St. Laurent du Verdon, 26-07-2019
Linda had me verteld over een Nederlander die kwaad bij de receptie stond te tieren. In het Engels zei hij dat hij zich nog nergens zo niet welkom had gevoeld als hier. Hij had 3500 euro uitgegeven en alles wat ze deden was iemand naar hem sturen die geen woord Engels sprak. Hij eiste de manager te spreken te krijgen.
Ik dacht: oei, da’s lullig.
We reden van de camping af en ons kwam een auto tegemoet. Linda zei: dat is die man die zo kwaad was.
Ik dacht: oei, een Audi.
Vandaag in het zwembad wees Linda me op een kale kerel met één getatoeëerd been die lag te telefoneren. Dat is die man die zo boos was, zei Linda. Hij lag tegenover ons en telefoneerde luidruchtig en langdurig. Absurd lang als je het mij vroeg. Ik lag te lezen, dus zijn gesprek was storend. Ik hoorde hem wat Engelse zakelijke termen gebruiken en een aantal hoge getallen noemen. 75.000-100.000, in die orde van grootte, dus hij moest haast wel belangrijk zijn. Zijn vrouw, die er op een afstand nog wel aardig uitzag in haar knaloranje bikini, was hun kinderen aan het vermaken in het zwembad. Toen ze zich bij hem voegde, was zijn telefoongesprek ook ineens snel klaar. Hij vertelde haar wat hij zojuist had besproken en zij keek verveeld.
Ik zei tegen Linda: ik weet nu al dat wat die klacht ook mocht wezen, hij ongegrond was.
Nou nou nou, jij beleeft daar wat!!
Ik zit binnen en zit te puzzelen.
LikeLike