Ik lees net een onderzoek waar mijn broek van afzakt. En dan gaat het niet eens om wat ze onderzocht hebben, maar om wat ze nu eigenlijk ontdekt hebben. Het gaat om de ratelslang. Volgens de onderzoekers maakten de eerste ratelslangen geen ratelend geluid. “Boeiend,” denk ik dan, en ik lees het onderzoek. De onderzoekers hebben een test gedaan met 56 aan de ratelslang verwante soorten en ontdekten dat als de slangen zich bedreigd voelden, ze met hun staart zwiepten. (als ze aanvielen stond er in de Nederlandse vertaling, die begrepen er al helemaal niks van)
Het simpele feit dat ze met hun staart zwiepten is voor de onderzoekers genoeg reden om aan te nemen dat de ratelslang vroeger een onratelslang was, die door een genetische fout eelt op zijn staart kreeg, en omdat hij toen ineens kon ratelen, was hij succesvoller dan zijn soortgenoten, en zo ontstond de ratelslang. Ik zou er boos om worden als het niet zo lachwekkend was. Ik ben alleen bang dat hele volkstammen dit verhaal geloven. Het gemak waarmee zoiets wordt aangenomen. Als we het niet weten, was het een genetische fout die later een genetische goed bleek te zijn. Nee, dat noemt zich wetenschapper. En maar lachen om mensen die alles vanuit hun geloof verklaren. Onwetendheid voor gevorderden, noem ik dit.
Blijft natuurlijk de vraag hoe de ratelslang dan wel ontstond. Het is het verhaal van de kip en het ei. We weten het niet. Maar geef dat dan gewoon toe zeg! Ik vraag me onderhand af of hier niet de wet op de kansspelen van toepassing moet zijn. Nee, ik zou me hier diep voor schamen, als ik bioloog was. Volgende!