Ik stond in de rij voor het patentbureau met mijn nieuwe vinding. Voor en achter mij allemaal studenten met prachtige technologie, en ik had een haarspeldje. U begrijpt, ik ben aan het dromen. Wat ik met daar haarspeldje moest, ik had geen idee. De rij voor mij werd steeds maar korter en ik had niets anders dan het haarspeldje. Het was niet eens een designspeldje, welnee, het was een rechte, zo’n schuifje. Het onvermijdelijke gebeurde, ik kwam aan de beurt. Wat ik voor uitvinding had. Nou eh, dit haarspeldje. Ik liet het zien. Ineens bleek ik toch meer in mijn mars te hebben dan ik zelf had ingeschat, want het haarspeldje bestond uit twee losse einden zonder verbinding met de u-bocht. Ze hielden elkaar op onverklaarbare wijze in evenwicht en waren perfect evenwijdig. Hoe ik het gedaan had, ik heb geen idee, maar wat je er nu precies mee kon, dat wist ik niet. Maar kunstig was het wel. Ik was in elk geval gered van de complete afgang, want hier zou ik me wel uit redden. Tja, en dan houdt het plotseling op, zo’n droom. Dromenuitleggers onder mijn lezers?
Misschien toch nog een onverwerkt dingetje met roem?
LikeLike
Geen idee.
LikeLike
Freudiaans?
Maar wat weet ik ook niet.
LikeLike
Je maakt je druk over de vakantie. Met de auto over die steile bergweggetjes.
Dat, of je wilt stiekem een paardenstaart.
LikeLike