We waren een dagje naar Drunen, waar mijn jeugd zich afspeelde. Drunen was vroeger een zelfstandige gemeente maar al lang niet meer. Het valt nu onder Heusden, wat raar is want Heusden is minuscuul. In Heusden stonden kanonnen en oude molens. We gingen er als kind naar toe om tegen de muren op te klimmen. De wallen waren een meter of vier hoog en hadden zoveel oneffenheden dat je er tegenop kon klimmen. Ik was er meer dan veertig jaar niet meer geweest, maar nu viel er niet meer te klimmen. De muren waren glad gemaakt, bijna gestuct. Leek nergens op.
In Drunen zelf reed ik langs ons oude huis, maar dat is niks meer. Onherkenbaar, net als de straat. Er stonden huizen tegenover, terwijl daar vroeger uitsluitend een kleuterschooltje stond. Ik kon vanuit ons raam de molen zien en zelfs een keer een treintje over het spoor. De hele wijk zag er niet meer uit, dat leek vroeger stukken ruimer.
Ik reed langs mijn oude voetbalclub, de RKDVC. Die was er tenminste nog en ik zag het hoofdveld waar wij een keer een kampioenswedstrijd mochten spelen. Verder herkende ik het niet meer, maar dat zou ook aan mij kunnen liggen.
Door naar de roeivijver, ontstaan door zandwinning voor de aanleg van de Maasroute, de A59 langs Drunen. Ik heb er diverse herinneringen aan en eentje was een loopbrug naar het eilandje. Ik vroeg aan een man of de brug er nog was maar hij kon zich geen brug herinneren. “Dat moet wel heel lang geleden zijn, want ik kwam hier al als kind,” zei hij. Ik gaf aan dat het de jaren zeventig waren, maar hij wist het niet. Hij leek ouder dan ik. Ik weet het toch vrijwel zeker, maar je geheugen kan je bedriegen, dat weet ik ook. Ik zocht op oude foto’s maar nergens vond ik er iets over. Terwijl ik vanaf de brug een kikker had zien zwemmen, vroeger.
Bij de herberg in Giersbergen kon ik niet meer komen. Het was afgesloten voor auto’s, en de weg naar de parkeerplaats herbergde een file, daar had ik niet zo’n zin in. Ook de weg naar “De Wieltjes” was op een gegeven moment verboden voor auto’s. De koppelwiel was een mooi watertje waar in de buurt de serie “help, de dokter verzuipt” was opgenomen.
Het hoogtepunt van de dag was een bezoek aan de Roestelberg, een restaurant waar ik meer dan veertig jaar geleden voor het laatst was. Misschien wel vijfenveertig. We liepen toen door de het losse zand van de duinen te banjeren tot we die laatste berg, de Roestelberg op klommen om boven bij het restaurant te komen. De berg was enorm. Misschien wel dertig meter hoog. Er waren kabelbanen, skipistes en halverwege lag het basiskamp. Nu reden we er met de auto heen, dus die berg lag niet midden in de duinen zoals ik dacht. En het gekke was, dat restaurant lag helemaal niet boven op die berg, maar aan de voet. En die berg was ook niet zo hoog als ik dacht, een meter of zes slechts. Ik liep de zandduin op om het eens te bekijken van de andere kant, de kant waar ik destijds vandaan kwam. Mwah. Het was een helling van los zand, maar daar hield de overeenkomst op. Dat luchtkasteel dat ik in mijn hoofd had bleek een restaurant op de grond. Er stond nog een rij om binnen te komen ook.
We reden weer naar Drunen waar we iets aten op het Raadhuisplein, naast de Lambertuskerk waar ik communie deed, al twijfel ik nu ook of het niet ergens anders was. Links stond het oude gemeentehuis maar wat moet je met een gemeentehuis als je niet eens een eigen gemeente hebt? Tegenover ons stond een pand, dat was vroeger een hotel, toen waarschijnlijk nog rendabel omdat het grote bedrijf Lips scheepsschroeven er nog was. Maar ook Lips was weg, een nietszeggend bedrijf met laaddocks zat er nu. Alsof schepen tegenwoordig geen schroef meer nodig hebben. Of kon het weer 100 euro goedkoper als je ze in China koopt?
Nou ja, herinneringen, zeer belangrijk voor mij, maar soms kun je ze beter opschrijven in plaats van ze te controleren.