Legomensen.

Toen ik kind was snapte ik de wereld. Mijn hersenen waren nog leeg en de informatie die er kwam was de waarheid. Als ik vroeg aan mijn moeder wáárvan er op de wereld het meeste was, en zij antwoordde: “zandkorreltjes”, dan was dat zo. Geen twijfel mogelijk. Toen ik dat in de klas (2) vertelde aan de juf verbeterde ze me en zei dat het water moest zijn, maar dat was uiteraard niet zo, want mijn moeder had anders beslist. Gelukkig zag de juffrouw haar fout in en zei dat er onder water natuurlijk ook zandkorreltjes lagen. Ondanks dat mocht ze ons toch gewoon lesgeven. Inmiddels weet ik dat het juiste antwoord moet zijn: elementaire deeltjes. Daarvan zijn er het meest op de wereld.

Hoewel ik dit nu weet, snap ik niks meer van de wereld. Want van hetgeen er dan het meeste is heb ik geen idee wat het is. Wat is een elementair deeltje? Tja, iets kleins, verder zou ik het niet kunnen omschrijven. Iets onzichtbaars en iets wat nog nooit iemand heeft waargenomen. Dat is de reden dat ik niks van de wereld snap, als je de bouwstenen niet eens begrijpt houdt het op.

De wereld is los zand, alles wat je denkt te begrijpen kan morgen anders zijn. Mensen zijn opgebouwd uit elementaire deeltjes, triljarden misschien wel, en elk deeltje is levenloos. Maar het geheel van die triljarden aan elkaar gesmolten deeltjes leeft wel en stoot woorden en daden uit. Die woorden en daden moeten we zien te begrijpen hetgeen compleet onmogelijk is. Toen ik nog niet wist dat we uit deeltjes bestonden maar dacht dat we gewoon van “mens” gemaakt waren, had ik dit probleem helemaal niet.

Waarom we elkaar niet begrijpen ondanks dat wel allemaal uit precies dezelfde deeltjes bestaan moet zijn verklaring vinden in de veronderstelling dat de deeltjes bij iedereen in een andere volgorde zitten. Als we Lego waren had ik bijvoorbeeld een keurig geordend kleurenschema, maar een ander zou bestaan uit blauw, geel, rood, groen, willekeurig alles door elkaar. En dan zouden we dat kunnen herordenen zodat iedereen gelijk werd aan mij en we elkaar begrepen. Nu het deeltjes zijn die we niet kunnen zien, laat staan vastpakken, kunnen we ze ook niet ordenen. Maar we praten wel met elkaar. Begrijpt u het nog? Ongeorganiseerde bendes deeltjes, waarvan alleen sommige deeltjesverzamelingen theoretisch kunnen benaderen wat een deeltje is, communiceren met elkaar en vinden het gek dat we elkaar niet begrijpen. Het is een hopeloze situatie.

Onvrede

Tijdens de bezetting van Nederland logeerden hier zo’n 125.000 Duitse soldaten. Kennelijk was dat genoeg om het land in bedwang te houden. Ik ken de oorlogswetten niet, maar laten we zeggen dat je op elke 100 burgers 1 soldaat nodig hebt om een land te bezetten. Hitler had in zijn hoogtijdagen ongeveer 15 miljoen soldaten tot zijn beschikking, dus kon hij een aardig gebied bezet houden, op welk idee hij dan ook gekomen was. Grootheidswaanzin en angst voor de sympathieke Britten maakten dat hij enorme gebieden in Europa bezette, waardoor hij moest wikken en wegen met zijn troepen die als gevolg van de aanvallen die ze uitvoerden, ook weer in aantal afnamen. Achteraf kan een klein kind verzinnen dat een onbetekenend land als Duitsland natuurlijk niet de rest van de wereld bezet kan houden, dus was er nooit aan begonnen, zou ik zeggen. Net als die lebensraum onzin, er was in Duitsland ruimte genoeg om de hele wereldbevolking te stationeren, dus waar maakten ze zich eigenlijk druk over? Een klein beetje boerenverstand had al die rampspoed kunnen voorkomen.

Het Nederlandse leger bestaat uit ongeveer 50.000 man, wij zouden dus net Noorwegen en Luxemburg bezet kunnen houden. Wat je daar verder aan hebt weet ik niet, en dan moet je nog hopen dat Nederland niet ondertussen wordt aangevallen door België dat zoiets natuurlijk niet gaat pikken, want dan hebben we geen soldaat meer over om tegen de Belgen te vechten. Nee, het is hopeloos. Zouden we Duitsland aanvallen zouden we hooguit Nordrhein Westfalen bezet kunnen houden, ze zien ons komen! Dat moesten we dus maar beter niet doen.

Ondertussen is het hier in Noord-West Europa al bijna 70 jaar lang vrede. Een geweldige prestatie en we hopen natuurlijk dat dat altijd zo blijft. Maar hoe waarschijnlijk is dat? Niet zo heel waarschijnlijk want in de geschiedenis barst het van de oorlogen, ook hier. Dus hoelang gaan we het volhouden? Nu is de oorlog ver weg en lijkt het alsof hij hier niet komen kan. Maar wat is er nodig voor een oorlog? Onvrede. Dat heb je natuurlijk al snel. Als ik zo op de kaart van Europa kijk, dan vraag ik mij af hoe hij eruit ziet in het jaar 2100. Zijn we dan weer twee wereldoorlogen verder, of zijn er burgeroorlogen uitgebroken? Die uitbreiding van de E.U. kan niet ongestraft zo doorgaan. Hoe meer landen erbij komen, hoe groter de kans dat zij uiteenvalt. En als zij uiteenvalt is de oorlog dichtbij, zeker als er armoede en onvrede heerst en er een populist opstaat. Die per definitie weer gedragen wordt door diezelfde armoede en onvrede. Het lijkt haast onvermijdelijk, zoals de wet van Godwin zegt dat naarmate een discussie langer duurt, de waarschijnlijkheid toeneemt dat iemand een vergelijking met nazi’s maakt. Maar ja, dat klopt altijd. Cruijff beschreef dat ver voor Godwin al met zijn uitspraak: voordat ik een fout maakte, maakte ik hem niet. Want neer komt op: hoe langer het goed, hoe nader de fout. Of zoiets.

Gebaande paden

Ik heb het uit, het spannende boek van ruim 800 pagina’s van Steven King. Ik kwam er wat moeilijk in, maar toen ik er doorheen was, zat ik er ook middenin. Het boek heeft prachtige ingrediënten zoals een reis terug in de tijd naar 1959, de tijdreiziger die daar verliefd wordt op een vrouw en die erachter komt dat zijn ingrijpen in de geschiedenis catastrofale gevolgen heeft voor de toekomst, waardoor hij weer terug moet om het allemaal ongedaan te maken. Eerst ziet het er naar uit dat hij zijn geliefde mee wil nemen naar de toekomst, maar het verleden verhindert dat en laat haar sterven. Na de “reset” moet hij het verleden laten zoals het is, kan zijn geliefde ook niet gaan ontmoeten, maar besluit haar op te zoeken in het heden. De vrouw is inmiddels 80, en heeft de hoofdpersoon nooit ontmoet, maar toch voelt ze de band die ze met hem in een ander leven had. Ontroerend en schitterend.

Nu ben ik maar in een ander boek begonnen, genaamd “het Venetiaans bedrog” maar het is niet hetzelfde. Verleden en heden lopen wel door elkaar heen, maar niet tegelijkertijd. Het boeit me maar matig, zo’n realistischer verhaal. Sciencefiction- of fantasieverhalen zijn vele malen mooier. Ze nemen je immers mee naar een perfecte wereld, of naar een wereld waar alles nog mogelijk is, zoals wanneer je jong bent en de toekomst nog open ligt. Jaren later moet je accepteren dat die open toekomst slechts voor een enkeling is weggelegd en dat geeft ook wel zoveel rust. Als je jong bent en alles ligt nog open geeft dat onrust. Want al die worsten die je worden voorgehouden hangen veel te hoog en ergens voel je dat al wel, je wilt er alleen niet aan. Onrust.

Dus wat is er mooier dan dat je in de fase bent gekomen dat de richting van de toekomst uit nog slechts een kleine hoek bestaat, maar je tegelijkertijd mee mag leven in de fantasie van bijvoorbeeld Steven King? Weinig. Ja, karten met je zoon, maar dan ben je ook even van het gebaande pad af. De wereld zoals hij is moet af en toe even vergeten en tijdelijk herschapen worden omdat dat in fantasie nu eenmaal kan. Verlies de realiteit gerust even uit het oog, maar zorg wel dat je haar terug weet te vinden. Daarom droom ik liever ’s nachts dan overdag. Wakker worden uit een mooie dagdroom is als een klap in je gezicht, maar ontwaken uit een mooie slaapdroom kan je dag beter laten beginnen.

Bijkomende relativiteitstheorie

Ik zag laatst een documentaire over planten over de gehele wereld. Nooit geweten dat planten zo interessant kunnen zijn. Zo schijnen er dus planten te zijn die dieren gebruiken voor hun voortbestaan. Nu wist ik wel dat insecten en vogels stuifzand verspreidden naar andere stampers en meeldraden, maar dat de planten ze ook daadwerkelijk gebruiken, nee, dat wist ik niet. Planten hebben kennelijk hersenen en daarmee controleren zij de dieren. En die dieren hebben geen idee. Die denken gewoon dat ze stuifmeel aan het verzamelen zijn, maar dat schijnt niet zo te zijn. Toch wel wonderlijk hoor, dat denkvermogen van hogere wezens. Wij bijvoorbeeld, maken ons zorgen over de uitstervende ijsbeer, maar de ijsbeer heeft geen idee en gaat door waar hij mee bezig was, de Noordpool verkennen.

Nu redeneren wij mensen vanuit onszelf en wij vinden dat wij observeren en controleren. Maar is dat wel zo? Worden wij op onze beurt ook niet gebruikt door planten? Of door andere wezens die we niet herkennen als zodanig? En dat die wezens zich zorgen maken over onze ontwikkeling maar dat wij denken dat we gewoon de aarde aan het bevolken zijn? Kan natuurlijk makkelijk. Wij denken natuurlijk van niet, maar bekijk het eens vanuit het perspectief van de mier. Die bouwt zijn infrastructuur in de mierenhoop en dat is zijn wereld. Hij heeft geen idee van de menselijke soort, simpelweg omdat zijn denkvermogen dat niet toelaat, denk ik. Maar zo kan het dus ook goed mogelijk zijn dat ons denkvermogen of misschien onze zintuigen niet toelaten dat wij onze meerderen niet waarnemen.

Vanuit dat perspectief ziet de wereld er ineens heel anders uit. Niet vanuit onze zintuigen, maar vanuit ons denkpatroon. Want ja, wat zouden we ons nog langer druk maken? Straks komt er zo’n rotjong die de mierenhoop in elkaar trapt. Daar doen we niks aan. Na de speciale en de algemene relativiteitstheorie is het nu, 100 jaar later tijd voor deze derde variant, die alleen nog even in formulevorm gezet moet worden.

De slakkenman

In China is een man die dagelijks zijn huis op zijn rug draagt. Hij bouwde het van bamboe, het is regendicht en het weegt 60 kilo. De man verkoopt flessen om in zijn levensonderhoud te voorzien. Hij is een nomade, een zwerver, hij hoeft alleen niet te vechten voor zijn plekje onder de brug. Hij heeft zijn leven dus 100% comfortabeler gemaakt doordat hij nooit meer nat regent of een slaapplek moet zoeken. Ik verviel weer in een oude gewoonte door me af te vragen wat de zin van zo’n leven is. De zin is om in leven te blijven. Nee, dan hebben wij het hier stukken beter voor elkaar. Wij staan op, werken, internetten en slapen. Soms doen we iets leuks en heel soms gaan we op vakantie. Wij gaan elk jaar naar een andere plek in Frankrijk voor de afwisseling. Want afwisseling is het medicijn tegen verveling.

Maar is het leven van een rijke westerling wel zinvoller dan dat van een arme Chinees? De westerling zou niet willen ruilen maar de Chinees waarschijnlijk wel. Met geld kun je de verveling verdrijven en verveling haalt de zin van het leven weg. Hoe meer je je verveelt, hoe zinlozer het bestaan. En daar zit hem net de crux. De arme Chinees verveelt zich niet omdat hij hard moet werken om in leven te blijven. Als hij ’s avonds eten heeft is hij gelukkig. Dat hij niet meer nat regent maakt hem zielsgelukkig. Als hij sterft, in zijn zelfgebouwde huis, is hij trots op wat hij heeft bereikt. Zijn leven was niet zinloos.

Je zult dus moeten afzien in dit leven om de momenten dat je mag rusten te waarderen. Daar is een spreekwoord over, dat, nu ik erover nadenk heel zinvol is, zoals alle spreekwoorden. Na gedane arbeid is het goed rusten. Hoe rijker je bent, hoe minder zorgen je hebt, hoe zinlozer je bestaan. De enige lol die je nog beleeft is je te omgeven met mensen die het minder rijk hebben dan jij. Zij zullen tegen je opkijken maar na een paar maanden zul je ze moeten inruilen tegen nieuwe mensen die tegen je opkijken omdat de eerste groen en geel beginnen te zien.

Dit is waarom ik me altijd zo goed voel als ik een klusje heb gedaan. Vandaag was het een simpele kraan repareren, maar het geeft voldoening. Morgen ga ik het terras dat wij tuin noemen, vegen mits het droog is, want ik draag tenslotte geen huis op mijn rug. Maar een slakkenman uit China kan een Nederlander zo maar aan het denken zetten.

Lekker belangrijk

Als je vroeger voor je werk naar het buitenland moest, dan klonk dat best interessant. Als je een auto van de zaak had, was je of vertegenwoordiger, of belangrijk. Inmiddels moet ik ook naar het buitenland voor mijn werk. Eigenlijk hoor je te zeggen “mag” want dat impliceert dat het een eer is, en dat je de nobele opdracht hebt aanvaard. Zo niet, ik. Ik moet, want ik vind er niet veel aan. En of het belangrijk is waag ik te betwijfelen. Is niet alles tegelijkertijd belangrijk en onbelangrijk? Is het koningschap belangrijk? Een aantal jaren terug had ik een baas die vond alles “buitengewoon belangrijk”. Maar als alles buitengewoon belangrijk is, is alles daarmee ook gelijk onbelangrijk geworden. Want belangrijk moet toch voorbehouden blijven aan degenen die meer weten of kunnen.

Het woord belangrijk houdt in dat iets van groot belang is. Dus dat als het niet gebeurt, het desastreuze gevolgen heeft. Zo is het belangrijk dat u kunt zwemmen, en uw gezondheid is belangrijk, en dat er politie is, dat is ook belangrijk. Tenminste, zolang er wetsovertreders zijn. Anders is het niet belangrijk dat er politie is. Dan was de wet voldoende. Belangrijk is ook dat een mens zich een beetje op zijn gemak voelt en dat hij de wereld om zich heen respecteert. Ouders zijn belangrijk voor een kind, de bakker is belangrijk, en een ziekenhuis is belangrijk. Een schoon milieu is belangrijk en zo zijn er tal van belangrijke dingen die belangrijk zijn.

Er zijn ook onbelangrijke dingen. Die zijn er eigenlijk nog veel meer. Onbelangrijk betekent dat het niet uitvoeren, het missen of het niet hebben van iets, weinig tot geen gevolgen heeft voor de verdere loop der dingen. Daar barst het dus van. Het probleem is dat de begrippen onbelangrijk en belangrijk vaak verward worden. Belangrijke mensen bestaan er eigenlijk niet. Ik kan nu niemand verzinnen die iets kan of regelt wat van onschatbare waarde is voor de wereld. Dat als diegene nu dood neer zou vallen, de aarde stopte met draaien. Misschien zijn er wel zulke mensen, maar daar heb ik dan geen weet van. We kunnen iemand wel belangrijk maken, maar iemand anders kan op het zelfde moment denken: “lekker belangrijk”.

Ik ga natuurlijk wel straks een beetje achteloos rondbazuinen: “nee, dan kan ik niet, dan zit ik in Stockholm.” Want aanzien is belangrijk. Eigenlijk betekent belangrijk niks. Belangrijk is een kwestie van persoonlijke voorkeur. Pas als we een doel stellen, kunnen we bepalen wat belangrijk is om dat doel te realiseren. Zo kan een doel op zich onbelangrijk zijn, maar als je dat onbelangrijke doel wilt realiseren, is het toch belangrijk dat je dat doel nastreeft.

Aan het einde van de dag, en dat is nu ongeveer, heeft u van dit logje niks opgestoken wat belangrijk was. U wist het allemaal al en er staat niks nieuws in. Maar het kan zijn dat u het belangrijk vindt dat u wat ontspant en niet teveel wilt nadenken op dit uur. In dat geval is het belangrijk dat u dit leest.

De functie van onmetelijkheid

Ik heb vanavond de wereldkaart bestudeerd. Ik ben tot de conclusie gekomen dat de wereld groot is in de ogen van een mens. Echter, vergeleken bij Jupiter stellen we niet zo heel veel voor. Jupiter is een skippybal, de aarde is een tennisbal. De zon is echter weer velen malen groter dan Jupiter maar de zon is op haar beurt maar weer een klein sterretje. De grootst bekende ster heeft een diameter van 2,8 miljard kilometer, terwijl die van de aarde slechts 40.000 kilometer bedraagt. Schaal 1: 70.000, honderden miljarden keren groter. Ik bedoel, wat is groot. Het licht zou er al 2,5 uur over doen om die ster rond te trekken, terwijl het met de aarde in een fractie van een seconde klaar is. Dan hebben we het grootste object in ons heelal gehad, en zelfs dat grote object is zo klein dat het praktisch niet meer waarneembaar is in een melkwegstelsel. Van melkwegstelsels zijn er weer miljarden, dus waar hebben we het eigenlijk over als we het over groot hebben? En dan heb ik het alleen nog maar over het ons bekende heelal.

De mens is de enige ons bekende soort in het hele heelal die in staat is zich af te vragen hoe groot groot is. Wij zijn zo intelligent dat we ons allerlei dingen afvragen die de relevantie voorbij gaan. Een hond maakt zich hooguit druk om de grootte van een bot, of om de grootte van een andere hond, en hij kan dat aardig inschatten. Een slang wil zich nog wel eens vergissen in de grootte van een prooi, en spuugt hem dan weer uit, met de pest in dat hij grootte niet feilloos kan inschatten.

Ik vind het op zijn minst vreemd wat de bedoeling van de onmetelijkheid is. Op zich zouden we genoeg hebben gehad aan een aarde met een dampkring er omheen. Goed, de zon hebben we nodig, de maan en wat sterren, maar daar had een grote koepel omheen kunnen zitten en dan was het goed geweest. Echter, dan hadden wij ons nu toch echt afgevraagd wat er zich achter die koepel zou bevinden. Wij zouden dat verdacht vinden en de speculaties zouden niet van de lucht zijn. Nu zit die koepel aan de rand van de onmetelijkheid en hebben we daar minder moeite mee. Het is de ver van mijn bed show. De grootte van het heelal zorgt ervoor dat we niet achterdochtig worden. Dat moet de functie van onmetelijkheid zijn.

http://www.youtube.com/watch?v=2LUQVzerseI&feature=youtube_gdata_player

Gedane zaken

Het leven gaat zoals het gaat en het volgt een weg die we alleen achteraf kennen. We hebben geen idee wat er morgen gebeurt, maar weten wel precies wat er gisteren gebeurde. En al die dingen die gisteren gebeurden vormen onze herinneringen, en in zekere zin maken die herinneringen deel uit van ons heden. Ze hebben ons leven gemaakt tot wat het nu is. In het verleden zijn er belangrijke dingen gebeurd die bij iedereen een plaats hebben gekregen. Want wat als Elvis niet had geleefd, hoe zou de muziek eruit hebben gezien? Hoe zou de Formule 1 geweest zijn als daar niet Ayrton Senna was geweest om zijn gave aan de wereld te laten zien? Als Cruijff hier niet rondgelopen had, hadden ze dan in Zuid-Amerika geweten wie wij waren?

Er waren Lennon & McCartney, er was Queen, en er was Grease. Er was Maradona en er was Van Basten. Er was de Tweede Wereldoorlog en er was Avro’s Toppop yeah. Allemaal mensen en gebeurtenissen die gebeurd zijn en onderdeel zijn van een grote collectieve herinnering. Niemand weet hoe de wereld eruit had gezien zonder een van deze elementen. Maar het gaat veel verder dan dat. Alles wat gebeurd is, is gebeurd. Misschien ging u vroeger ergens rechtsaf in plaats van links en heeft dat de loop van de geschiedenis beinvloed zonder dat we het weten. Een kleine koerswijziging betekent een totaal andere bestemming.

Zijn we compleet, dat is wat ik me regelmatig afvraag. Mist er niet een belangrijke gebeurtenis in het verleden die had moeten gebeuren maar niet gebeurd is omdat er iemand links ging in plaats van rechts. Was het leven niet veel logischer geweest als die gebeurtenis die nu niet gebeurde, onderdeel zou uitmaken van onze collectieve herinnering? Missen we niet een uiterst belangrijk persoon in de wereldgeschiedenis? Een wetenschapper of een componist? Een politicus? Of gewoon een song die zich steevast in de top 4 van de top 2000 aller tijden had genesteld? Mijn oudere broer Ralf, waar ik ooit over geschreven heb, de grootste schaatser die de wereld ooit gezien had, ware het niet dat hij nooit geboren werd? Vragen, vragen, vragen. Ik weet niet eens of het wel zin heeft om je dit soort dingen af te vragen, omdat je het moet doen met wat er is en wat er was. Want dat ligt vast. Wat er komt ligt nog niet vast. Morgen gebeuren er dingen die overmorgen niet meer veranderd kunnen worden. Maar nu kan het nog alle kanten op met morgen.

Tja. Ik kwam hier op omdat ik een liedje hoorde waarvan ik zeker weet dat het een ontbrekende herinnering is. Het is recent, maar het had al in 1976 uitgebracht moeten worden. Dat was logisch geweest. Dan had ik dit knagende gevoel niet gehad want dan had alles op zijn plek gelegen. Dan had je de Carpenters gehad, maar ook Rumer. En dat hadden we logisch gevonden. Ja, zo zit het denk ik.