Vroeger was Henk Bres de ergste, nu kakelt alles door elkaar heen, en alles valt elkaar aan. Ik doorzie de trucjes en ik hou er niet van. Met het lijsttrekkersdebat van gisteren zag ik hetzelfde. Men bedient zich van trucjes en probeert de ander uitspraken te ontlokken. Ik trap er niet in.

Ik weet overigens al wat ik ga stemmen, ik ben zojuist keihard geland. Ik hou er mee op, wat mijn betreft zijn alle debatten in de komende twee weken zinloos, ik ben klaar. Geen zwevende kiezer meer. Waarom zou je er ook lang over nadenken? Doe de kieswijzer, kijk of de uitkomst je bevalt en stem. Kun je de rest van je tijd beter besteden. Mensen die hun tijd goed besteden, worden toch al steeds zeldzamer.

Nederland, mijn vaderland.

Ik herken mensen die proberen te scoren en daardoor maar wat loos idealistisch gezwets de lucht in slingeren. Daarom kijk ik maar niet naar het lijsttrekkersdebat. In plaats daarvan verdiepte ik mij in een aflevering van Zembla, waarin het Nederlandse belastingklimaat werd aangevallen door onder andere Obama. Die noemde Nederland een belastingparadijs tot grote ergernis van Wouter Bos en Jan-Kees de Jager, die vervolgens druk hebben uitgeoefend op het Witte Huis, en vreemd genoeg heeft dit geleid tot het verwijderen van alle bij naam genoemde landen op de lijst. (Ned, Ier, Bermuda) In plaats daarvan sprak het Witte Huis slechts over belastingparadijzen.

Obama was niet de enige, hij had steun van enkele binnenlandse en buitenlandse belastingdeskundigen. In de Tweede Kamer bracht iemand aan de orde dat Nederland een belastingparadijs zou zijn, die vervolgens vakkundig de mond werd gesnoerd en door de voorzitter gemaand werd zijn woorden terug te nemen. Belastingparadijs, ontkenning en monddood maken van tegenstanders. Dat is ook Nederland.

Even daarvoor zag ik een item over de monopoliepositie van de pharmaceutische industrie, die veel te hoge prijzen rekende voor kankermedicijnen. En ik altijd maar geloven dat we het hier zo goed doen. Maar als dit zelfde item over Rusland was uitgezonden, had ik gezegd: zie je wel!