Blij

Ik heb me toch een wagen gekocht. Velen zullen zeggen, een Peugeot uit 2011, waar heb je het over, maar voor mij is het voorlopig even de beste keuze. Goed, hij is alweer terug bij de garage, maar als het goed is, maandag weer klaar.

Deze auto zoeft over de weg. Hij is vlot, maar niet bloedsnel, en comfortabel met automaat en leren bekleding. Ik heb nooit een automaat gehad, en ik ben ook best blij als ik weer even in een schakelauto stap, maar ik ben nog steeds verbaasd over wat een automaat kan. Hij schakelt met vloeiende overgangen naar het volgende verzet en ook ongeveer op het moment dat je dat wilt. En mocht ik het er niet mee eens zijn, kan ik via schakelflippers ingrijpen. Waarom ik dit zeg weet ik niet, want dat doe je natuurlijk niet.

In tegenstelling tot mijn vorige auto kan ik hier muziek streamen en is de navigatie te updaten. Ook kan ik een usb stick gebruiken om muziek te luisteren. Wel heb ik minder ruimte in deze auto en ook heb ik geen vierwielbesturing meer. Dat noemde ik altijd als voordeel van mijn vorige auto, al merkte je daar bar weinig van. En ik heb geen cd-wisselaar meer, slechts één lullig cd’tje past erin.

Als je van autorijden houdt, wat voor mij een understatement is, dan is dit een partijtje fijn! Psychologisch ook geweldig omdat de motor is gereviseerd tegen scherpe meerprijs, de olie bijna onzichtbaar blank is, en het stuur vol met knopjes zit die mij de heerser over de auto maken.

Nee, veel beter had ik dit niet kunnen doen. Niet te duur en een prachtige auto. We hebben nog steeds twee auto’s en we zouden met één afkunnen. Maar het gelukzalige gevoel dat deze geeft als je op een zonnige zaterdagmorgen over de heuvel bij ‘t Harde rijdt, is lastig te beschrijven. Pas als we op vakantie gaan en de kofferbak niet meer dicht kan, dan ga ik mij weer ergeren.

Overigens is geheel volgens mijn voorspelling, op het moment dat ik mijn diesel inruilde, de dieselprijs weer onder die van euro 95 gezakt. Ik verwacht nu een verdere daling van de dieselprijs tot ongeveer € 1,50.

Andere auto.

Hoe mensen € 30.000 voor een auto neerleggen is mij doorgaans een raadsel. Mij is het nooit gelukt en ik weet ook niet zeker dat als ik genoeg had, ik zoveel zou uitgeven. Om mijn behoeftes als autoliefhebber te bevredigen is het ook niet nodig.

Hoe een auto werkt, fascineert mij nog steeds. Ik trap het gas in, laat de koppeling los, de auto zet zich in beweging, je hoort het toerental oplopen en je kiest het volgende verzet. Zo werkte het altijd en zo had het van mij voor altijd door mogen gaan. Maar ik raakte ook gefascineerd door een automaat, hoe weet zo’n ding wanneer het moet schakelen?

Na een lang en prettig gesprek met de garagehouder over de techniek, heb ik dit modelletje gekocht dat toch niet bekend staat als probleemloos. Maar de man kende alle problemen waar deze motor om bekend staat, en ging ze aanpakken, onderdelen vervangen, (vriendelijke meerprijs) en geeft zes maanden garantie. Dan heb ik de auto zoals ik hem hebben wil, met alle opties die ik hebben wil. En voor een prijs die beter bij mij past. Over een maand wordt hij afgeleverd.

Tesla

Ik reed een stukje mee in een Tesla model X. Ik vond het om eerlijk te zijn verschrikkelijk. Op zich was de ervaring niet verschrikkelijk, maar de wetenschap dat het hier naartoe gaat straks, wel. Het accelereert snel, maar dat maakt weinig goed. Intussen maakt het ding een vreemd zoemend geluid. Als je rustig rijdt hoor je helemaal niks. Een enorm groot en lelijk scherm voor je geeft je duizend keuzes die je kunt instellen. Het ding onthoudt en filmt alles. Deuren gaan automatisch open en dicht, of anders op aanvraag. Autopilot behoort ook tot de mogelijkheden.

Ik was diep teleurgesteld. Moet dit het nu worden in de toekomst? Ik wil een grommende motor met draaiende delen, tandwielen en olie! Ik moet denk ik vlak voor 2030 een nieuwe auto met verbrandingsmotor kopen, een jaar of vijftien blijven rijden, en dan ben ik ondertussen 75. Dan heb ik het wel gered. Na mij de zondvloed.

Nokvol, nokkenassen en nokken nu!

Werk, auto, gameverslaafd. Die dingen hielden me de afgelopen tijd in mijn greep. Het eerste had mijn verplichte aandacht, je houdt je niet voor je lol bezig met een softwaremigratie. Het tweede had mijn vrijwillige aandacht. Ik wil graag een keer in mijn leven een snelle BMW. Ik heb niet heel veel met het merk, maar BMW levert de auto die ik zou willen. Een BMW 530 of 540, dat lijkt me wat. Maar ondertussen durf ik het niet aan, en rij nog steeds de Renault die ik al vijf jaar heb.

En die gameverslaving, daar is de tijd in gaan zitten die ik nog over had nadat die andere twee me volledig in de ban hielden. Ik heb een paar weken geleden een spelletje op mijn telefoon gedownload, Woodoku. Dwangmatig blokjes leggen totdat je in slaap valt. Ik heb een indrukwekkende highscore die ik waarschijnlijk nooit meer ga verbeteren. Tot half twee ‘s nachts legde ik soms combinaties.

Ik roep van mezelf dat ik niet gevoelig ben voor verslavingen maar dat klopt niet. Ik ben het wel. Er komt alleen onvermijdelijk een punt dat ik zeg: tot hier en niet verder. Dan kom ik tot mijn zinnen. En dat punt is nu gekomen. Met mijn heroïneverslaving was het zo dat dat punt kwam net voordat ik eraan dacht het te gaan gebruiken. Maar mijn dropverslaving steekt de kop op zodra ik drop eet. Dan gaat het gelijk mis. Hallo, ik ben Mack, ik ben dropverslaafd. Hallo Mack.

Eigenlijk twijfel ik of het wel verstandig is om geen verslaving te hebben. Straks sterf je nog aan iets onverklaarbaars? Dat je zoveel offers bracht, zoveel wilskracht toonde om die niet deugende en destructieve verslaving de kop in te drukken en in plaats daarvan elke dag de krant las zodat je op de hoogte was van wat er in het land speelde in plaats van dat je volledig lam op de bank naar je favoriete muziek lag te luisteren.

Als ik nog lang wacht is het straks 2030 en moet ik aan de elektrische auto. Nooit meer een lekke koppakking. Nooit meer jaren met een uitlaat doen. Geen distributieketting meer. Geen nokkenassen, klepstoters of versnellingsbakken. Slechts windturbines en veganisten. Om de wereld te redden, die ik volledig kapot heb gemaakt, dat wel.

Een goede dag

Mijn eerste rijles kreeg ik op mijn 18e verjaardag. 32 lessen, twee theorie-examens, en een praktijkexamen later, had ik mijn rijbewijs. Een keer ging mijn rijbewijs de was in, waardoor mijn nieuwe niet de juiste datum van behalen aangeeft, en één keer werd het gestolen maar een paar weken later teruggevonden waardoor ik er ineens twee had, wat ik erg handig vond voor als het in beslag werd genomen, iets waar de politie nogal eens een handje van had in die tijd.

Ik rij dus nu bijna 35 jaar en nooit heeft het me verveeld. Altijd als ik plaatsneem achter het stuur en de startknop indruk of de sleutel omdraai, vind ik dat een magisch moment. En vanochtend bij min zes graden helemaal. Dan rij ik de auto voorzichtig warm, heb de stoelverwarming op de hoogste stand, mijn jas ligt op de achterbank en ik laat de techniek haar werk doen. Eerst door de ijzige koude door het dorp, en dan, na een kilometer of twee, drie op de snelweg staat de temperatuurmeter pas op warm, de stoelverwarming mag wat lager en de ventilator wat harder. De top 4000 op de radio, en 75 onbezorgde kilometers naar Nijmegen.

Na een lange dag ongestoord werken mocht het ‘s avonds opnieuw. Weer genoot ik van de techniek, de muziek, de warmte in de auto en de thermometer die min 3 aangaf. Langs de snelweg stond iemand met pech, daar moet je toch ook niet aan denken nu. Ik liet de motor de koude lucht opzuigen en reed in stevig tempo, maar ontspannen naar huis. Dit was een goede dag.

De op twee na…

Gisteren ontdekte ik iemand met een Lamborghini op de camping. Een Gallardo weliswaar, dus eigenlijk een Audi, maar toch. Hij had wat moeite met de drempels, waar hij met een halve km/u overheen moest. Verder stond er iemand met een puntgave Porsche. Een 914, dus eigenlijk een VW, maar toch. Ik vertrouw het nooit, Fransen met een Duitse auto, maar er komen er steeds meer van.

Er stonden in de stacaravans tegenover ons twee Franse families die bij elkaar hoorden. Luidruchtige gasten met Duitse wagens. Ik zei nog, die gaan in het weekend wel weg. Dat klopte, echter werden ze vervangen door wederom twee Franse families met Duitse auto’s die bij elkaar hoorden, en die wederom luidruchtig zijn. En de kinderen voetballen veel te dicht bij mijn Franse bolide, van inmiddels 13 jaar oud, maar net als de Porsche, puntgaaf. En een echte Renault Laguna GT met vierwielbesturing die het al jaren op wat kleinigheden na, meer dan uitstekend doet. Ook nog in de Franse nationale kleur, dus die landverraders zouden wel eens iets meer respect mogen hebben voor de op twee na mooiste auto van de camping. In de ogen van zijn baas dan, want wie geeft er nog om schoonheid? Het gaat uitsluitend nog om de heb van een nieuwe auto met Bluetooth, Navi, achteruitrijcamera, enz. Ik geef toe, dat is ook mooi. Maar dat ik mijn huidige auto moet kronen tot de beste die ik ooit had, dat had ik ook niet zien aankomen bij aankoop.

De jacht op een auto.

Het jagen op een andere auto brengt mij veel zelfkennis. Ik begon vorig jaar rond deze tijd met zoeken naar een mooie, grote en snelle wagen op benzine, en met een mooie kleur. Ik wil van mijn diesel af.nl. Ik had bepaalde eisen, zo moest de auto liefst handgeschakeld zijn en stoffen bekleding hebben. Ik zocht, en ik zocht en na een stuk of tien pogingen gaf ik het op en besloot mijn diesel te laten bijwerken en te laten opknappen ter waarde van €1500,- Dat zou dan weggegooid geld zijn aangezien het de inruilprijs niet zou verhogen, maar het ging erom dat ik trots op mijn wagentje was, en dat ik weer twee jaar kon rijden in een auto naar tevredenheid.

Het opknappen ging niet zonder slag of stoot, maar eindelijk was het klaar, mijn bolide stond er als nieuw bij en ik was blij met het resultaat. Een paar maanden dan, want toen begon het toch weer te kriebelen. Dat komt met name omdat hij niet hard genoeg liep. Een krappe 215, na veel moeite. Ik wilde van dat gezeur af, en ging zoeken bij dikke BMW’s die met gemak 250 liepen. Ook hier weer het liefst handgeschakeld en met stoffen bekleding. Nadeel, de auto zou dan ouder worden dan mijn huidige, maar, zo hield ik mijzelf voor, BMW’s zijn kwaliteitsauto’s dat maakt niks uit. Ik zag er eentje staan, maar omdat BMW’s nogal opvallen wilde ik ter compensatie een saaie grijze kleur. Op weg naar de verkoper werd ik steeds geconfronteerd met hoe goed mijn huidige auto nog reed, zo goed zelfs, dat ik langs de verkoper reed zonder te stoppen.

Ik heb nog diverse andere wagens op het oog gehad, en steeds had veranderden mijn wensen. Automaat, handgeschakeld, snel, vlot, leer, stof, opvallende kleur, antraciet, ouder, nieuwer, station, sedan, veel beenruimte versus “hoe vaak gaan de kinderen nog mee,” zelfs een diesel kwam voorbij, wat toch de allereerste reden was om een andere auto te zoeken, ik wilde geen diesel meer.

Nou ja, er zat geen enkel patroon meer in en Linda werd er nogal gestoord van. Je zoekt het maar uit. Neem vooral een auto die jij mooi vindt en hou geen rekening met mij. Maar zo werkt het niet in mijn hoofd. Ik moet Linda’s goedkeuring hebben anders geeft de auto mij geen plezier. Dus een snelle BMW kon het niet worden. Zij haat snel, en ook BMW, en ik heb geen zin om naast me steeds een zucht te horen. En zelf vind ik het ook een hele stap, een BMW. Past eigenlijk totaal niet bij me. Hoe meer ik ze zag rijden hoe saaier ik ze vond worden.

Zelfs mijn vaders goedkeuring wil ik hebben. De man is al 36 jaar dood, maar ik hou nog steeds rekening met wat hij zou vinden. Hij zou voor een Peugeot 508 gaan. Niet dat hij ooit een Peugeot heeft gehad, maar ik voel dat. Een Peugeot moet weer aan hele andere eisen voldoen dan een BMW. In een Peugeot wil ik wel leren bekleding, wel een automaat en wel een opvallende kleur. Er zit geen enkele lijn in mijn keuzes. Ik weet vooral wat ik niet wil. En dat ik gewoon moet doorrijden in mijn huidige. Maar daar heb ik de rust niet voor.

De mooiste auto aller tijden

Er kan er maar één de allermooiste zijn, hoewel je daar weer ernstig aan zou kunnen twijfelen als je hem goed bekijkt. Want hij heeft geen mooie rondingen maar is hoekig, met voornamelijk rechte lijnen. Hij heeft eigenlijk een achtervleugel nodig voor meer optische stroomlijn, maar zonder waren zijn rijeigenschappen beter. Zijn omhoogslaande deuren zorgden voor nog meer bekijks en zijn twaalf cilinder motor snerpte luid op verschillende toonhoogten. Achteruitrijden moest met de deur omhoog omdat de spiegels geen zicht naar achter boden. De achterbanden waren van een breedte waar geen enkel ander merk maar bij in de buurt kwam. Het interieur was meestal licht crèmekleurig, het was één en al de overtreffende trap van indrukwekkend. Ik had er nog nooit eentje gezien, tot aan 1986, Liechtenstein. Een ivoorwitte wurmde zich achteruit van een parkeerplaats af. Hij trok veel bekijks, zelfs daar. Vanuit alle hoeken indrukwekkend. Ik was 16 en stond paf. Alsof er zojuist een ufo voor ons was geland. Het fototoestel was nog niet uitgevonden, tenminste volgens mij niet, dus heb ik er geen foto van. Meer indruk heeft een auto nooit op me gemaakt dan deze. Dus moet het de mooiste aller tijden zijn. De Lamborghini Countach.

Het was een mooie tijd.

Ik stond vandaag in de file, voor het eerst in een jaar. Onwillekeurig dreven mijn gedachten terug naar begin jaren negentig, toen ik vaak in de file stond en ik Autovisie las. Autovisie was destijds een volgens eigen zeggen onafhankelijk blad, en dat wil ik ook niet bestrijden, maar ze hadden wel een duidelijke politieke afkeur. Voornamelijk tegen de minister van Verkeer en Waterstaat, welke positie destijds werd bekleed door Hanja Maij-Weggen. Een vrouwelijk ijskonijn. Autovisie had het altijd over files, over hoe de automobilist werd uitgebuit en over snelheidsboetes. Het was allemaal onrechtvaardig. De hele wereld was onrechtvaardig.

En nu zijn we 31 jaar verder en die problemen zijn er nog steeds. Alleen zitten we nu in een tijd waarin we wel andere dingen aan ons hoofd hebben dan files en bekeuringen. Het lijkt zo ver weg, die tijd dat je onbekommerd kon klagen over niks. Ik heb het gelukkig wel meegemaakt. Het ging allemaal nergens over. Het was een mooie tijd.

In het spoor van de Porsche

Ergens in de jaren tachtig zag ik in de buurt een rode Porsche 911 Targa rijden. Het was herfst en de Porsche liet de een spoor van dwarrelende bladen achter zich. Het was voor mij als zeventienjarige een magisch moment. Tegenwoordig kijk ik amper op van een Lamborghini, maar destijds was een Porsche genoeg om mij in extase te brengen. Een Porsche was zo snel, zo mooi en zo onbereikbaar.

Een Porsche heb ik dan bepaald niet, maar mijn auto kreeg ik terug van een reparatie nadat ik al maanden met een tikkend geluid rondreed. De zogenaamde homokineet was versleten en nu vervangen. In combinatie met de optische verbeteringen die er onlangs zijn aangebracht besloot ik het spoor van de Porsche te volgen. Ik heb een diesel maar dat kan mijn rijplezier nauwelijks drukken. Qua vermogen zit ik maar een dertig paardenkrachten achter de Porsche van destijds en qua koppel versla ik hem ruim. Niet dat mijn auto er ook maar bij in de buurt komt, en scheuren deed ik niet, maar een dwarrelspoor van bladeren trok ik ook. En ik voelde mij minimaal even gelukkig achter het stuur als de Porsche-bestuurder destijds. Dat gevoel creëer je zelf. Het was dezelfde weg, ruim dertig jaar later.