Ik ben tegenwoordig goed bestand tegen regen want ik heb waterdichte schoenen, een waterafstotende broek en een waterafstotende jas met capuchon. Ik zit dan ook echt op regen te wachten, en vandaag maakte ik een lange wandeling door het bos. Net iets langer dan twee uur liep ik, samen met Lori, de onvermoeibare Hollandse herder, in de kracht van haar leven, tweeëneenhalf jaar oud. Ik ben geen dertig meer, maar ik doe het nog prima. Om het compleet te maken heb ik een horloge met kompas en hoogtemeter, mocht de telefoon uitvallen als ik de weg kwijt ben op de uitgestrekte toendra’s van de Veluwe. En mocht ik vast komen te zitten in een wirwar van vleesetende planten, heb ik mijn zakmes dat me kan redden. Misschien ben ik wat overdreven uitgerust voor de Veluwe, maar ik kan het ook niet helpen dat ik hier ben geboren en niet rond de poolcirkel.
Het is alweer een paar jaar geleden dat ik een wolf zag, maar steeds hoop ik er een tegen te komen. Ik zie vaak hun uitwerpselen, maar daar blijft het dan wel bij. Lori ruikt er aandachtig aan en ik vraag me af welke informatie ze er allemaal uithaalt. Mannetje, vrouwtje, ziek, gezond, zwak, nog in de buurt of ver weg, ik heb geen idee. Feit is dat het lang duurt voor ze uitgesnuffeld is, dus ik denk dat ze veel data verwerkt.
Het was na vieren, het meeste daglicht was al wel geweest en ik moest nog een kwartier naar de auto. Opeens hoorde ik het gehuil van een wolf. Het was ongeveer een kilometer weg , het kwam van de andere kant van de heide, uit de bossen, en het herhaalde zich drie keer. Dat had ik nog nooit gehoord, een prachtig geluid, en om een of andere reden klonk het vertrouwd. Alsof het nooit anders was geweest. Lori reageerde er niet op, die was te druk met achter haar bal aan het rennen, want dat is voor haar de hoofdzaak in het leven.

