Er wordt wel eens gezegd dat de muziek van tegenwoordig niet meer is wat het geweest is. Ik begrijp tot op zeker hoogte wat daarmee bedoeld wordt omdat ik de jaren negentig heb meegemaakt. Daar stortte het totaal in elkaar. De jaren 90 waren de novembermaand van de eeuw. Druilerig. Het was de opkomst van de Housemuziek. Acda en de Munnik konden de hitlijsten domineren met hun depressieve inslag, maar die kale koppen in hun trainingspakken waren het ergst. Hoe lang die ellende heeft aangehouden weet ik niet zeker, maar het kostte moeite om er weer uit te kruipen. In het volgende decennium klommen we er op zeker moment uit, en inmiddels is de muziek wel weer terug op niveau. Zo kijk ik er tenminste tegenaan.
Je had natuurlijk nog wel af te rekenen met die zogenaamde DJ’s als Tiesto en Armin van Buuren of hoe heetten ze allemaal. Ik deed er wat lacherig over want DJ’s waren in mijn ogen de mannen die een radioprogramma op Hilversum 3, Radio 3, NPO 3 presenteerden en niet degenen die hun laptop inplugden en de hele avond met hun armen omhoog stonden te zwaaien. Tot daar op een gegeven moment Avicii ten tonele verscheen en ik moest erkennen dat daar toch wel iets bijzonders gebeurde. Met misschien wel als hoogtepunt Titanium van David Guetta. Inmiddels ook al weer bijna tien jaar oud, maar ik zou best toen dit nummer uitkwam, 25 jaar willen zijn geweest en het mee willen schreeuwen op een bescheiden feestje. Ach, je kunt niet je hele leven een wilde boekhouder zijn.