We keken een geweldige film. Ik verwachtte er niet superveel van, maar wel een beetje. Our Souls at Night, zo heet de film, gaat over een een bejaarde weduwnaar (Robert Redford) en een bejaarde weduwe (Jane Fonda) die bij elkaar in de straat wonen. In de eerste scene komt de vrouw vragen aan de man of ze met hem het bed wil delen. Het gaat niet om seks, maar omdat ze niet kan slapen als ze alleen is. De nachten in eenzaamheid vindt ze het ergst.
De volgende nacht slapen ze samen in haar bed en langzaam ontstaat er liefde tussen de twee. Ze krijgen een tijdje de verzorging van een kleinkind op zich, met wie ze gaan kamperen ergens in de wildernis van Amerika. Naast hun tent hadden ze een kampvuur gemaakt, dat lieten ze gewoon uitbranden terwijl ze gingen slapen. Hoef je hier in Nederland niet te proberen. Alleen wildkamperen al is hier niet toegestaan, laat staan een kampvuur maken. Leven is hier niet de bedoeling. Natuurlijk mag een dergelijke gelukszalige situatie niet blijven bestaan van de voorzienigheid, dus volgt een breuk, en de volgende nacht slaapt de oude man weer alleen in zijn eigen bed, koud, kil en triest.
Linda en ik hadden het erover. Zij vond het eigenlijk best logisch dat als je bij elkaar in de straat woonde dat zoiets gebeurde. Ik scande even snel welke buurman ze bedoelde, maar kon er zo geen bedenken. Jane Fonda zag er geweldig uit. Dat vond ik. Zeventig en mooier heb ik ze zelden gezien. Ze deed me denken aan mijn Russische ex-collega. Die ziet er ook vast zo uit als ze zeventig is. Maar dan ben ik al dik in de tachtig. Als ik tenminste de langstlevende ben. En dan moet ik nog zo’n pruik als Robert Redford op de kop zien te tikken, anders slaat het ook nergens op.