Ik hoorde een stem, de stem had een bekende klank, maar ik kon hem toch niet direct thuisbrengen. Eigenlijk kon ik het wel, maar de stem zei dingen die de drager ervan niet paste. Want het was de stem van Paul Witteman, die klonk wat ouder en hij had het over het geloof. Dat het wetenschappelijk was aangetoond dat mensen die geloven, gelukkiger zijn dan zij die dat niet doen. En daar baalde hij van. Dus ging hij naar een kerk in Veenendaal, een zogenaamd refodome waar 2000 voornamelijk jonge mensen kwamen luisteren naar gospelachtige muziek. Na afloop reed hij met de pest in terug naar huis, en vroeg zich af waarom hij toch zo de pest in had? Hij kon uiteindelijk niet anders dan concluderen dat hij jaloers was op de blije mensen waar hij zojuist had bijgezeten.
Paul is inmiddels 70, zijn stem klonk bekend, maar wat hij zei was niet des Pauls. Zou hij over klassieke muziek hebben gepraat, dan zou ik het gelijk geweten hebben. Zouden ze Marcel van Dam erbij hebben gezet, zou ik het gelijk weten, maar nu hij praatte over het geloof, herkende ik zijn stem niet.
Het deed me denken aan een smaakexperiment dat ik ooit zag, waarbij ze aan Cola een gele kleurstof hadden toegevoegd en twee groepen mensen het drankje lieten proeven. Geblinddoekten en niet-geblinddoekten. De geblinddoekten hadden gelijk in de gaten dat het cola was, terwijl de niet-geblindoekten het drankje niet konden thuisbrengen.
Smaak wordt mede bepaald door het gezichtsvermogen, en stemmen worden herkend door het geheugen voor klanken en door referenties. Grote kans dat als u André van Duin een verklaring van Al Quaida hoort voorlezen, u zijn stem niet zult kunnen thuisbrengen. Of als u uw partner ineens vloeiend hoort spreken in een taal waarvan u niet wist dat hij of zij die beheerste, dan herkent u hem of haar ook niet. Vreemd, hoe onze hersenen altijd maar voor de gek gehouden kunnen worden als je één detail verandert. Zo werkt goochelen ook. “Wauw” als je de truc ziet en “ooh” als je hem snapt. Context en referenties. Als we die niet zien, zijn we het spoor bijster.
ik werkte ooit een tijdje bij een projectonwikkeklaar, die een eigen drukkerij had, een afdeling ergens in de kelder van het gebouw.
Louis was de chef en hij droeg altijd een beige stofjas. We mochten elkaar graag. Op een dag kwam ik hem tegen op de roltrap van V&D, hij droeg een sportief tweedjasje en was samen met zijn vrouw, die ik niet kende . riep hij vrolijk. Ik heb drie keer moeten kijken eer ik besefte dat het Louis was.
LikeLike
Uitstekend voorbeeld!
LikeLike
Instemmende groet,
LikeLike