Mannetje

Linda wil nogal eens vroeg opstaan om met de hond te gaan wandelen, zo ook in Frankrijk. Hier zoekt ze wandelroutes en rijdt er met de auto naartoe. Vanochtend stond ze om zes uur op en vertrok. Om zeven uur stuurde ze een appje met: ik heb een probleem. Om tien voor negen las ik dat pas en schrok. Ik appte terug en keek op haar locatie en zag dat ze al een uur op dezelfde plek stond. Ik kreeg geen antwoord en ik belde. Ze nam niet op en ik werd ongerust. Ik schoot in mijn kleren maar kon geen kant op, maar toen stuurde ze een foto.

Ze stond vast met de auto. Ik was enigszins opgelucht, gezien haar geschiedenis blijf je altijd alert, en bedacht wat ik kon doen. Niet veel. Ik dacht eerst om er met de mountainbike heen te gaan, maar dat zou haast gekkenwerk zijn, dus ik zocht een taxi. Een vrouw in een ander land in een dergelijke situatie moet bijstand hebben.

Toen stuurde ze een spraakbericht dat ze iets aan het regelen was en dat ze me wel op de hoogte zou houden en of er een touw in de auto lag. Dat lag er, en ik wachtte af. Ik ging maar stofzuigen en de keuken opruimen, dat was nog niet gebeurd, dat eerste zelfs in twee weken nog niet. Ik kreeg weer een berichtje dat ze dacht dat er een tractor kwam en even later kreeg ik deze foto:

Toen volgde ik haar via de locatie en ik wist niet zeker of ze nu reed of niet. Dan stond ze weer stil, dan reed ze met 7 km/u, helemaal gerust was ik niet. Reed ze of liep ze?

Een paar minuten later zag ik fatsoenlijke snelheden en kwam ze weer deze kant op. Ik bereidde mij vast voor op nog naar de bakker moeten en met de hond naar het water, want dat was haar doel, maar gezien de paniek was dat in het water gevallen.

Toen ze hier langs kwam rijden zat ik in de tuin en hoorde een vrolijke toeter. “Gelukkig, daar zit nog leven in,” dacht ik. Toen stapte ze uit met een stokbrood onder haar arm en ze was gewoon aanspreekbaar. Ik had gedacht een uitgeputte en huilende vrouw aan te treffen. Er kwam een enthousiast verhaal over hoe mooi het daar was en dat Lori overal kon rennen en zwemmen. Ja maar, mijn mannelijke heldenrol dan? Oh, ze had zichzelf vastgereden maar omdat het zo vroeg was kon ze nog nergens aanbellen en was ze eerst gaan wandelen. Daarna wilde ze ergens bellen maar toen kwam ze -voor de tweede keer in een hulpbehoevende situatie- Nederlanders tegen. En die Nederlanders hadden een Franse schoonmaakster en die schoonmaakster regelde iemand met een trekker. Ondertussen had ze de garage in Nederland gebeld die haar vertelde hoe het sleepoog werkte.

Waar het dus op neerkomt, zij staat haar mannetje in doodenge (ja toch) situaties en ik ben goed in stofzuigen. Het is ook toch niet gek dat ik soms last van midlifecrises heb?

Avond.

Er is hier op zondagavond een lokale markt waar etenswaren uit de streek worden verkocht volgens het bord. Vorige week liepen wij er al even overheen en zagen de Fransen massaal aan tafels zitten met eten en drinken. Dat wilden wij ook wel, dus de volgende zondag, gisteren dus, togen wij ernaartoe.

Het was bloedheet nog, maar even snel douchen, een schoon shirt en een vleugje eau de toilette en wij konden ons mengen onder de plaatselijke bevolking van Zuid Frankrijk. Wij zouden er in op gaan, en in het Frans converseren over Molière en Honoré de Balzac. Wij zouden de fijnste wijnen proeven en ons de geneugten van de streek laten welgevallen.

Dus, toen we daar kwamen zagen we frites met magret de canard, foi grasse, rosé en allerlei salades. Ze hadden niet eens frikandellen. Bovendien liepen alle Fransen met een bord in hun hand dat ze kennelijk van huis hadden meegenomen. Toen ik iets van aanstalten maakte om in een rij te gaan staan zag ik dat ze allemaal een blauw briefje met daarop iets geschreven in hun hand hielden. Ook geen idee waar ze glazen of bestek vandaan haalden. En ondanks dat ik normaal makkelijk het werk van Jean-Paul Sartre uitdiep, kon ik nu even niet op het woord bestek komen, de warmte waarschijnlijk, en ik wilde ook niet overkomen als een onervaren Noorderling, wat ik ook helemaal niet ben natuurlijk. Alleen al mijn voornamen (Maurice Emile) stralen uit dat Frankrijk geen geheimen voor mij heeft.

Goed, we keerden dus onverrichter zake terug naar ons huisje wat 150 meter terug was en aten daar sla, gebakken aardappels en steak hachee. Dat dan weer wel.

Ochtend.

Vanochtend toen ik de hond uitliet en een andere weg nam kwam ik op een weggetje naar beneden langs een uit de toon vallend gebouw. Het was rechthoekig, uit beton opgetrokken en het had om de zoveel meter een vierkant raam. Het had meerdere etages, ik denk drie, en er kwamen rare geluiden uit de openstaande ramen. Was het seks of was het gewoon raar geschreeuw? Woonden er aso’s of drugsverslaafden of zo?

Toen ik terugkwam besloot ik het AI te vragen. Ik weet inmiddels dat als je AI goed voedt en zelf het meeste speurwerk doet, het uiteindelijk met het juiste antwoord kan komen. Dus ik schreef wat ik gezien had en gaf daarbij aan dat het in het Noordwesten van Monclar was.

AI doet dan net of het je de zorgen uit handen neemt en gaf aan dat het de plaatselijke modelbouw motorclub of iets dergelijks was, en dat het geschreeuw wat ik hoorde waarschijnlijk van enthousiastelingen afkwam en dat ik niet zo wantrouwig hoefde te zijn en wellicht eens naar binnen kon gaan omdat ze dat bij die club wel op prijs stelden. Van die overbodige bemoeizucht waar je niks aan hebt, en bovendien wat hij me op de kaart liet zien was in het zuiden. Dus ik wees hem daar op.

Het gebruikelijke geneuzel, sorry, bedankt voor je oplettendheid, bla bla, laten we het proberen op te lossen. Terwijl ik denk, ik stel een vraag die die motorclub al uitsluit, dus blaas eens iets minder hoog van de toren, gast. Maar Ai heeft geen gevoel, het doet alsof, en blijft zo doen.

Goed, nadat ik op de kaart gezocht had waar ik gelopen had, en zei dat ik tegen de achterkant aan keek, dus dat de voorkant waarschijnlijk aan die en die straat lag, kwam hij met het juiste antwoord. Een zorginstelling voor volwassenen met een verstandelijke beperking. En of ik daar niet eens een bezoek wilde brengen want, bla bla.

Het avondverhaal is nog mooier, maar dat typ ik morgen als ik het nog over weet te brengen in de 40 graden die voorspeld wordt.

40

Ik bemoei me nooit met de keuze van het vakantieadres, omdat dat nu eenmaal lastig genoeg is. Ik geef slechts mijn medegoedkeuring als ze wat gevonden heeft. Vorig jaar was het prima, en nu op sommige punten nog beter. Alleen één ding was ik vergeten te checken, en dat hoorde ik op de heenweg; er zit geen airco in het huis.

En laat dit nu ook net de heetste vakantie ooit worden met temperaturen tot boven de 40 graden. Vannacht was de eerste hete nacht. Nadat ik eerst beneden 15 vliegen had doodgeslagen en daarvan moest bijkomen, lag ik zwetend op een bloedheet matras, de ventilator aan, op mijn telefoon te wachten tot ik het koud zou krijgen. Op de slaapkamer zaten ook vliegen, want ik had overdag de deur open laten staan. Steeds als je zo’n kreng verjoeg voelde je hem twee tellen later weer ergens op je lichaam.

Bloedirrirant, maar ze waren loom geworden. Door de avond of de warmte, dat weet ik niet, dus ik kon ze doodslaan. Alleen als ik er een had, landde de volgende alweer op mijn scherm. Vier heb ik er nog geplet. Gadverdamme.

Uiteindelijk viel ik in slaap. Het viel nog niet tegen. Maar het wordt nog warmer vandaag. Misschien dat ik mij helemaal inspuit met antimuggenspray en buiten ga slapen.

Hittegolf.

Het is hier heet, canicule zeggen de Fransen, en dit is de eerste dag. De vorige dagen waren slechts 30 of 31, vandaag wordt 34 voorspeld. Volgende week 39 op mijn site, 41 op die van Linda. 34 stelt niks voor hier, ik zit onder de parasol bij het zwembad en de thermometer die op de goede plek hangt geeft slechts 28 aan. Mijn auto gaf 32 aan, dus laten we zeggen dat het 30 is.

Gisteren liep ik met Lori in de volle zon, dat was pas warm. Maar wij gaven beiden geen krimp. Hier lijken ze zich ook niet druk te maken over de warmte. In Nederland had dit allang geleid tot verontwaardigde reacties op Facebook, en er zou ook zeker een schuldige worden aangewezen, waarschijnlijk uit linkse hoek.

Ik liep daar ergens, het groene veld in het midden zijn zonnebloemen, ik liep in het dorre veld links. Vanuit daar had ik uitzicht op onze parasol, maar ik kon niet rechtstreeks ernaar toe en moest weer over het zinderende asfalt en Lori in de berm. Op de terugweg kwam een vervaarlijk blaffende Duitse herder ons achterna, maar wij gaven wederom geen krimp, en de Duitser erkende zijn gelijke in de Hollandse, ondanks dat Lori een slagje kleiner is. Het is hier goed, u moet dit huis een keer boeken.

Ik help de eigenaar, die in Nederland zit, een beetje met zijn onderhoud. Zo heb ik de parasol gesmeerd, een fietspomp gekocht om de banden van de mountainbikes op te pompen, ik draaide een loszittende bout aan en zo komen we er wel.

Vanavond barbecue, nu een biertje. Die zijn wel verrekte klein hier, dus misschien wel twee. Of drie.

D.D.R.

Ik las een boek over wat zich indertijd aan de oostzijde van het ijzeren gordijn afspeelde. Deze grens tussen oost en west en het leven van de anderen fascineerde mij als kind al. Een keer in de jaren zeventig ben ik in de buurt geweest en zag de hekken. Volgens mijn vader hadden ze ons allang gezien, wat misschien zo was, maar ze zullen ons in tegenstelling tot wat ik toen dacht, allerminst interessant gevonden hebben. Het IJzeren gordijn was er immers om de eigen bevolking op te sluiten, niet om Westerlingen buiten te houden.

En daar wist je natuurlijk al dat er iets goed mis was. Er was in de DDR een strook van vijf kilometer vanaf de grens die verboden gebied was voor burgers. Dan was er een signaalwand van twee meter hoog, waarvan vluchtelingen uit het boeren- en arbeidersparadijs dachten dat het de grens was, maar het hek gaf slechts een signaal door aan de grenswachten die een schietbevel hadden. Via betonplaten konden ze zich razendsnel naar de plek begeven waar het signaal vandaan kwam om de vluchteling te arresteren, mocht deze nog niet omgekomen zijn door het volgende mijnenveld of de muur die automatisch fragmenten ijzer in het rond begon te schieten. En dan was daar pas de drie meter hoge muur waar de bondsrepubliek West Duitsland begon.

De hele DDR was corrupt en bang. Overal zaten mensen die aan de Stasi rapporteerden, dus iedereen hield zijn mening voor zich en ging mee in het systeem. Bij de minste of geringste kritische uiting op de heilstaat kwam er een aantekening in je dossier en kon je een verdere carrière vergeten. Het systeem zelf maakte geen fouten, dus als ze gemaakt werden, verdwenen ze uit het dossier, of er verdween iemand in een psychiatrische inrichting. Er werd psychologisch gemarteld, mensen werden onder druk gezet, bedreigd, en ze werden slaap onthouden of moesten lang in een houding staan waardoor ze vanzelf zwichtten.

In de Sovjet-Unie onder Stalin was het zo mogelijk nog erger. In Belarus werd ongeveer elke intellectueel naar de Goelag gestuurd zodat alleen mensen die geen vragen stelden overbleven. Na zijn dood kaartte het systeem zijn misdaden aan, maar Poetin heeft de geschiedenis weer veranderd en in de geschiedenisboeken op laten nemen hoeveel Stalin voor de Sovjet-Unie heeft betekend. Naar schatting twee miljoen Duitsers zijn na de oorlog door zijn toedoen omgekomen, en natuurlijk had niemand daar medelijden mee. Maar Stalin deed amper onder voor Hitler en wordt tegenwoordig weer als held vereerd. Maar dat geldt ook voor Hitler trouwens.

Het systeem was van binnen al kapot voordat het begon. Het wantrouwen zit nog altijd in de mensen. Mijn Duitse baas heeft het nog altijd over Ossies. Hele generaties hebben niet geleerd voor zichzelf te zorgen en worden ook wel Jammerossies genoemd. De schrijfster van het boek trekt de vergelijking met een leeuw die in gevangenschap is geboren en ook geen prooi weet te vangen. Veel Oosterlingen zouden weer terug naar die tijd willen waar de staat voor je zorgde als je meeliep met de meute. Waar eten en een warm bed was en je geen verantwoordelijkheid hoefde te nemen. Ze zien het niet als een slechte tijd en stemmen daarom vaak op een nationalistische partij in de hoop dat die hun eigen verantwoordelijkheid weer wegneemt. Het is jammer dat zo’n systeem alleen kan bestaan door aanwezigheid van verraders, zijn natuur vernietigt, inwoners onderdrukt, misstanden ontkent, de bevolking voorliegt en waar de top zich verrijkt, anders leek het me wel wat.

Ezels

Beneden ons staan een paard en een aantal ezels. Daar kwam ik achter door het luide gebalk dat hier regelmatig te horen is. Nu ik het een tijdje geobserveerd heb zie ik wat er aan de hand is. Een mannetje is hitsig en beproeft zijn geluk. Het vrouwtje begint luid te balken en trapt met beide poten achteruit. Het geluid klinkt als het oppompen van een luchtbed waarbij de pomp op de terugweg valse lucht aanzuigt.

Verder maakt de enorme parasol een irritant geluid dus ik kocht in de winkel het wondermiddel wd-40 maar ik kreeg het ding niet stil. Bij elk zuchtje wind dat irritante gepiep dat me uit mijn concentratie haalde. Pas na een uur had ik het juiste gat gevonden en spo…legde hem het zwijgen op bedoel ik. Ik was trots dat het gelukt was en zei de rest van de dag met de regelmaat van de klok hoe stil die parasol was. Hoor maar….

Over ezels gesproken, ik hou niet van te lang luieren dus ik ging met Lori naar het water, 120 meter lager en twee kilometer verder. Het was een open weg met nauwelijks schaduw en terug moest ik die 120 meter ook weer klimmen. Ik had geen pet op en ik had geen water bij me en ik hoorde mijn thermostaat schreeuwen dat hier snel een einde aan moest komen. Hijgend kwam ik weer boven. Lori ook, maar die was nog nat van het water en bovendien hijgt ze altijd. Ik minder. Ik was blij dat ik er was. Volgende keer, pet en water. Dan is het een makkie.

Beter

Natuurlijk ging er weer een lampje branden. En nog een waarschuwing voor te lage bandenspanning terwijl ik dat net een dag daarvoor gecontroleerd had. Een band had een heel klein beetje lucht nodig en de melding verdween, iets dat je vroeger nooit zou opmerken, gewoon gedoe om niets. Dat motorstoringslampje weet ik niet, we hebben dat elk jaar, of het nu een Nissan, een Peugeot of een Volvo is, dat maakt niet uit. Het zal aan mijn rijstijl liggen. Alleen Fiat’s en Alfa’s hadden het niet, die begrepen mij waarschijnlijk.

We zitten in Monclar d’Agenais, volgens de kaart heet het Monclar, maar op de borden staat toch echt die toevoeging erbij. Het zal iets met de stad Agen te maken hebben. Zoals Apeldoorn ook wel Apeldoorn van Vaassen wordt genoemd door kenners. Er is hier vrijwel niks, dus ik reed naar de bakker 15 minuten verderop en haalde daar twee baguettes. Quelles baguettes, waren het volgens de verkoopster. Ik zeg, oui, quelles baguettes, ze houden hier kennelijk van toevoegingen.

Naast de bakker stond op straat een vrouw. Ze was dik, armoedig en at een droog stuk stokbrood. Ik gaf haar twee euro. Ze moet een ellendig bestaan hebben, zwervend in de straten van een klein dorpje. Dan hebben wij het stukken beter.

Gîtes

We zitten in de buurt van Vierzon, in een soort B&B, maar dan met meerdere gasten. De eigenaresse is Française en kwam een praatje houden terwijl wij op het terras zaten. Dat begint al goed natuurlijk. Er staan meerdere oude vertrekken (gites) en er is een gezamenlijke binnenplaats. Het is hier stil, op een krekel na en af en toe een auto. Heel wat beter dan dat gare hotel waar we vorig jaar zaten.

De hond kan hier uitgelaten worden, dat was in Part Dieux in Lyon zowat onmogelijk. De auto is comfortabel en we hebben een koelbox op de 12 volt aansluiting. Belangrijker, er zit bier in. Dat kun je soms missen na een lange reis.

Morgen verder naar de Lot. You hate the fucking lot, zingt Lola Young. Maar daar bedoelt ze niet de rivier of de streek mee. Maar wel leuk om te zingen. Het wordt wel heet, en dat vind ik overdag wel lekker, maar ik moet zeggen dat deze koele avond buiten ook niet te versmaden is. Nou ja, je kunt niet alles hebben.

Tijdreis

Ik was inspiratieloos en moe. Ik had laat vakantie en ik moest voor een paar collega’s waarnemen. Ik heb, vind ik zelf, buitengewoon gepresteerd op mijn werk, maar dat weet verder niemand, behalve Linda die het aanhoorde en er de spot mee dreef toen ik het vertelde.

Maar ik heb het gehaald, vandaag was mijn eerste vakantiedag en morgen vertrekken we. Er gaan geen kinderen meer mee, alleen de hond. Dus er gaat als het goed is verbetering komen in de frequentie van mijn verhaaltjes.

Het wordt weer Zuid Frankrijk, ik weet niet of ik ooit nog een ander land ga bezoeken in de zomervakantie. Het is niet eens dat ik Francofiel ben, ik heb nu immers een Volvo, en Franse kaas kan me gestolen worden. Maar het is die jaarlijkse reis naar het verleden die ik niet wil missen. De wegen, de borden, de plaatsnamen, de korenvelden, de hitte, de taal, ik kan er niks aan doen, het brengt me allemaal terug naar een tijd die ooit was.

Deze tijd is anders, niet slecht, maar minder magisch. En altijd fijn dat jullie mijn geneuzel willen aanhoren. Dat maakt deze tijd mooier dan hij eigenlijk is. Ach, het valt ook wel mee als je geen journaal kijkt of internet leest. Dan is er vrij weinig aan de hand.