Musje

Vias Plage 25-7-2016

Toen we ’s avonds terugkeerden van een avondje kermis (eigenlijk is het al 26 juli nu) en we nog even rust probeerde te vinden op de veranda, zat er ineens op minder dan twee meter afstand, een musje op een tak. Het leek een slaapplaats gevonden te hebben en liet zich niet door onze aanwezigheid wegjagen. 

Het leek een tactiek toe te passen die erop neerkwam dat het net deed of hij ons niet zag, en wij het musje dientengevolge ook niet. Op zeker moment draaide het ook zijn kopje in slaapstand zodat het ons echt niet meer zag. Nu heeft het van ons niks te vrezen, maar of je ver komt met zo’n instelling is de vraag. Voor hetzelfde geld zijn wij kille dierenbeulen met een luchtbuks. Aan de andere kant, waarom zou je  argwanend de wereld tegemoet treden? Als je achter elk mens een potentieel terrorist vermoedt, heb je ook geen leven. De kans dat je oog in oog komt te staan met een actief terrorist is verwaarloosbaar klein.

Het musje weet dit alles niet en moet een beslissing nemen. Vlieg ik weg en zoek ik een nieuwe slaapplaats, of vertrouw ik deze mensenkinderen? De moraal van dit verhaal: wie goed van vertrouwen is heeft het snelst een slaapplek. 

Toeristen

Vias plage, 23-7-2016

Als je op een camping verblijft kun je natuurlijk niet ook daadwerkelijk op de camping verblijven. Daar wil je wel zo nu en dan van af. Wij begaven ons naar de dichtstbijzijnde Saint. Ik ben zijn naam vergeten en wil hem me ook niet meer herinneren. Iets met een traptreintje en een oude spoorlijn.

Geen Fransman die erin trapt maar wij betaalden 40 euro om eigenhandig drie kilometer heen en drie kilometer terug te trappen. Moest je op het keerpunt je eigen treintje nog keren ook. Daar zat de familie Mack, compleet voor paal in een debiel traptreintje dat helemaal niet door mooie natuur ging, maar langs autowegen met daarop naar ons claxonerende Fransen die het wel vermakelijk vonden, die zichzelf in het zweet trappende Hollanders. Ik trapte hard zodat ik er ook weer snel vanaf zou zijn. Werd me ook nog gevraagd of het leuk was door de uitbater. 

We sloten af in Cap d’Agde, een plaats die u rustig kunt overslaan. Om de dag compleet te laten mislukken aten we bij McDonald’s. Een leuk restaurantje doen we alleen als iedereen in opperbeste stemming is. 

Noodgedwongen 

Vias-Plage, 22-7-2016

Ik ben een boek aan het lezen waarin ik helaas vóór de vakantie was begonnen, en het nu noodgedwongen moet uitlezen. Het oerboek van de mens heet het en het geeft verklaringen voor het ontstaan van en ontwikkelingen in de bijbel. Stevige kost, maar ik moet toegeven dat de schrijvers van zowel het oerboek als die van de bijbel goed over hun werk hebben nagedacht. Je leest hoe God zich noodgedwongen aanpast aan de mensheid of andersom, daar is niet iedereen het over eens. 

Ik beleefde vanavond mijn eigen bewijs van evolutie. Ik ben 46 en begin te merken dat ik soms niet meer goed kan lezen. Vooral ’s avonds in het zwakke licht op de veranda, zie ik niet meer goed wat ik schrijf. Ik vroeg mij af of ik ook door nood gedwongen mijn handschrift zou moeten aanpassen aan de nieuwe omstandigheden, als elk zichzelf respecterend, geëvolueerd en nog niet uitgestorven dier. Groter en duidelijker. Mevrouw Mack stak een stokje voor de evolutie en bood mij haar leesbril aan…

Krabben

De Middellandse zee is kouder dan vorig jaar. We moeten er nu eerst doorheen maar daar staat tegenover dat we er nu 30 meter vanaf zitten, tegen 100 km vorig jaar. De opwarming van de aarde houdt automatisch in dat de zee kouder wordt, al is het maar ten opzichte van de aarde. Einstein achtervolgt ons overal. 

Tussen de rotsen ontdekten we krabbetjes, variërend in grootte van twee tot zeven centimeter. Krabben hebben een uitstekend gezichtsvermogen, zijn razendsnel en hebben ook nog een schutkleur.  Ter verdediging tegen echte vijanden hebben ze ook nog een pantser en twee 30 mm snelvuurkanonnen. Eigenlijk zijn het tanks voor onder water. Ze zijn dus lastig te vangen maar het lukte me twee keer. Ik had er alleen niet op gerekend dat het diertje zijn kanonnen ook zou gebruiken. Ik schrok een beetje van de knijpkracht die zo’n klein krabbetje ontwikkelt. De afdrukken van zijn scharen bleven even in mijn vinger staan.  Zouden er krabben van 90 kilo bestaan, zouden deze met gemak een duikboot tot zinken brengen. 

Mijn dochtertje was er een beetje bang voor. Waarom, is mij geheel onduidelijk. Ze haalde haar knie open aan een rots zonder dat ze een kik gaf. Het bloedde zodanig dat ik bang was dat we haaien zouden aantrekken. Ze liep met een bloedrood  scheenbeen samen met mij terug over de camping en ik zag iedereen verschrikt kijken. Zelf liep ze er wat onverschillig bij, met een waveboard onder haar arm. Mama schrok en dacht zelfs even dat er een dokter aan te pas moest komen, maar dat viel mee. Nee, dan vielen mijn krabsporen geheel in het niet. 

Tomtom

Vias plage, 20-7-2016

Het voordeel van vroeger was dat men nadacht over de te rijden route. Welke plaatsen, waar zitten de Peages, is de auto in orde, dat soort dingen. 

Nu volgt men de Tomtom en dat gaat geheid fout. Want de Tomtom zegt dingen die je niet gelooft. Files, afgesloten routes, dat soort dingen. En omdat je het niet gelooft maar vertrouwt op je instinct, volg je de laatste. Eventjes, want de Tomtom blijft maar mekkeren dat je terug moet. Elke kilometer die je volgens eigen instinct rijdt, geeft hij aan dat de nog af te leggen afstand groter wordt. Dat trekt je zelfvertrouwen niet, en samen met de afkeurende geluiden naast je, wordt de overmacht te groot, en zwicht je. Je neemt de voorgestelde afslag en je vertrouwt erop dat Tomtom corrigeert wat jij fout deed. Mis. Het ding wil je terug laten rijden omdat het nog geen nieuwe route heeft berekend, en terug gaat een man niet. Beter ten hele gedwaald dan ten halve gekeerd. 

Om een lang verhaal kort te maken, we hebben België gemist. We kwamen Luxemburg binnen via Duitsland en Duitsland schiet niet op. Tevens kwamen we Lyon binnen via het oosten terwijl ons hotel in het noorden lag. Allemaal de schuld van Tomtom en mijn twijfel. Je volgt óf Tomtom tot de dood erop volgt, óf je eigen richtingsgevoel. Niet een combinatie van beiden want dan ben je stuurloos. 

Méditerranée, zo blauw…

Gisteren gingen wij in het kader van ‘een camping is ook maar een camping’ naar de Middellandse zee. Recht naar beneden en iets ten westen van Marseille, want Marseille moet je mijden als de pest. Slechts een uurtje rijden had ik berekend en degenen die denken dat dit een soort Mont Ventoux-achtig verhaal wordt, hebben het mis. Het was ook een uur rijden. Alleen het idyllische van de Middellandse zee ontbrak. Ik moest aan IJmuiden denken.

Maar toch, als je de schepen en de industrie wegdacht was het best te doen. Fos sur Mer, niet zo bekend als Saint Tropez en ik begrijp nu ook waarom. Maar het water was warm en het strand was heet. De kinderen vermaakten zich prima en wij verbrandden in de zon. Fransen hebben natuurlijk een parasol bij zich, wij niet. Het was aan het strand een aangename 32 graden, een zeer welkome temperatuur omdat het op de camping nog niet onder de 35 is geweest. Gisterenavond net na negenen was het nog 29 graden. Dat het ’s avonds niet of nauwelijks afkoelt heb ik nog niet eerder meegemaakt. Ik zag gisterenavond een eenzame bliksemflits maar geen druppel regen tot nu toe. Hoe hier de natuur groen blijft is mij een raadsel.

Terug naar de Méditerranée. De kinderen hadden inmiddels contact gemaakt met Tim en Loek uit Schimmert, uitgesproken met zeer zachte G, en een u in plaats van een e. Ik huurde een waterfiets en nam de jongens mee na toestemming van hun sympathieke ouders. Nadien kwamen ze even bij ons zitten en ik vroeg natuurlijk of ze Rob Hamilton kenden, omdat Schimmert per slot van rekening maar 3000 inwoners heeft. En ja hoor, die kenden ze, al was het via hun ouders. De man vroeg of wij wat wilden hebben, een ijsje of een slush puppy of iets en ik aarzelde. Toen drong hij aan, het mocht ook een pilsje zijn. Ik zeg zelf altijd biertje, maar pilsje klinkt zoveel mooier, zeker met een zuidelijk accent, dat ik de verleiding niet kon weerstaan. De man was goedlachs, de vrouw was vriendelijk, en zo zaten wij op een mooie zomerdag op een strand in Zuid Frankrijk een pilsje te drinken met volslagen vreemden die aanvoelden als bekenden.

 Een dag uit de vakantie.   

Vakantie betekent dat ik door mijn rug ga, zo ook nu. Kennelijk is luieren niet goed voor mij en als ik mij niet vergis staat dat ook al in de bijbel, dat het de Heere een gruwel is. Nou, dat wordt me duidelijk gemaakt. Ondanks dit ongemak hebben we vandaag de Mont Ventoux beklommen, helaas met de auto. Zou graag kunnen zeggen dat ik het met de fiets heb gedaan. Of hardlopend. Hoewel er volgens mij ook op uitsloverij een bijbelse straf staat. 

Hans vond het niks, hij was erg bang dat ik van de weg af zou raken. En echt tot huilen toe. Nu raak ik niet zo snel van de weg, maar met een diesel omlaag vind ik niet zo’n succes. Het voelt als mishandeling van de techniek om een diesel zo te laten razen, misschien is het juist de bedoeling om veel te remmen, maar dan ben ik weer bang voor overhitte remmen. Toen ik bergop reed kwamen er twee sportieve Franse oude auto’s naar beneden denderen. Met van die knallen uit de uitlaat, prachtig. Een Simca 1100 en een Renault 5 alpine. Ze moesten alleen de fietsers naar het fietspad verbannen, ze rijden ernstig in de weg. Goed. Dat is juist de charme van Frankrijk natuurlijk, dat alles door elkaar krioelt. 

Ik liep daarnet net mijn stramme rug naar het riviertje dat langs de camping stroomt en zat wat langs de kant. Ineens verschijnt vlak onder me een enorme muis. Misschien was het wel een bever. Guillaume Bever. Uiteindelijk besloot ik dat het een beverrat was. Onze kat zou daar nog een hele kluif aan hebben volgens mij. Ik heb hem op film. 

   

13 Juillet 2015

Le Thor-Vaucluse-Frankrijk.

We zijn voor twee weken neergestreken in de Vaucluse, Frankrijk. De heenreis heeft erg meegezeten. Een overnachting in Dijon, de volgende dag nog maar vier uurtjes rijden en we waren er al. De Tomtom omzeilde op briljante wijze een flinke file, iets dat wat mij betreft de krant mag halen. Waarom Fransen massaal in een file gaan staan terwijl  wij op een parallelweg vrij baan hadden, is mij een raadsel. De komende tijd worden hier uitsluitend maximumtemperaturen verwacht van ruim boven de dertig graden. De krekels voeren de boventoon maar krekelgeluiden storen in het geheel niet. Je kunt er zelfs prima bij wegdutten. De eerste nacht in een opgewarmde caravan heeft iedereen prima geslapen.

Verder heb ik de douche al gesloopt; dat wil zeggen, verder naar z’n grootje geholpen. Het ding hing slap als de plasser van een oude man op het naaktstrand en was met geen viagra te verleiden tot een ferme opstand. Ook niet met een kruiskopschroevendraaier trouwens. Ik draaide de schroef dol en rapporteerde een kapotte douche. Niet veel later verscheen een donkerverbrande, onverstaanbare Fransman gewapend met een waterpomptang ten tonele. Guillaume, zo moet hij geheten hebben. Maar als het euvel met een waterpomptang opgelost kon worden, had ik het zelf wel gedaan. Na een minuut kwam hij onverrichter zake weer naar buiten en mompelde wat. Op zijn campingmobiel scheurde hij weg om vijf minuten later terug te komen met een nieuw onderdeel. Ook weer gefikst. Het enige nadeel van deze camping lijkt het feit dat hij praktisch aan de voet van de Mont-Ventoux ligt. Eigenlijk ervaart alleen mijn vrouw dat als een nadeel. De zeer ervaren lezer weet waarom.

  
  

Stug

Vanochtend kwam ik een Drentse tegen die vier honden liep uit te laten. Ik kon daar slechts één hond tegenoverstellen maar we raakten even aan de praat. Van een afstand riep ze al “moi” zoals kennelijk iedereen dat doet hier. Het mens zag eruit of ze nooit verder dan Borger was geweest, maar was uiterst vriendelijk en afstandelijk tegelijk. Of ik ook uit Bronnegerveen kwam, vroeg ze. Bronnegerveen heeft 90 inwoners en zij zag eruit alsof ze er al zestig jaar woonde, dus ze kon het niet serieus menen. Ik legde uit dat we slechts op vakantie waren. Ze zei dat er hier niets te doen was, behalve ’s zomers in Borger, maar daar kwam ze ’s zomers niet. Ik legde uit dat niks ook precies was wat we kwamen doen.

’s Middags zijn we de grens over geglipt en kwamen we in Stadskanaal. Ik moest soms hard lachen om Bert Visscher die een Groninger nadeed, maar ik kreeg nu pas door dat hij helemaal geen grap maakt maar gewoon letterlijk zegt wat hij hoort. “Dan ken ze mai nog nait,” hoorde ik een vlot uitziend meisje naast me zeggen. De (oudere) mannen hebben een hoog Jannes van der Wal gehalte, ik zou geen partijtje dammen tegen ze aandurven uit angst dat ze familie zijn van. Maar vriendelijk, ja, dat zijn ze wel in tegenstelling tot het stugge imago dat ze hebben. Misschien ben ik ongevoelig voor stug.

Moj.

Vaak maak ik mij zorgen over de richting waarin Nederland verdwijnt in mijn hoofd. Het is geen prettige richting, het is de kant op van de overbevolking, de onverdraagzaamheid, de criminaliteit en de overspannenheid. Maar ik weet nu hoe dat komt. Ik laat mij teveel leiden door de krant en het journaal. En die berichten niet over een gehucht in Drenthe, waar ik mij nu bevind. Het is hier voornamelijk leeg. Zo leeg dat ik mij verbaas. Kijk ik uit het raam dan zie ik het eerst volgende huis pas een kilometer verderop. De weg langs dit huis laat per dag hooguit 10 auto’s passeren. En toen ik vanochtend met de hond liep, liep ik meer dan een uur zonder ook maar één iemand tegen te komen. En de twee keer dat ik dit weekend iemand tegenkwam groetten die mij met “moj” wat Drents schijnt te zijn voor hallo.

BronnegerveenIk moet twee dorpen verder zijn voor je een boodschap kunt doen, want winkels zijn er hier niet. Ik verbaas mij eerlijk gezegd dat ik hier gewoon een stekker in het stopcontact kan stoppen en dat er stromend water uit de kraan komt. Zoals u ziet is er hier zelfs internet. Ik vind het hier schitterend, zelfs de drassige akkers. Hoe mooi moet het hier ’s zomers zijn? Wij hebben paarden, katten en een konijn om te verzorgen, en ik heb mijn laarzen meegenomen. Lekker in de modder baggeren, wat moet het leven fijn zijn als je een scharrelvarken bent. En ’s nachts is het hier aardedonker. Geen wonder dat ze hier de sterrenwachten in de buurt hebben gebouwd, al schijnen die radiotelescopen dwars door bewolking heen te kunnen kijken. De mensen die hier normaal wonen zijn op wintersport en komen ook uit de bewoonde wereld. Zij namen de stap, kochten hier een huis en zochten hier werk. Want dat is wel noodzakelijk, dat je je werk in de buurt hebt want de Randstad is ver weg. Zelfs Amersfoort, waar ik werk, is ruim een uur rijden. Maar je krijgt er wel wat voor terug, zo schijnt het. Ruimte, stilte en gezondheid en beweging. Tenzij iedereen naar Drenthe gaat, dan natuurlijk niet meer. Maar wat een mooi stuk Nederland. Ik was het even vergeten.