Onlogisch

Er was iets aan de hand want er stond politie in de straat. Ik had net mijn nieuwe auto gehaald en manoeuvreerde hem langs de haastig geparkeerde politieauto. Om de hoek stond nog een politieauto.

Mijn eerste ingeving, nadat ik hoorde bij wie ze waren, schertste mij een onwaarschijnlijk scenario voor, en ik kreeg dat niet uit mijn hoofd. Ik wilde het ook niet gaan vragen, ondanks dat ik de betrokkenen goed genoeg ken. Ik moest even logisch nadenken en toen kwam ik tot een veel waarschijnlijker scenario, wat beter in het plaatje paste.

Maar vandaag, een week later, kwam ik het te weten en mijn gevoel bleek het precies goed te hebben ondanks de onwaarschijnlijkheid ervan. Het meest logische scenario bleek niet te kloppen. Ik had eerder kennelijk kleine signalen opgevangen die mij nu het gevoel gaven dat er iets niet klopte. Maar het sloeg nergens op. Totaal onlogisch. Maar niet dus.

Een prettig gesprek

Op 1 april van dit jaar maakte ik een fout. Geen onherstelbare, want ik herstelde hem vandaag en bovendien wist ik toen nog niet dat het een fout was. Wat deed ik? Ik veranderde van papieren krant naar digitale omdat ik de papieren nauwelijks las. Het scheelde me meer dan 20 euro per maand.

De digitale krant las ik helemaal niet. In het begin nog wel, wat dwangmatig eigenlijk, maar het kostte me moeite en ik gaf het al snel op en betaalde voor niks 15 euro per maand. Omdat ik van een generatie ben waarvan sommigen het nog belangrijk vinden om een krant te hebben en omdat ik nog maar weinig in de auto zit om radio 1 te luisteren, vond ik dat die krant er weer moest komen, onder het motto: beter duurder en vluchtig lezen dan goedkoper en helemaal niet.

Het gesprek met de abonnementenverkoper verliep prettig. Hij had een prachtige naam die een Romeins veldheer niet zou misstaan. Ik vermoedde dat hij Surinaamse of Antilliaanse roots had en nadat hij de krant weer naar mijn wens had omgezet probeerde hij me nog een tijdschrift aan te smeren, en zodoende raakten we aan de praat over Formule 1. Hij vertelde dat hij dat al 25 jaar volgde, waardoor ik dacht: beginneling! Ik volg het al 45 jaar, en ik zei dat ik het tegenwoordig wat saai vond. Dat ik een groter fan van Jos was dan van Max ondanks het verschil in succes, en dat ik Hamilton ook wel een overwinning gunde, maar dat Senna mijn all time favorite was. Ik hoorde dat zijn collega er zich ook in mengde. Hij stelde wat vragen over Senna die ik uit mijn hoofd kon beantwoorden, en aan het eind bedankte hij mij voor het prettige gesprek, en ik hem andersom ook.

Ik ervaarde het als een beleefd gesprek uit vervlogen tijden, waarbij door beide partijen naar elkaar werd geluisterd, zonder te oordelen en zonder een onvertogen woord en zonder mijn gebruikelijke pogingen tot humor, wat in dit geval afbreuk zou hebben gedaan aan de ouderwetse sferen waarin ik verkeerde.

53

Morgen ben ik jarig. Jarig is een stom woord, net als harig. Dezelfde logica volgend betekent jarig dat je veel jaren aan je hebt hangen. Als ze mij doorzagen zien ze 53 jaarringen. Zoals gewoonlijk herdenk ik het en vier ik het niet. Ik herdenk dat ik 53 jaar geleden, toen er nog niks aan de hand was, op de laatste dag van de zomer, te Utrecht werd geboren.

Goed, dat was toen en nu is nu. Feit is wel dat mijn lichaam zich goed heeft gehouden al die tijd. Even afgezien van mijn prostaat dan. Maar met veel bier los je dat zo op en merk je er helemaal niks van. En ook even afgezien van een flink aantal jaren met rugklachten en hernia’s, maar daar heb ik nog maar weinig last van. En verder afgezien van tinnitus en leesbrillen. Kalend, grijzend, overwicht, haar op je rug en uit je oren, en afnemende seksuele prestaties. Als het in dit tempo doorgaat vrees ik dat ik op mijn 98e klaar ben met je weet wel. Dat lijkt laat, maar ik ben ook laat begonnen.

Eigenlijk valt er ook helemaal niks te vieren. Hoewel, mijn verstand wint het tegenwoordig wel van mijn testosteron. Maar ook maar net, want als ze me opfokken is mijn eerste neiging om me veertig keer op te drukken, terwijl ik dat nog slechts twintig keer kan. Vijf jaar geleden nog, wilden ze niet geloven dat ik de 100 meter in vijftien seconden liep, en omdat ik het zelf ook niet helemaal zeker wist ben ik stiekem gaan trainen tijdens het hond uit laten. Op een gegeven moment had ik de pure snelheid te pakken om onder de vijftien seconden uit te komen, maar dat heb ik weer moeten bekopen met negen maanden herstellen van hielspoor. Oh ja, en vorig jaar heb ik ternauwernood Corona overleefd. Ze vonden mijn zuurstofgehalte van 97% net te hoog voor de beademing maar voor de zekerheid ben ik wel op mijn buik gaan liggen.

Goed, dom lullen kan ik nog als de beste. Ook een gave.

Afhankelijk

Mijn werk was intensief vandaag, meer nog dan andere dagen. Ik werkte de afgelopen dagen samen met een Engelse die vloeiend Nederlands bleek te kunnen, zo merkte ik vandaag. We deden drie puzzels door elkaar, ik gaf de hints, zij paste het aan in het systeem. Na het avondeten ging ik nog even door, en gelukkig kon ik er eentje afronden, want ik speelde al met de gedachte om badminton over te slaan en me hierop te storten, hoewel ik wist dat dat geen verstandige beslissing zou zijn.

De scherpte van de dag was in me blijven zitten. Ik speelde beter en scherper dan normaal en na een paar partijen voelde ik mijn hart snel kloppen. Het voelde goed, ik had mijn dag optimaal besteed.

De kunst is, als het een keer tegenzit op je werk, en je staat als een plumpudding op de baan, om je dan ook gewoon goed te voelen. Want die dagen zijn er genoeg, en het zou zonde zijn om je daardoor slecht te voelen. Hulde aan hen die dat kunnen.

Uit mijn ziel

Wij worden steeds triester van het nieuws. Ik zie niet veel nieuws want sinds ik de krant heb omgezet in een digitaal abonnement lees ik helemaal niks meer. Het achtuurjournaal vertelt je over oorlog in Oekraïne, spanningen tussen Amerika en China, stijgende energieprijzen, tekorten in de zorg, de cultuursector in zware problemen, koraalriffen in zwaar weer en dan zijn er nog de dingen waar de westerling niet mee geconfronteerd wenst te worden, zoals een hongersnood in Afrika of dingen die we simpelweg niet te horen krijgen, zoals totale ontwrichting en bendeoorlogen in Haïti.

Al met al denk ik dan: kut. We gaan eraan! Dat die cultuursector het moeilijk heeft is niet de schuld van die sector, je kunt er geld inpompen wat je wilt, hij is ten dode opgeschreven. Het ligt aan het kapitalisme. Kennelijk in de groeifase in combinatie met het geweten van het calvinisme een goed systeem, maar nu vrijwel niemand nog enige morele remming voelt, doet iedereen zijn stinkende best om zoveel mogelijk geld zijn kant uit te laten stromen, en zo weinig mogelijk af te dragen. En wie daar net niet handig genoeg voor is lult over cryptovaluta of aandelen. Nee, dan is er geen interesse in cultuur, logisch. En degene die het wel hebben kunnen het zich steeds minder veroorloven.

En dan dat koraalrif. Wetenschappers hebben misschien een manier gevonden om de afbraak tegen te gaan. Moeten we ze dankbaar zijn? Ik vind het lastig. Ze hebben er namelijk ook voor gezorgd dat het versneld afbrak, met hun energieslurpende uitvindingen, of met hun inentingen tegen wereldreddende pandemieën. Goed, deze vind ik zelf ook heel lastig.

Maar is er dan helemaal niks positiefs meer, Mack? Nou ja, wij hebben een nest pimpelmezen in de tuin. Zien we vanavond de kat met een vogel in haar bek. Ik vlieg de tuin in, maar ze pakt haar buit en schiet over de schutting in de tijd die ik normaal nodig heb om een voorbarige conclusie te trekken. Ik ren door de garage naar de andere kant, waar ze nog steeds zat met haar buit, maar nu smeert ze hem weer de tuin in. Ik stuif terug, kat weer weg, leuk spelletje en ik grijp het reservoir van ons koffieapparaat en smijt het in haar richting, maar natuurlijk mis. Katten zijn zo ongelofelijk behendig, daar moet de Schepper, in dit geval de duivel enorm zijn best op hebben gedaan. Wat een ongelofelijk kutbeest. Uiteindelijk zie ik haar en de buit, een levenloze mus, dus gelukkig niet vader of moeder van het nest, ligt naast de auto. Ik pak het beestje op en voel dat het nog leeft. Hij lijkt licht beschadigd en zijn oogjes zijn nog open en ik leg hem in een -oh ironie- kattenbench. Daar kan de kat niet uit en dus ook niet erin. Het musje ligt op z’n zij te hijgen. Na een kwartier is het nog niet beter en het gaat al door mijn hoofd om hem de genadeklap te geven. Maar vijf minuten later heeft hij toch een halve zithouding aangenomen. Tien minuten later wil ik gaan kijken of hij weer vrijgelaten kan worden, maar hij heeft zichzelf al bevrijd door de kleine gaatjes. Hallelujah! Mijn inspanningen zijn beloond, het is toch niet allemaal voor niks.

De kat krijgt morgen weer een belletje, waar ze een week mee doet voor ze hem kwijt is, maar daarna gelijk nog een! Ik koop die hele voorraad belletjes op. Schijnheilig komt ze later binnenlopen alsof er niks aan de hand is en ik jaag haar weg. Daar snapt het beest helemaal niks van -nee, natuurlijk niet, grote lummel- maar de hond, normaal haar beste maatje, helpt me en jaagt de kat blaffend onder de tafel. Nu liggen ze beiden weer te slapen, de een op de bank, de ander op de stoel. En het musje? Dat leefde nog lang en gelukkig en liet zich nooit meer vangen door zo’n misbaksel.

Erkenning

De afgelopen dagen was ik scherp. Ik kon mijn hersencapaciteit ten volle benutten, ik liet mij niet afleiden door collega’s of door internet, ik pakte probleem voor probleem aan, en loodste mijn collega’s door hun aanloopproblemen met het nieuwe systeem. Ik mag dan 52 zijn en niet van veranderingen houden, maar een nieuw systeem waar iedereen op vastloopt is voor mij reden om me erin vast te bijten.

Ik ontdekte hoe ik fouten kon herstellen, wat er al gauw voor zorgde dat ik gebeld werd door een paar mensen van andere afdelingen die wilden weten hoe ik dat deed. Ook IT contacteerde mij om ze te helpen. Niet dat ik iets weet van IT, maar ik heb het vermogen om me in iets te verdiepen, om de afwijking te vinden, om me lang te kunnen concentreren en om iemand voldoende gegevens te verstrekken zodat diegene begrijpt dat ik het begrijp en dus met een zinnig antwoord moet komen.

Dat staat dan tegenover de dingen die ik niet kan, maar waar ik het nu niet over ga hebben. Dat zou mijn euforie doen verdampen terwijl ik nu op het punt sta om het probleem van een collega op te lossen omdat ik in mijn hoofd heb wat ik moet doen. Maar het is vrijdagnacht, ik moet ook even normaal doen. Maar ik vind morgen wel een moment om het snel even te fixen en haar dan te mailen, it’s solved, please try again. En dat ik dan natuurlijk allang getest heb dat het werkt.

Ja, ik ben ook niet vies van een beetje aanbidding op z’n tijd. Daar doe ik het voor. Het is niet dat ik mij op de toppen van mijn kunnen begeef als ik geen erkenning krijg. Nee, zak er dan maar in. Vroeger zei er nog wel eens iemand: mooie blog!

De pest in

Ik had de pest in, want er lukte iets niet. Een maandje geleden had ik met succes goedkope nieuwe banden voor de fiets van Tammar besteld, wat nog helemaal niet zo eenvoudig is als het klinkt, en omdat ze nu een lekke band had, was het moment daar om binnen- en buitenband te vervangen.

Na lang wikken, wegen en gehannes, had ik de banden vervangen, maar ik had de remkabel vernaggeld. Die rafelde, ik haalde mijn vingers eraan open en kreeg hem ook niet meer door de gaatjes. En ondertussen was het donker geworden, ik zat met een zojuist gefixte -ik kan wel iets- militaire lamp op mijn hoofd, maar die scheen net boven het bereik van mijn leesbril, Bonjour Tristesse, ik kreeg mijn handen niet schoon, ik gaf het op voor de vrijdagavond. Maar ik had dus wel zwaar de pest in. Lig je daar in bed met zwarte stinkhanden terwijl buiten in de tuin een omgekeerde fiets staat met je halve gereedschapskist verspreid over het terras.

Ik had dus goedkoop twee binnen- en buitenbanden besteld, de maten waren goed, en nu dreigde het alsnog te eindigen in een dure grap bij de fietsenmaker. Ik appte de hulptroepen, maar de hulptroepen keken niet op hun app, wat mij nog chagrijniger maakte. Uiteindelijk stonden ze hier op zaterdag half twee op de stoep. Om half drie gingen ze weer en was de rem gemaakt. Mijn humeur was weer beter.

Je moet het ownen!

Ik kwam erachter dat de overloop van de gootsteen niet werkte. Hoe je daar achter komt is omdat de gootsteen overloopt. Ik poerde er met een schroevendraaier in, en het water stroomde weg. Succes.

Helaas stroomde het water er via het kastje eronder uit, zo de keukenvloer op. Ik moest op onderzoek uit. Ik ruimde het keukenkastje leeg, maar kon er nog niet goed bij. Ik schroefde het een en ander los, verwijderde een plank en toen kon ik erbij. Niks te zien uiteraard, dus ik schroefde en draaide aan alles, zodat alles loskwam. Ik dacht de oorzaak gevonden te hebben, een verstopte buis die ik schoonmaakte, ik draaide een schroef wat strakker en testte de overloop. Weer stroomde het water door het keukenkastje op de vloer. Ik zocht verder, en kwam erachter dat ik iets had lek gestoken met de schroevendraaier. Kilo Utrecht Tango.

Ik lijmde het lekke rubber met solutie, de oplossing voor al uw lekkages. Ik testte, en het lekte nog steeds. Ik lijmde het beter en zei tegen Linda, deze keer heb ik het ge-owned. Raar woord, maar zo zeg je dat tegenwoordig. Ik testte, en het lekte nog steeds. Ik lijmde nog meer, drukte het geheel tien minuten tegen elkaar, tot ik geen licht meer door het lek kon zien, zei tegen Linda dat ik het nu echt ge-owned had, ik testte en het lekte. Ik verwijderde de lijm, pakte nu superlijm, kliederde alles vol, liet het een avond drogen, zei tegen Linda dat ik het nu ge-nailed had, ik testte en het lekte nog steeds.

Toen gaf ik mij gewonnen en ben een nieuw onderdeel gaan kopen, ik zette het in elkaar, ik kon dit inmiddels op de tast, en deze keer had ik het ge-owned, ge-nailed en in the pocket. Weg lekkage. Uiteindelijk lukt mij alles.

Steun de lokale ondernemer!

Linda had laatst een kapotte lamp op haar fiets. Ik moest een nieuwe halen en moest beslissen, ga ik naar de bouwmarkt of naar de fietsenmaker? De bouwmarkt is waarschijnlijk goedkoper, maar de fietsenmaker geeft beter advies, bovendien is hij de kleine ondernemer, en zo besliste ik, fietsenmaker. Ik vroeg om een koplamp, maar zo makkelijk ging dat niet. Hoe dat dan vastzat, vroeg de fietsenmaker, maar dat weet ik natuurlijk niet. Ik wees een lamp aan, maar hij adviseerde mij een andere (duurdere) die gegarandeerd zou passen. Ik reed terug naar huis, ik bekeek de situatie en reed weer terug naar de fietsenmaker. De lamp die gegarandeerd zou passen paste niet, ik moest de lamp hebben die ik eerder aanwees, kreeg ik nog een tientje terug ook!

Een paar dagen later had mijn dochter een lekke band. Ik had vroeger een buurmeisje dat een lekke band had en op internet uitvogelde hoe ze die moest plakken, ze sloeg mijn aangeboden hulp af en plakte de band. Waargebeurd! Maar hier is dat een gevaren schip. Ik plakte dus haar band maar zag dat zowel voor- als achterband geheel versleten waren. Dat zou niet lang duren voor de band weer lek was. Ik moest dus twee nieuwe banden hebben. Steun ik de plaatselijke fietsenmaker, zoals mij altijd wordt geleerd, of zoek ik op internet?

Ik bedacht dat het allemaal leuk is, dat steunen van de lokale ondernemer, maar als ik in de shit zit, steunt hij mij dan ook, als behoeftige plaatsgenoot? Ik dacht het niet! Niemand steunt mij, ik moet het allemaal zelf doen! Bovendien, ik ben over de vijftig, druk aan het sparen voor een oude BMW, die verrekte fietsenmaker heeft een Alfa Romeo Stelvio! Waar ben ik nu mee bezig? Ik bestelde op internet twee buitenbanden en twee binnenbanden, inclusief verzendkosten kwam ik op nog geen 25 euro. Met je, steun de lokale ondernemer! Die had me vast nog de verkeerde maat gegeven ook! Past gegarandeerd.

Niet lekker

Ik was niet lekker vandaag. Ik voelde het al bij het opstaan maar in de loop van de ochtend werd het erger. Ik had spierpijn, hoofdpijn, een zere keel, ik had het koud, een verstopte neus en ik was snel moe. Ik moest het dus even opgeven qua werk en ging op de bank liggen. Dat leek te helpen maar toen ik weer plaats nam achter mijn computer kwam het snel weer terug. Ik deed twee calls en daarna gaf ik het weer op. Volgens Linda was ik ziek. Maar nee, daar wilde ik niet aan. Ik hoefde niet over te geven dus was ik niet ziek. Dat is mijn criterium. Vier paracetamol, twee shots neusspray en een zelftest later, ben ik weer aan de beterende hand. Een nacht slapen moet de rest doen.