Ik weet niet of er onder de onder de lezers campingliefhebbers zijn maar met de zomervakantie nog in het verschiet wil ik het toch eens over een paar dingetjes hebben.
Ik zelf vind een camping erg leuk. Uiteraard wel als het mooi weer is maar zelfs als je 's nachts in je tentje ligt en er klettert een Zuid-Franse stortbui op je tentdoek is het genieten. Vooral als je overal op de camping paniekerige mensen hoort jammeren omdat hun tent wegspoelt en jij lekker warm in je slaapzak ligt te meuren. De eerste twee dagen is het even wennen maar dan weet je al niet beter. 's Ochtends vroeg stokbrood en croisantjes halen en aan een opklaptafeltje ontbijten, tegenwoordig kennen ze in Frankrijk pindakaas, dus alles is naar wens.
's Middags zwemmen of een berg beklimmen en 's avonds eten, afwas doen (dat is wel klote trouwens) en dan lekker bij het getjirp van de krekels in je luie stoel naar de sterren kijken. Een jerrycan rode wijn erbij, ik begrijp niet hoe mensen een camping niet leuk kunnen vinden.
Helaas kent de Zuid-Franse camping ook een groot nadeel en dan heb ik het over het hurktoilet. Wie dat heeft uitgevonden moeten ze voor straf met z'n kop onder dat gat vastbinden. Altijd als je binnenkomt heeft er iemand het gat gemist en zit je tegen andermans schijt aan te kijken. De voetjes zijn altijd zwart van de schoenen die erop gestaan hebben en de plons die je veroorzaakt is door het hele toiletgebouw te horen. "Daar valt er weer één", denk ik altijd bij mezelf als ik zo'n plons hoor. Bovendien val je na een halve minuut achterover omdat je als blanke Europeaan niet gewend bent meer dan één spier te gebruiken bij het bouten.
Vroeger, toen ik nog schaamte had, ging ik altijd de eerste drie dagen niet en dan wachtte ik tot in het holst van nacht nummer drie, en liep stilletjes naar het toiletgebouw. 's Nachts is er niemand en kun je lekker kracht zetten. Behalve als ik ga dan, want ik zit nog niet of je hoort de deur weer openvliegen. Je houdt je zo stil mogelijk en naast je gaat iemand ongegeneerd zitten drukken. Je maakt alle fases van je buurman mee en pas als hij weg is kun je weer verder. Als je klaar bent en je probeert ongezien weer weg te komen, komt altijd je Franse buurman ook nog even toileteren. Je kijkt elkaar hulpeloos aan en een beschamende groet in de vorm van een benepen 'bonsoir' klinkt zachtjes door het gebouwtje. 'De stank is van de vorige, hoor' zou eigenlijk de eerste zin moeten zijn die je bij Franse les zou moeten leren in plaats van: Voici monsieur Duroc. Il est de Brest. Want daar heb je echt geen reet aan.