Overdreven

Daarnet reed ik naar de dierenwinkel in Apeldoorn Zuid. Dat klinkt ontzettend ver, maar het ligt net achter het centrum. Ter verduidelijking, Vaassen ligt ten noorden van Apeldoorn, dus Apeldoorn Noord is het dichtst bij. Terug reed ik niet terug, maar nog verder Apeldoorn Zuid in, ik zat vroeger op school in Apeldoorn Zuid, aan de Oude Beekbergse weg. Ik herkende weinig want alles is nieuw, maar ik zag ineens de afslag op de 1e Wormense weg naar de Oude Beekbergse weg, en sloeg die in.

Apeldoorn Zuid is zo ontzettend groot dat toen ik bij de Marchantstraat moest oversteken ik dacht: wat een kindermishandeling eigenlijk dat ze mij naar Zuid lieten komen vanuit Vaassen! Wat een teringeind fietsen was dat eigenlijk, door weer en wind! En toen was ik al 14 kilometer onderweg en moest er nog één. Achteraf is het volgens de routeplanner slechts 12 kilometer, maar dat is onzin natuurlijk. Onze schattingen van vroeger waren veel beter dan tegenwoordige metingen. Ik liep vroeger ook altijd hard, een ronde van 7,5 km, blijkt ook maar 6,3 te zijn geweest als ik het met de auto na mat. Geen wonder dat ik van die supertijden op de 7,5 liep. Ik hoop niet dat ik nog meer afstanden overdreven heb, vroeger.

Het waren de late jaren ‘80, de Christelijke school voor Meao, een harde en eenzame tijd voor mij. Ik kan er nog best een beetje droef van worden, als ik bedenk wat ik allemaal heb laten liggen daar aan de andere kant van Apeldoorn. Het ging natuurlijk al mis toen ik op 13-jarige leeftijd uit het vertrouwde Brabant werd weggerukt. Twee jaar later overleed mijn vader en de ellende was compleet. En weer twee jaar later moest ik dat kuteind fietsen naar een school die ik ook maar deed omdat ik geen idee meer had wat ik moest doen. En op die school zat Barbara wier vader een schildersbedrijf had dat nog steeds bestaat, want ik zag bij een project een bord met: “Barbara’s vader Schilderwerken, al 85 jaar een begrip” of iets dergelijks. Zij was er de schuld van dat ik zakte voor mijn eindexamen want ik had voor niets anders meer aandacht. Tot na school onze wegen scheidden (tenminste, voor mijn gevoel, zij leefde verder in een opgaande lijn) en ik weer in rouw kon. Een jaar of vijftien later kon ik haar terugzoeken op internet. Ze had geen idee wie ik was. Nee, natuurlijk niet, ik heb haar amper ooit aangesproken.

Kijk, mijn rampzalige jeugd samengevat in een paar gebeurtenissen die bepalend waren voor de rest van mijn leven. Maar goed, ik ben hier. Doordat ik uiteindelijk altijd doorging, waarschijnlijk een gevolg van dat pokkeneind fietsen.

Overpeinzingen tijdens het wandelen.

Ik liep laatst met de hond door het buitengebied en raakte in gedachten verzonken. Ik dacht aan de puinhoop die de mensheid van de wereld gemaakt heeft en hoe vreemd dat eigenlijk is. De mens is de enige soort die zich ontwikkelde, alle andere soorten doen nog precies wat ze altijd al deden. De mens deed uitvindingen ten koste van andere soorten en richtte de aarde in naar zijn eigen gerief.

Waarom ontwikkelde andere soorten zich niet, al was het maar een klein beetje? Het zou voor leeuwen bijvoorbeeld toch handig zijn als ze iets tegen vliegen hadden ontwikkeld. Ze schijnen wel precies te snappen welke welpen bij welke vader horen, ze schijnen zelfs te begrijpen dat hun paringen tot welpen leiden, maar nee, de leeuw ligt nog steeds rustig op de steppe met z’n kop onder de vliegen.

Had de mens als de leeuw gedaan, zich niet ontwikkeld, dan had de wereld er een stuk mooier uitgezien. We zouden met hooguit tien miljoen op de wereld zijn en de winters moesten overleefd worden, maar in de zomers zouden we leven zonder gezeik.

Is het eigenlijk wel zo dat er ooit een mensensoort was die op het nu niveau van de dieren stond? Dus die nog geen berenvel, hertenhuid of speer had? Hoe overleefde die kou, honger en roofdieren? Er moet er ooit eentje gedacht hebben dat het toch wel koud was, laat ik eens een speer en een mes uitvinden om mezelf een mooie bontjas cadeau te doen. En kennelijk heeft die die periode overleefd.

Nee, ik blijf het maar niks vinden, die mensheid. Van mij mogen we snel weer uitsterven, want dit rekken wat wij doen is toch ook uitzichtloos? Welke ellende die ons leven nog zinlozer maakt gaan we nog meer uitvinden? Neem nu internet. Een razendknappe uitvinding maar ondertussen zit je wel je leven weg te scrollen. En dat leven wordt gemiddeld steeds langer en er komen er steeds meer van ons bij.

Nou ja, ik hou ervan om de week lekker positief te beginnen. Gewoon niet over nadenken, ik ben er nu eenmaal dus maak er wat van. Maar toch kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat die roofvogel in de boom het wel prima vindt, lekker zweven boven de weilanden en dat die niet zo nodig anders hoeft. Ik zou ook wel zo’n vogel willen zijn. Dat er geen goeroes bestonden die je een slecht gevoel geven omdat je iets doet omdat je het altijd al zo hebt gedaan. Wat in hun ogen dom is, maar heb ik zojuist niet aangetoond dat dat juist veel beter is?

Effectief

Er zijn soms van die dingen waar je volledig de schijt van krijgt. Pubers bijvoorbeeld. Bij ons kijken ze het programma “dreamschool” en mijn pubers lachen de pubers die daarin meedoen uit. Tenminste, de meest trieste gevallen daar. Dat zijn kinderen die niks doen omdat ze moe zijn, omdat ze moeten roken, omdat ze een traumatische ervaring hebben gehad, ze een moment voor zichzelf moeten hebben of simpelweg omdat ze geen zin hebben. Hoe er ook op ze wordt ingepraat, ze hebben altijd een antwoord terug, en het ligt altijd aan iemand anders. Luisteren naar een professional komt niet in ze op, want ze weten zelf wel waaraan het schort -aan de wereld- en even doorbijten is er niet bij. Volslagen kansloos.

Lees ik de volgende dag een column van Özcan over dat hij al jaren scholen bezoekt om kinderen het belang van boeken te leren. Hij zegt zich te ergeren aan leraren die niet de baas zijn over het gebruik van mobieltjes in de klas. Öz zei dat hij kinderen die tijdens zijn uitleg op hun mobiel zitten, de klas uitstuurt, wat me niet onredelijk lijkt. En over dat er in Frankrijk gewoon een mobieltjesverbod in klassen geldt.

Ik vroeg aan mijn vrouw -deskundige- waarom dat bij wet geregeld moet worden en waarom de leraar niet gewoon alle mobieltjes inneemt aan het begin van de les. Het antwoord was omdat dat nu eenmaal moeilijk afdwingbaar is. “En wat dan als zo’n leerling weigert?” Je schijnt ze niet te mogen aanraken, en je mag ze niet zomaar uit je les weren, iets met wettelijke bepalingen.

Het komt erop neer dat de leerling kan doen wat hij wil, en dat niemand hem kan dwingen. Hij is zich bewust van zijn machtspositie en maakt daar gebruik van. Ik zeg bewust geen misbruik want het is mijn generatie die het zover heeft laten komen dat kinderen geen haar meer gekrenkt mag worden. Er is een wet in de maak die paal en perk gaat stellen aan de aanwezigheid van mobieltjes in de klas. Gelukkig maar. Het zou toch heel raar zijn als een school op eigen initiatief ging bepalen dat je de klas niet meer inkomt met een mobieltje? Het idee zeg! Hoe komen ze erbij?

Stoornis

Mijn dochter heeft een stempel gekregen. ADHD. Ik hoorde daar 25 jaar geleden voor het eerst van. Toen werd er lacherig over gedaan en betekende het “alle dagen heel druk.” Maar voor ouders van een kind met deze stoornis was het minder leuk.

Stoornis klinkt raar, vindt u ook niet? Maar het is een stoornis, want dat betekent het letterlijk. Hoogbegaafdheid is een afwijking maar dat klinkt ook raar. Maar dat komt uitsluitend door de betekenis van het woord afwijking. We doen alsof afwijking hetzelfde betekent als gek, maar een drie wijkt ook af van een twee. Het betekent gewoon “anders.” Dan heb je nog het woord “normaal” wat betekent dat iets aan de norm voldoet, maar wij hebben er de betekenis van “niet gek” aan gehangen. Maar iets wat niet aan de norm voldoet, eigenlijk afwijkt, kan volslagen normaal zijn in onze ogen. Een voorbeeld: één op de tien is homo, negen op de tien zijn hetero. De norm is hetero, homo is de afwijking en toch is in ons vrije westen homo geen afwijking maar volslagen normaal. We spreken onszelf volledig tegen. Letterlijk normvervaging! Maar misschien is er helemaal geen norm, net als dat er geen middelpunt van het heelal is.

Als ik dit zo teruglees, dan denk ik dat ikzelf ook niet helemaal spoor. Het is aardig druk in mijn hoofd. Misschien heb ik ook wel een stoornis. Nee, niet misschien. Ik heb een stoornis. Een erectiestoornis. Niet zoals bij Waylon, maar vergeleken bij vroeger op school. Elke ochtend om een uur of tien nam ik even niks meer op. Ik was dan ook als de dood voor de schooldokter, want die kwam rond dat tijdstip. Tegenwoordig drink ik om tien uur koffie. Niks aan de hand.

Nou ja, de diagnose ADHD is grotendeels gegeven door mijn antwoorden aan de psycholoog. Als mijn waarnemingsvermogen net wat minder scherp was geweest, had mijn dochter nu geen ADHD maar was ze volslagen normaal. Ik ben hierin dus bepalend. Eigenlijk kunnen we stellen dat ADHD in de blik van de aanschouwer zit. We krijgen nog een behandelplan. Dat wordt hoogstwaarschijnlijk weer een hilarisch verhaal.

Gedresseerde olifant.

Vandaag kwam het langverwachte bericht van de ontslagronde. Maar liefst zes mensen moeten ons team verlaten. Daar nemen ze dan ook weer negen nieuwe voor aan tegen een jaarsalaris van tussen de zes- en de vijftienduizend euro. Het waren er drie meer dan ik verwachtte en hoopte want drie hadden reeds aangegeven dat ze de gang van zaken behoorlijk zat waren en tegen een ontslagvergoeding wel weg wilden.

Ik was er de hele dag door van slag en heb eigenlijk niks gepresteerd. Ik belde even met de enige collega die dit ook weet om mijn frustratie te delen. Eigenlijk stelt dat hele sr. vice-presidentschap geen reet voor, je moet alleen een paardenlul zijn. Deze missie gaat mislukken dat weet ik nu al, want er is een Amerikaans spreekwoord dat zegt: if you pay peanuts, you’ll get monkeys. Dat doet er allemaal niks toe, op papier moet het kloppen, want het budget is belangrijker dan de werkelijkheid. Met een strakke begroting wordt het bedrijf meer waard, en eventuele tegenvallers worden weggeschreven als incidentele lasten, zodat een potentiële koper zich daar niet druk over hoeft te maken. En zo houdt iedereen elkaar voor de gek, ten koste van de werknemer, die steevast “asset” wordt genoemd. Our people are our most valuable assets, staat er dan in een of ander verslag.

Als je ze beschuldigt van bullshit wordt dat altijd ontkend. Zo gaat dat overal waar managers werken. Liegen is hun taak. En ik trap er eigenlijk nooit in. Ik kan er alleen zo weinig mee. Ik zit ook maar te wachten tot ik een keer aan de beurt ben. Slecht verhaal eigenlijk. Een beetje vent zou nu de CEO bellen, zeggen dat hij een horse dick is en weggaan. Maar nee hoor, dat komt in me op, en daar blijft het bij. Dat weten ze, dat het zo werkt. Terwijl als wij nu allemaal stoppen met werken heeft dat desastreuze gevolgen voor het bedrijf. We zijn met vijftien maar we zouden de hele boel lam kunnen leggen. Waarom doen we dat eigenlijk niet? Om de zelfde reden als dat een gedresseerde olifant opdrachten uitvoert. Hij weet niet beter.

Providence

Ik hoorde een bekende Nederlander met een Porsche zeggen dat hij er hard voor had gewerkt en dat als je hard werkt dat soort dingen je toekomen. Ik werk ook hard, maar heb geen Porsche. U werkt ook hard maar u heeft niet allemaal een Porsche. Eigenlijk is het vrij debiele uitspraak.

Hard werken deden ze vroeger voor een hongerloon. Dit betrof een artiest met een eigen b.v. waarbij alles wat hij werkt rechtstreeks in zijn eigen portemonnee komt. Bij mij is dat anders. Of ik nu hard of zacht werk, mijn salaris is hetzelfde. Dat weerhoudt me er niet van om het zo goed mogelijk te doen. Ook het gedeelte commissie wat ik krijg verandert niets aan hoe ik mijn werk doe.

In mijn aard zit het helpen van anderen bij hun werk. Dat heeft een paar oorzaken waarvan de belangrijkste is dat kwaliteiten niet je eigen verdiensten zijn. Je wordt ermee geboren of je kreeg de kans ze te ontwikkelen. Het is mijns inziens niet de bedoeling dat je denkt dat succes geheel aan jou te danken was en dat je daarom op arrogante wijze de wereld in mag kijken.

Een andere oorzaak is dat ik vroeger door omstandigheden niet dacht dat ik zou kunnen wat ik nu kan. En daar ben ik de Providentia Dei dankbaar voor. Die voorzienigheid beledigen door te gaan lopen pochen met mijn prestaties zou gelijkstaan aan vragen om op je bek te gaan.

Massagetal

Ik liep vanochtend in Vierhouten in het bos, op een voor mij nog niet eerder betrede plek. Ik vind dat mooi, want ik ben eigenlijk ontdekkingsreiziger. Wel eentje die een hekel heeft aan verre reizen, maar in de buurt kan het mij niet ver genoeg. Ik liep over heuvels en kwam op mijn hele ronde niemand tegen, behalve een hertje. De hond was blij want ze is er weken niet goed uitgeweest vanwege een blessure. Ze rende bijna aan een stuk voor zover dat mogelijk was aan de lange lijn. Een blije hond opent alle harten behalve die van hondenhaters.

‘s Avonds moest ik mijn dochter helpen met scheikunde. En dat is razendknap van mij want ik snap niks van scheikunde. Tenminste op school snapte ik er helemaal niks van. Één jaar heb ik moeten afzien met scheikunde alvorens ik het kon laten vallen om mij te wijden aan de avontuurlijke economische richting, die ook beter paste bij mijn avontuurlijke inslag en de latente ontdekkingsreiziger in mij.

Nu weet ik wat isotopen zijn. Snap ik wat atoomnummers zijn. En wat radioactiviteit betekent. En natuurlijk het massagetal van het atoom. Dat is anders dan het massagetal van een masseur. Die geeft er gauw vier op een dag.

Grazie Mille

Non so cosa avrei fatto durante questo periodo senza il tuo supporto. Averti come collega è per me una grande fortuna e mi sta consentendo di andare avanti in questo difficile momento. Se non è così facile trovare persone generose e disponibili come te nella vita, lo è ancora di meno nel mondo lavorativo. Grazie dal profondo del mio cuore.

Mooie taal hè? Dat kreeg ik vanavond toegestuurd van een van mijn Italiaanse collega’s. Google translate in het Nederlands maakte er iets heel vreemds van, maar in het Engels werd het ineens logisch. Ik heb de afgelopen weken keihard gewerkt, voornamelijk om collega’s van de figuurlijke verdrinkingsdood te redden. Sommigen zien dat als vanzelfsprekend, anderen uiten hun waardering. Zoals Laura.

Positieve geluiden

Op woensdag ga ik meestal naar kantoor in dit tijdperk van thuiswerken. Dan zit ik in de auto en luister ik radio 1. Vroeger deed ik dat dagelijks maar toen was ik ook veel beter geïnformeerd. Vandaag de dag weet ik niet veel meer.

In elk geval, het was een noemenswaardig uurtje. Ik was Vaassen nog niet uit of ik hoorde een mij onbekend nummer, in de stijl van Queen. De zanger was naar mijn mening de nieuwe Freddy Mercury en ik wilde al naar huis bellen om het grote nieuws te vertellen. Totdat Astrid Kersseboom zei dat het ook daadwerkelijk Queen was.

Even later, ik reed op de A50 bij Apeldoorn kwam er een item dat mij trots op Nederland maakte, en dat maak ik niet vaak meer mee. Het ging over Oekraïense vrouwen die hier in het ziekenhuis bevielen. (Ik moest deze vervoeging even checken en realiseerde me dat “hij bevalt” in deze betekenis een overbodige vervoeging is.) De vrouwen kregen zorg, aandacht en eten, als ze waren bevallen kregen ze een aparte kamer, waardoor ze hun zorg uitspraken of ze dat wel konden betalen. Daar hoefden ze zich geen zorgen over te maken want dat werd allemaal geregeld. Als je in die contreien in het ziekenhuis belandt, krijg je de hoognodige medische hulp, een hele vieze maaltijd en kun je je eigen bestek meenemen. Ondanks dat wij zelf tegen een uitgekleed zorgstelsel aankijken, zien ze dat vanuit andere landen anders.

Daarna kwam er nog een item over een vrouw die voedsel bereidde voor armen, en haar barmhartigheid raakte me. Ze was van oorsprong Marokkaanse en wist hoe het was om geen geld te hebben. Ze werkte nu als vrijwilliger, en ze maakte samen met anderen, 350 maaltijden per dag. En het mooiste vond ik dat ze zei, dat als de laatste maaltijd was weggegeven en er kwam nog iemand, dat ze dan nog even snel naar Albert Heijn ging om nog een paar dingen te halen. We sturen niemand zonder eten naar huis, zei ze. Prachtig.

FC-100

Ik had vroeger een rekenmachine, dat was een beest. De keizer onder de rekenmachines. Ik kocht hem toen ik begin twintig was en ik als assistent-accountant werkte op een klein accountantskantoor in Bilthoven. Op school hadden we een Casio FX-82, ook een goed ding maar deze was beter. Een Casio FC-100. Het ding kon alles wat ik niet nodig had. Ik kon er indrukwekkend snel optellingen mee maken, met zeker 5 aanslagen per seconde, en dat was een nuttige vaardigheid in die tijd. Zo verspilde ik weinig tijd bij het controleren van een kolommenbalans.

Het ding had wel zes geheugenplaatsen en het kon annuïteiten en future values berekenen en ik had mij allemaal eigen gemaakt hoe dat moest. Je kon eenvoudig het aantal dagen berekenen dat tussen twee datums lag. Machtsverheffen was geen enkel probleem en mijn rekenmachine en ik waren een gelukkig koppel.

Op een kwade dag ben ik hem verloren. Ik ging op de fiets naar mijn werk en had hem in een plastic zak op de bagagedrager onder de snelbinders gedaan. Ik ben nog terug gefietst maar het mocht niet meer baten, iemand anders moet hem hebben meegenomen.

Ik heb nooit meer zo’n goede rekenmachine gehad daarna. Ik kocht een HP10BII terug, die misschien nog wel meer kon, maar het gevoel was niet hetzelfde. De toetsen hadden een hele andere “touch” en ik ben er nooit heel blij mee geworden.

Tegenwoordig heb ik van die goedkope rekenmachines met grote toetsen maar ik was vroeger sneller op de kleine. Ik hoef ook niet meer heel veel getallen op te tellen en meestal doet Excel dat voor me, maar nog steeds gebruik ik de calculator dagelijks. Ik zit er zelfs aan te denken om weer op zoek te gaan naar een mooie, die heel veel kan, gewoon voor de heb. Meer dan een paar optellingen en een enkelvoudige prijsverhoging bereken ik niet meer, maar daar gaat het niet om. Het gaat hier om mijn eerste serieuze liefde.