Rijden in Frankrijk is anders dan rijden in Nederland. De wegen zijn spiegelglad, als in: niet hobbelig en slingeren zich door de bergen heen. Om een volgend dorp te bereiken moet je langs een berg en meestal leiden er verschillende wegen naartoe. Pak je een D-weg dan is het genieten. Je mag er 90 en nergens voel je de behoefte harder te gaan. Soms is het zelfs lastig die snelheid te halen. Het is schakelen en sturen, je bedient de auto zodanig dat hij het naar zijn zin heeft. Want als de auto het naar zijn zin heeft, dan hebben de inzittenden dat ook.
Als je de navigatie instelt op de kortste route komt het moment dat je een smal bergweggetje op gaat. Twee auto’s kunnen er niet passeren zonder dat er een in het ravijn stort. Haarspeldbochten naar boven, terug naar de eerste versnelling, uiterst wijd insturen voor het overzicht en dan weer snel naar binnen. Ondertussen zie je om je heen eindeloze stukken Ardèche. Iedereen geniet, maar papa het meest.
deze “mama” ook hoor!!
LikeLike
Dus de volgende keer mag ik mee? Wil het ook wel eens zien 🙂
LikeLike
Ja zeker. Dan huur ik een bus.
LikeLike
Zie mailbox
LikeLike
Nooit wat van gemerkt. Op de D-wegen waar ik fietste werd ik hooguit met 50 ingehaald, alleen op de brede interdepartementale D900-serie werd harder gereden. Maar nu lees ik op wiki dat je bij mist en onoverzichtelijkheid ook niet harder mag dan 50. Een dat verklaart veel waarom op deze smalle fietswegen veel langzamer wordt gereden.
LikeLike