Een poosje geleden noemde ik de term “magische gedachten”. Ik zocht op wat het precies betekende en het komt hier op neer: het geloof dat bepaalde handelingen een uitkomst kunnen beïnvloeden. Een ordinair bijgeloof dus. Maar bijgelovig zijn vind ik meer te maken hebben met algemeen geaccepteerde nonsens zoals ladders, zwarte katten, hoefijzers, vrijdagen, vallende sterren. Magische denken gaat meer over je eigen verzonnen nonsens. Dat je bepaalde handelingen uitvoert of juist laat om een uitkomst te beïnvloeden. Wat als je niet uitkijkt kan uitmonden in een dwangstoornis.
Mijn magische gedachten zijn wat onschuldiger. Ik moet bijvoorbeeld met de fiets eerder bij een verkeersdrempel zijn dan een naderende auto, dan zal mij een groot fortuin wachten. Lukt het nu wel of niet, in beide gevallen ben ik het na vier seconden vergeten. Een erfenisje van vroeger, toen ik veel vaker magisch dacht. Zo moest ik van mezelf bepaalde totaal onbeduidende momenten inprenten in mijn geheugen. Waardoor ik altijd een bepaalde boom onthield, of een glinsterend steentje op een voetbalveld.
Als het gaat om PSV is de situatie wat erger. Als de club een tegendoelpunt krijgt komt dat altijd doordat ik even met mijn gedachten weg was bij het spel, waardoor ik die bal niet kon bezweren. Ook moet Linda niet tegen me gaan praten op een moment dat de tegenstander een aanval inzet, want dan is het geheid een tegendoelpunt. Ook mijn voorbereiding op de wedstrijd kan van invloed zijn op de uitslag en daarmee bedoel ik dat ik de tegenstander niet te lichtzinnig mag opvatten anders kan het daar fout gaan. Tot slot kan de commentator het volledig voor PSV verpesten door een wedstrijd uit het verleden aan te halen waar het alsnog fout ging. De goden verzoeken noemen we dat.
En natuurlijk snap ik met m’n havo diploma dat ik geen enkele invloed op gebeurtenissen heb. Haha, ik ben toch niet achterlijk? Maar ik geloof mijn eigen verstand niet en neem toch maar het zekere voor het onzekere. Het beste voorbeeld van dat ik bijgelovig ben, is dat ik op twee tegengestelde vragen hetzelfde antwoord zal geven. Het antwoord luidt: “Doei! Doe eens even normaal zeg!” De vragen luiden: “geloof je in spoken?” En: “zou je alleen in een huis gaan slapen waarvan men zegt dat het er spookt? “
Grote Leiders waren er mee gezegend (of behept). Napoleon bijvoorbeeld had iets heel hypnotiserends in zijn ogen. He got you under his spell, als je dichtbij hem was. Je zult het niet willen horen maar Hitler had hetzelfde. En zo kunnen de Grote Leiders hun gang gaan.
Het is niet helemaal wat jij beschrijft maar als je even door oefent, ligt er een grootse toekomst voor je in het verschiet. Mocht je de Americanos zat zijn.
LikeGeliked door 1 persoon
Vagelijk herinner ik mij ook zoiets te hebben gehad in een gematigde versie.
Dat idee is overgegaan in een verantwoordelijkheid voelen wat er om me heen gebeurd.
LikeLike