Het is dit weekend carnaval. Voor sommigen een belangrijk feest waar al maanden voorbereiding in zit, anderen trekken een kiel aan en voor hen is het feest omdat hun leven nu eenmaal één groot feest is. Voor mij is het een feest als alle anderen, want ik doe niet mee. Ik heb niks met feest, het zit niet in me, en wat de reden daarvan ook is, zo deel ik mensen in. Zij die onbekommerd kunnen feesten en zij die dat niet kunnen.
Of het nu teveel geleden leed is, of omdat ik de controle wil houden, ik kan me er niet aan overgeven. Als ik een feest op televisie zie, haak ik al af. Het wil niet zeggen dat ik niet vrolijk ben maar mannen die lol hebben met een pruik op, wantrouw ik. Bovendien, ik hield al nooit van carnaval, een jaar of tien geleden overleed er onverwacht een klasgenootje van Hans vlak voor carnaval. Ik was er ontdaan van. De optocht kwam vlak langs zijn huis. “Joost is anders geaard,” schalde het uit de speakers. Toen voelde ik me ongemakkelijk.
Neemt allemaal niet weg dat ik natuurlijk een veel leuker leven zou hebben als ik gewoon kon hossen. Het is mij niet gegeven, ik ga mij alleen maar ongelukkig voelen in zulke omstandigheden. Misschien dat ik maar ga vasten, 40 dagen lang. Om toch nog wat zin aan carnaval te geven.
Ik heb er ook niets mee. Het gaat nergens over. Ik las in de krant wat er dit weekend in de stad te beleven viel en dacht: bedankt voor de waarschuwing. In Dordrecht zal het allemaal wel meevallen. In Breda waar ik vele jaren woonde, vergaten we het eens en wilden ergens gaan eten. We kwamen nergens in! Stom carnaval.
LikeLike