De weg kwijt.

Doucier, le 21 juillet 2012

Het is mijn handelsmerk, op vakantie de weg kwijtraken. Ik ben natuurlijk niet echt de weg kwijt zolang ik de zon zie en een horloge heb. Ik weet dan in welke richting ik moet. Als ik niet meer zeker ben of ik nog goed ga, ga ik harder rijden. De passagiers en de volgers denken dan: hee, die rijdt door, die is hier bekend. Het is echter uitstel van executie. Na een kwartier hebben ze het door als ik voor de derde keer door het zelfde dorp rij. Dan volgt de gebruikelijke betweterigheid en het “I told you so.”

Daarna wordt het pas echt lachen want dan geef ik het heft uit handen en word volger. Mijn zwager nam de leiding en voerde ons een berg op, die leidde naar een grot. Hij reed nog net niet de grot in, de verbaasde gids vroeg zich al af wat we daar kwamen doen. Na kort overleg en op de zon oriënterend namen we de oostelijke richting en langzaam kwamen we weer borden tegen met plaatsnamen die ook op de kaart terug te vinden waren. Vlak voor Doucier dreigde mijn zwager, die voorop reed, nog een verkeerde afslag te nemen, maar ik toeterde luid ten teken dat hij rechtdoor moest. De gendarmerie was er net bezig met een verkeerscontrole. Ondanks de claxon mocht ik doorrijden. Nederlanders mogen meestal door van de Gendarmes. Wij zijn namelijk de motor van de Franse economie.

Apartheid

Doucier, le 20 Juillet 2012

Vakantie doet mij goed, mensen! In slechts één week neemt mijn conditie triathletische vormen aan. Het hele jaar zit of lig ik onderuitgezakt op een stoel of op de bank. Mijn eerste wandeling over deze immense camping kostte mij moeite. Maar na wat pompen, roeien, lopen, zwemmen en badmintonnen voel ik mij zoals ik eruit zie, tien jaar jonger. Mijn conclusie is dan ook dat mensen met een kantoorbaan naar een camping moeten en dat mensen die het hele verdere jaar al lichamelijk actief zijn, naar een all-in mogen.

Ik zit hier wel op de grootste camping waar ik ooit heb gezeten. Linda neemt het liefst de auto als ze naar de bakker gaat. Zelf prefereer ik een elektrisch wagentje van de camping. Het is zeker 800 meter lopen. Toch merken we niet zoveel van de grootte. Onze stacaravan (iedereen zegt mobile home) staat in de uiterste hoek van de camping en op de andere delen hoeven we niet te komen. Een prima scheiding tussen arm en rijk hier, we hoeven ons niet te begeven tussen het nomadenvolk in tenten. Behalve dan tussen mijn schoonzus en zwager die vandaag ook zijn aangekomen. Zij hebben een rent-a-tent maar willen wel gebruik maken van onze sanitaire voorzieningen. Binnenshuiskampeerders! Het rustige gedeelte van onze vakantie is nu voorbij.

Zwitserland

Doucier, le 20 Juillet 2012

Het was vandaag bewolkt dus een mooie dag om erop uit te trekken naar de bezienswaardigheden in de omgeving. Iets wat iedereen doet op dagen als deze, vandaar dat Les Cascades du Hérisson een bezienswaardigheid zijn. Leuk watervalletje hoor daar niet van, maar ze heffen er €4,- parkeergeld. Hetzelfde verschijnsel als vorig jaar viel mij op. Fransen kunnen geen hoogtes meten. Deze waterval was ruim 30 meter hoog, volgens het bord 65. Om het dan met viltstift te gaan verbeteren is ook wat overdreven, maar ze stelen zo telkens wel op Telegraaf-achtige wijze de show. Zo heb ik ook mijn twijfels bij de hoogte van de Eiffeltoren, het viaduct van Millau, en over de hoogte van de Mont Blanc. Ze trekken er veel toeristen mee maar in werkelijkheid is de Mont Blanc niet veel hoger dan de Amerongse berg.

Over de Telegraaf gesproken, ik las vanochtend over een terroristische aanslag op het gemeentehuis van Waalre. Dezelfde vette letters werden gebruikt als bij de aanslagen vorig jaar in Noorwegen. Grote woorden als: aanslag op de democratie, ondermijning van de rechtsstaat, Ivo Opstelten mocht ook nog zijn zegje doen als opperbevelhebber van de anti-terreureenheid, bleek dat er helemaal geen doden waren gevallen! Slechts wat gepruts met molotovcocktails. Die tellen niet mee als terroristische aanslag, vind ik. Er moet minimaal een ontstekingsmechanisme aan te pas komen en er moeten ruiten sneuvelen als gevolg van een drukgolf. Anders lijkt het nergens op. Grote kans dus, dat als u geen Telegraaflezer bent dat dit nieuws u compleet ontgaan is.

Goed, we reden door naar de Zwitserse grens en voor het eerst in jaren moesten we paspoorten tevoorschijn halen. Dat tevoorschijn halen was overigens genoeg want met een beweging van zijn hoofd verschafte de douanier ons toegang. Wat we in Zwitserland gingen doen wisten we zelf ook niet, waarschijnlijk was het alleen maar om Hans en Tammar wat internationaler te maken. Het meer van Genève dan maar. Het is nog best lastig om aan de oevers te geraken want je kunt er heel makkelijk evenwijdig aan rijden, maar er naartoe is stukken moeilijker. Uiteindelijk lukte het ons bij Prangins, vlak naast Nyon, wat nog best een aardig stadje lijkt. Het hele meer stelt geen bal voor, we kwamen er dan ook geen mens tegen. Na een half uurtje visjes te hebben bekeken keerden we huiswaarts.

Het probleem was wel dat ons vakantieadres zich net boven de vouw op de kaart bevond, en we ons nu net onder de vouw, dus op de achterkant bevonden. We reden dus weer fout. Ik zag een bordje met Dole en ik wist dat dat in Frankrijk lag, dus die kant moesten we op. Bleek het te gaan om La Dole, een berg in Zwitserland van 1677 meter. Het was een smalle, kronkelige weg naar boven, ik begreep niets van de borden die ons naar de top brachten in plaats van naar Frankrijk. Niet heel veel later stonden we dan ook weer beneden, op dezelfde plek waar we naar boven waren gegaan. Het was wel een prachtig weggetje. Ergens boven stond een vos midden op de weg, met zijn prooi nog in zijn bek. Hij leek even nieuwsgierig naar de auto, maar wachtte helaas het moment niet af dat we een foto konden maken. Zwitserse vossen lijken trouwens groter dan Nederlandse, alleen scheppen de Zwitsers daar niet over op, zoals de Fransen bij wie een vos toch gauw een schofthoogte van een meter heeft.
Terug bij de grens werden we niet meer gecontroleerd, het regende en de douaniers stonden binnen. Tip voor smokkelaars. Zwitserland, je moet er geweest zijn. Niemand weet precies waarom.

Een ouderwetse dag

Doucier, le 18 Juillet 2012

Ouderwetse warmte vandaag. Ik dobberde in het bootje met Hans of Tammar, ik weet niet meer wie het op dat moment was, en ik bedacht wat er nu eigenlijk veranderd was in 35 jaar. Een opblaasboot, blauw-groen water, de zon hoog aan de blauwe lucht en wat vredige groene heuvels rondom. Het zou voor het zelfde geld 1977 geweest kunnen zijn. Zwemmende Franse kinderen gebruiken nog dezelfde kreten. “Attends, arrête!”, je hoort het altijd in Franse wateren. Alleen Jan Pelleboer ontbrak er nog aan.

’s Ochtends in de rij bij de bakker is het niet anders. “Bonjour, baguette, croissants,” de vrolijke bakker zei tegen Hans: “tu es le porteur, jeunehomme.” De sfeer op een zomerse dag op Franse camping is onovertroffen en lijkt ook niet te veranderen. Slechts als je wat langer kijkt zie je sommige mensen bezig met hun mobieltje.
Het was een prachtige dag. We gaan weer bruin worden.

Hein

Doucier, le 16 juillet 2012

We kochten onze jaarlijkse opblaasboot in de SuperU te Champagnole. De bedoeling is dat hij dan meerdere jaren mee kan, maar dat is ijdele hoop. Ik deed er ook een pomp van een tientje bij. Op de terugweg gebeurde er iets vreemds. Na een minuut of twintig reed ik de plaats Champagnole binnen, terwijl we daar toch net vandaan kwamen. Ik dacht nog: “Héé, twee Champagnoles” maar nee, ik kwam het stadje van een andere kant binnen. Kwestie van een roofvogel die vlak voor de auto een vogeltje uit de lucht greep, precies daar waar wij volgens het bord rechtsaf hadden gemoeten.

Éénmaal terug op de camping wilde ik de boot oppompen maar de pomp bleek niet te werken. Ik was in diverse staten, en opwinding was er één van. Ik haalde de pomp uit elkaar, het kreng zat onder het vet, en er bleken twee dingetjes los te zitten die volgens mij toch echt vast hadden gemoeten. Ik stapte in de auto en reed de 25 km terug naar Champagnole. In de auto oefende ik vast hoe je een pomp ruilt in het Frans. Makkelijk, gewoon verontwaardigd klinken en “Hein” achter de zin zetten. Il ne marche pas, hein! Gelukkig was Hein de beroerdste niet en gaf me, na de pomp bekeken te hebben, een andere. Bij de auto testte ik hem nog even, maar deze was oké.

De boot was in een mum van tijd opgeblazen. Later speelde ik nog een spelletje badminton met Hans. De rackets waren het jaar daarvoor aangeschaft en trots meldde ik aan Linda dat we eindelijk iets hadden dat langer dan één vakantie meeging. Bij de eerste backhand brak het houten handvat af. Kwestie van het racket wekenlang thuis in de regen laten liggen. Story of my life. Morgen wordt het wederom mooi weer.

Jura=Domaine de Chalain

Doucier, le 15 juillet 2012

€1.500,- zou de boete kunnen zijn als de gendarmerie je betrapt op het hebben van een navigatiesysteem met flitspaalwaarschuwingen. Reden genoeg om het te verwijderen. De Renaultdealer was niet erg behulpzaam en scheepte mij af met wat gedownloadde instructies van de TomTom-pagina. Volslagen onduidelijke instructies en ik hoopte er maar het beste van. Ik kon toch pas in Frankrijk controleren of het gelukt was.
We vertrokken geheel tegen onze gewoonte in om 4:30 ’s ochtends. Ik vroeg Linda om Doucier in te geven op de TomTom en op dat moment bleek pas dat het systeem alleen in de Benelux werkte. Nu was het in elk geval zeker dat ik geen boete zou krijgen. Een hele opluchting en ach, die route is inmiddels blind te vinden. Visé, Luik, Luxemburg, Thionville, Metz, Nancy, Dijon, het is voor mij bekender dan de weg naar Amsterdam. Met hulp van een Michelinkaart vonden we de camping zonder één keer fout te rijden. Iets wat met navigatie nog nooit gelukt was.
We hebben trouwens de indruk dat er in de Jura precies één camping zit, en dat alle Nederlanders die via internet iets zoeken, naar deze camping worden geleid. Onderweg haalden we een knalgele Audi in, die we bij de receptie ook weer tegenkwamen. Maar meer nog omdat we al een bekende tegenkwamen van wie we wisten dat hij naar de Jura ging, en omdat sommige lezers de camping al kenden, maar het meest nog omdat de familie Van Dongen, bekend van weblog, Twitter, Facebook en de Volkskrant, ook binnenkort op deze camping verwacht wordt, terwijl zij net als wij, slechts naar de Jura gingen. Maar tegen die tijd zijn wij weer weg. Marina vroeg of we niet in het meer wilden plassen. Ha!

Zomerreces

Wij zijn naar Frankrijk. Na alle drukke werkzaamheden, baanwissels, studie en beslommeringen volgt dan nu het hoogtepunt van het jaar. Dat hopen we tenminste. Daarna hebben we weer frisse moed. Ik wens u allemaal een goede vakantieperiode. Als de zon Sinterklaas zou zijn, dan hoop ik dat Nederland zoet is geweest. Doei.

Vakanties, creditcards en annuleringsverzekeringen.

Na mijn studie, als u mij allen met mijn titel aanspreekt, gaan we op zomervakantie naar Frankrijk. Want zo doen we dat al jaren en dus doen we het nu nog zo. Ik legde vanavond aan Hans uit dat ik vroeger ook altijd al naar Frankrijk ging met Opa Hans, oma Klok, ome Arthur en tante Anouk. Maar dat wij er drie dagen over deden, en dat we geen telefoon bij ons hadden, geen airco hadden en geen dvd-schermpjes achterin, zelfs geen Nintendo. Waarop Hans half concludeerde, half vroeg dat/of vakantie vroeger dus niet zo leuk was. En waarop wij in de lach schoten. Maar helemaal geen gekke gedachte want de vakantie van mijn ouders was ook afzien. Op de brommer van Utrecht naar Voorthuizen, ik geef het je te doen.

Goed, ik ben dik tevreden met die ene keer per jaar op vakantie, maar de aanbiedingen verleiden de vrouw. Nooit de man. Want ik hoor Linda regelmatig iets zeggen over dat ze wel eens een weekje weg wil. Decadent gedoe! Maar goed, onlangs is er in dit huis de creditcard aangeschaft. Want, eerlijk is eerlijk, op vakantie wordt er nogal eens om gevraagd en is het een gedoe als je er niet een hebt. Maar een decadente nazomervakantie is er natuurlijk ook zo mee geboekt. Zo’n creditcard kost geld. Alleen al de doorlopende annuleringsverzekering die ik nu moet sluiten.

Ierland

Deze slideshow vereist JavaScript.

Bijna tien kilo geleden waren wij op vakantie in Ierland. Ik licht de foto’s even toe, u moet zelf maar beslissen welke omschrijving bij welke foto hoort.

1. U ziet mij naast mijn grote idool, mede mogelijk gemaakt door Guinness. In Ierland snappen ze welke muziek je in een kroeg moet draaien om je klandizie in een opperbeste stemming te houden. En, a Guinness a day, keeps the doctor away.

2. Toen ik op de toppen van mijn lichamelijke vermogens zat, werd ik uitgedaagd door die Ierse koppen om mee te doen aan het visegrip-krachtspelletje. Het was een apparaatje waarvan de werking me onduidelijk was, maar dat ze zo konden instellen dat het steeds moeilijker werd om het met één hand dicht te knijpen. Op die Ier met die dikke kop na, was ik de winnaar.

3. De enige foto ooit waarop ik de pose van een fotomodel aanneem. Helaas ziet u mij alleen op mijn rug, maar die houding is een schoolvoorbeeld van poseren.

De liftster

Vizille, Jeudi le 28 juillet 2011

Wederom was het geen zwemweer dus pakten wij de boel weer op en reden doelloos richting Briancon. Tammar vond het wel een goed idee, Bibison en ik vond alles wat op ‘zon’ eindigde wel prima. Briancon ligt 100 km verderop moet u weten en in de Zuid-Franse bergen is dat zeker twee uur rijden. We wisten niet eens wat we er gingen doen, maar de kinderen hadden hoge verwachtingen.

Gelukkig was er weer een kabelbaan waarmee je Mont Prorel opkon. Die was 2566 meter hoog al bracht de kabelbaan je maar tot 2360 meter. Toen we twee uur later weer naar beneden kabelden en bij de auto aankwamen vroeg ik mij af waar ik de parkeerplaats af kon. De slagboom waardoor we naar binnen waren gekomen ging ons er in elk geval niet uit laten. De kassa van de kabelbaan was dicht, dus daar kon ik het ook niet vragen. Na enige tijd zoeken vond ik de uitgang ondergronds. Ik gooide geld in de automaat en liep terug naar de auto en maande iedereen in te stappen. Toen ik naar beneden reed, de ondergrondse parkeergarage in vond ik de doorgang wel erg laag. Naast mij hoorde ik een opgewonden standje roepen dat het nooit ging passen. Ik stopte op de helling en Linda stapte uit. Het ging nooit passen, zei ze. We waren met dakkoffer zeker 15 cm te hoog en ik stond er nog 10 cm vanaf voordat ik de dakkoffer aan barrels zou rijden.

Dat werd een gevalletje hellingproef achteruit. Handrem erop, koppeling op laten komen en als je voelt dat hij pakt, handrem eraf. Ze hebben het mij destijds goed geleerd in Apeldoorn bij het spoor, die hellingproef. Ik reed achteruit en stond weer op de parkeerplaats. The bloody French! Het stond inderdaad bij de ingang, dat je maximaal 1,90 hoog kon zijn hier maar er hingen geen hoogtebeperkingslintjes, of hoe die dingen mogen heten. Het is een oude Franse militaire tactiek. Ze laten je erin, maar nooit meer eruit. Het is net zoiets als de Russen met hun tactiek van de verschroeide aarde. De dakkoffer moest er dus af. Een oude Nederlandse tactiek. Jezelf verlagen.

Zonder dakkoffer en zonder Linda reed ik de parkeergarage uit. De uitgang bevond zich aan de andere kant en ik reed een blokje om naar daar waar ik binnengekomen was. Daar monteerde ik de dakkoffer weer en ik herinnerde me ineens dat ik thuis een trapje had gebruikt, omdat die Nissanbus zo hoog is. Tien minuten later had ik het voor elkaar en we konden terug.

We waren Briancon nog niet uit of Tammar riep dat ze moest plassen. Geen probleem, gewoon even bij een parkeerplaats stoppen. Ik zag een leuke liftster langs de kant staan en zei hardop: “Ja meisje, ik had je graag meegenomen, maar we zitten vol.” Tweehonderd meter verder kwam de parkeerplaats en konden we Tammar laten plassen.

In mijn buitenspiegel zag ik de lifster met de blote benen aan komen rennen. Ik zei in lichte paniek: “Die lifster komt eraan!” Linda was Tammar nog aan het laten plassen en haalde haar schouders op. Maar tien seconden later vroeg ze of ze er nog steeds aankwam. Ik beaamde en Linda moest enorm lachen om mijn paniekerige hoofd. Van mij mocht ze mee, maar zoiets beslis je niet alleen. Gelukkig stemde Linda toe. In keurig Frans vroeg ze of ze mee mocht want ze moest boven op de Col de Lautaret zijn. Toen ze zag dat we Nederlands waren schakelde ze over op Engels, want ze bleek een Italiaanse te zijn. Isabella heette ze en had negen jaar in Grenoble gewoond en twee jaar in Brussel. Ze had zes uur gewandeld door de bergen en haar auto stond boven op de Col.

Ze nam plaats tussen Hans en Tammar en zei dat het mooie kinderen waren. Italianen staan erom bekend dat ze dol op kinderen zijn, net als de Walen. Toen we haar bij haar auto afzetten vroeg ze hoe je “thank you” in het Nederlands zei, en ze bedankte ons in het Nederlands. We reden verder en Linda begon weer te lachen om mijn paniekerige blik. Als een hulpeloos jongetje van 12 dat het even niet meer wist, zo omschreef ze het. Isabella startte haar Fiat Multipla en reed de Col weer af. Zou ze in de gaten hebben gehad dat we helemaal niet voor haar stopten? Ook in dat geval kan ik haar wel waarderen. Met een beetje lef kun je een eind komen. In dit geval boven op Col de Lautaret.