Ik kreeg een ouderwetse, maar toch nog best moderne stereotoren. Het waren de laatste versies van de stereotoren, al redelijk compact, met compact disk en dubbel cassettedeck. Een platenspeler zat er al niet meer bij, maar die had ik nog. Ik kreeg er ook een handleiding bij, maar een stereotoren heeft voor mij geen geheimen. Alleen de afstandsbediening ontbrak, maar de gulle gever kennende, gaat hij nu gelijk zoeken.
Maar verder dan dit had het nooit hoeven komen, wat mij betreft. Spotify is leuk, Sonos is aardig, maar er gaat toch niks boven ouderwetse luidsprekerboxen, een versterker en een cassettedeck. Ik heb nog bandjes van vijfentwintig jaar geleden, en het is leuk te horen wat ik toen zoal opnam. Het merendeel zijn opnames van cd’s, omdat ik toen kennelijk nog geen cd-speler in de auto had. Maar de van de radio opgenomen nummers zijn het het leukst. Kent u bang van the Riders nog? Ik had hem in geen twintig jaar meer gehoord. Niet te geloven dat ik dat opnam. I swear, van John Michael Montgomery, later nog hopeloos gecoverd door een waardeloze boy-band. En Casser La Voix, hoorde ik ook voorbij komen.
Oude cd’s die al jaren ongebruikt op zolder staan getuigen ook niet bepaald van een verfijnde muzieksmaak. Maar als je van Elvis houdt kun je nooit meer afgaan is mijn motto, dus vooruit, iets met greatest hits waar Tarzan boy op stond. Niet om aan te horen. Waarschijnlijk had ik hem gekocht voor het nummer: better of Alone van Alice DJ, of DJ Jurgen, daar wil ik even vanaf zijn.
Ik hou ook veel van Coldplay, maar ook dat wordt door mijn collega’s die wel een verfijnde muzieksmaak hebben, volledig afgebrand. Ik verbaas me over het lage aantal neuronen verbindingen in hun hersenen. Volgens hun is het slaapverwekkende muziek van lage kwaliteit, maar ze moeten nog een lange weg gaan eer zij ook volledig vrij in hun hoofd zijn en gewoon mooi vinden wat ze mooi vinden. Ik heb tussen mijn cd’s van vroeger ook nog wel spul staan dat ik niet voor mezelf kocht maar om indruk te maken op degene die in mijn platenkast keek. Bob Dylan, Oasis, en als ik ga kijken kom ik vast nog wel meer artiesten tegen die er niks van konden. The Doors, ook zoiets. De meest overschatte band aller tijden, als je het mij vraagt. Muziek. Je raakt er niet over uitgepraat.
Julien Clerc trad op in Carré en wij waren erbij. Een zanger van de oude stempel uit de tijd dat je nog moest kunnen zingen om door te breken. En hij kon het nog. Zijn zang was hard, helder en zuiver. Hij was knap, slank, donker en nog steeds vitaal. Het publiek was gemiddeld wat ouder dan wij, en aan het eind werd het een beetje gênant. Overrijpe vrouwen spoedden zich richting de bühne om daar hun danskunsten te tonen aan Julien, die ze overigens perfect negeerde door de zaal in te blijven kijken. Aan het einde had hij nog wel een handje over voor de bijna in katzwijm vallende dames.