Op de heenweg dacht ik na over wat mij nu precies zo naar Frankrijk trekt. En om preciezer te zijn: Zuid-Frankrijk. Natuurlijk heb ik er herinneringen, maar dat is het niet alleen. Het is ergens ook overweldigend, intimiderend bijna, dat hete zuiden. Zuid-Frankrijk is het echte werk, maar vlak over de grens in België begint het al. Bordjes met hellingspercentages en met “autoroute du soleil” en die armoedige stad Luik die je moet passeren of doorkruisen. Vroeger koos ik voor doorkruisen, maar tegenwoordig pak ik de snelweg op zoek naar de gevreesde helling vlak na Luik. Nu werden we omgeleid waardoor ik deze helling miste die ik nooit meer zal vergeten sinds ik erop reed in 1993. Maar tegenwoordig neem ik België met een korreltje zout. Het echte werk begint in Frankrijk.
Die zinderend hete autoroutes met hun tolpoorten waar het wemelt van de nerveuze automobilisten. Je rijdt vanuit je veilige baan ineens die fuik in en moet je het beste tolpoortje zien te vinden. Je kunt niet hebben dat je ergens aansluit en dat het poortje naast je de snellere blijkt te zijn.
En dan Lyon, waar je tegenwoordig omheen kunt, maar wat je natuurlijk niet doet, als die-hard autoroute du soleil fan. Dwars door de stad heen zul je, daar waar het krioelt van de auto’s, waar je het geluid van de krekels binnen in de auto hoort, en waar wegbewijzering in lichte kleuren met zwarte letters aangeven dat de grote stad Marseille nog meer dan 300 km is. Heel anders dan die veilige blauwe anwb borden met witte letters. Deze kleuren stralen uit dat het hier vijandig is. Hier ben je overgeleverd aan de norse Franse autoriteiten die het voorzien hebben op de nerveuze Nederlander die gewend is aan rubber tegels.
En dan die borden in vier talen, maar niet in het Nederlands, dat je moet remmen op je motor omdat je gewone remmen te heet worden op de komende afdaling. Tegenwoordig niet meer zo’n probleem maar vroeger schoten ze je met 170 voorbij, wanhopig door hun remmen heen trappend.
Om nog maar te zwijgen van als je pech krijgt en daar langs de kant staat en je in je gebrekkige Frans hoopt op vriendelijkheid en begrip. Welnee, in een onverstaanbaar spervuur van woorden zegt men iets, en verbreekt men de verbinding. Nee, dan was je blij als je weer op de camping aankwam en merkte dat de Fransen de beroerdste niet bleken te zijn, en dat het niet voor niets “la douce France” genoemd werd.
Wij gaan begin september, tenminste dat is het plan. En echt niet meer naar het zuiden. Die tijden zijn geweest. Een stukje onder de Loire. Dat is nog te behappen qua temperatuur.
En de autoroute zien we niet.
Wat is er met Luik? Wij pakken de laatste jaren ook de snelweg erom heen i.p.v. dwars erdoor.
LikeLike
Luik stond indertijd bekend als een failliete gemeente waarin alles leek te zijn vervallen maar is tegenwoordig weer een welvarende stad.
LikeLike
Haha, hoe herkenbaar..
Dank zei jou reis ik nu toch nog een beetje door Frankrijk.
LikeLike
‘Kijk daar loopt Mies’, klonk het midden in de nacht vanaf de achterbank, duidend op onze al tijden zoekgeraakte poes. Afslag gemist en zo reden we Parijs binnen. Gelukkig konden we er ook snel weer uit. Vreselijke ritten vond ik het altijd.
LikeLike
Mooi 🙂 dat vond ik ook een van de mooie aspecten van mijn baan als koerier 25 jaar geleden; ik wou die lange ritten van de ene kant niet, want het moest in één ruk heen en terug, maar die paar keer dat ik het gedaan heb was wel avontuurlijk.
LikeLike
In de VS zie je altijd borden die je “engine braking” verbieden. Begrijp niet wat ze bedoelen.
LikeLike
Heel herkenbaar, dat verlangen naar zo’n land zonder rubber tegels waardoor het lijkt alsof het leven daar echter is dan in NL.
LikeGeliked door 1 persoon