Mijn verhalen spelen zich veelal in het bos af, zo ook de volgende. Ik heb er wel compleet de schijt van, en ik hou niet van vloeken op dit medium, maar godverdomme, nou maakten ze me echt kwaad! (en ik waarschuw u vast, het wordt een goor verhaal)
Gisteren liep ik in het bos met de hond, en identificeerde een menselijk uitwerpsel, gewoon een gore drol met doekjes erbij. De hond is daar gek op, dat walgelijke schepsel, dus ik sommeerde haar door te lopen, wat ze ook deed. Toen ik even later omkeek stond ze stil, en ik wist al hoe laat het was. Ik sommeerde haar te komen, en normaal is dat het teken om nog even snel te doen wat niet mag. Maar ik liep al dreigend in haar richting en ze koos eieren voor haar geld.
Vandaag liep ik er weer langs, echter op twintig meter afstand. Ik hield de hond in de gaten, maar alles leek normaal. Totdat ze ineens een sprint inzette en ik weer wist hoe laat het was. Ik zette ook een sprint in, al tierend, en dacht dat ik er eerder zou zijn omdat de hond in de verkeerde richting liep. Maar nee, ze liep precies goed in een rechte lijn recht op haar doel af, en toen ik er was, was er al een hap uit verdwenen. Ik schold de hond verrot, gaf haar een schop (niet te hard) en zei dat ze “gauw” door moest lopen. Dat deed ze en ik besteedde er verder niet meer te veel aandacht aan.
Een kwartiertje later was ik haar weer kwijt en liep een paar meter terug. Ik zag haar ergens vijf meter van het pad af, en ik zag weer zakdoekjes en stront liggen. Wat bezielt die idioten die in het bos gaan zitten schijten??!! Wat is dat godnondejuu voor manier van doen? De hond had het alweer te pakken en deze keer riep ik haar bij me te komen. Nu wist zij al hoe laat het was en ik greep haar bij haar nekvel en tilde haar op. “Wat heb jij gedaan”, tierde ik. Ik gaf haar weer een schop en gebood haar door te lopen. Ze bleef schuldbewust voor me lopen, en elke keer als ik te dicht in haar buurt kwam, of ik maakte een iets afwijkend geluid, schoot ze weer naar voren.
De hele verdere weg heeft ze voor me gelopen, in één lijn naar de auto, waar ik ik normaal gesproken veel eerder aankom en ik moet wachten terwijl ze tergend langzaam de laatste vijftig meter aflegt. Vervolgens moet ik tien keer zeggen dat ze in de kofferbak springt voordat ze het uiteindelijk doet. Nu niet. Nu hoefde ik niks te zeggen en ze sprong er in één keer in, die strontvreter.
Goed, mijn hond is walgelijk, maar die bosbouters kan ik wel vernielen. Dit is bepaald niet de eerste keer dat ik het meemaak dat mijn hond menselijke schijt opspoort. En waar ik de auto geparkeerd had lag het ook weer vol troep.
Mensen zijn walgelijk.