Hele lagere school voor niets.

Twee dingen wil ik even met u delen vanavond. Het ene is 't kofschip. Ik dacht dat ik het snapte.

In de verleden tijd een t als de laatste letter van de stam in 't kofschip zit en een d als dat niet zo is.
Dus 'wuifte' en 'de hond is ontluist'. De ontluisde hond. Begrijpt u dat ik het niet meer snap?
Ik kwam erop omdat er iemand 'verhuist' was. Ik dacht dat het 'verhuisd' moest zijn.

Nou ja, er is vast wel iemand die mij uitlegt hoe het zit.

Verder was er laatst een weblog(g)(st)er, ik dacht dat het Peng was maar ik kan het niet meer vinden, die een ooievaar had gezien.
Op zich is het redelijk bijzonder want ik denk dat ik achter in de twintig was toen ik er voor het eerst eentje zag. Later heb ik er hier en daar nog wel eens eentje gezien, maar qua aantal hebben ze de merels nog niet verdreven.
Ik reed vandaag over de A28 tussen Nijkerk en Nulde en zag in een weiland ongeveer 10 ooievaars zitten. Heb ik nu iets heel bijzonders gezien, zijn ooievaars helemaal niet zo zeldzaam als ik denk of heb ik gewoon 10 andere vogels gezien die op ooievaars lijken? (En nee, het waren geen reigers.)

Het lied van de zeilschippers

Het boek wat ik in de vorige eeuw het vaakst heb gelezen is 'Het lied van de zeilschippers' van Marinus van Goeree uit 1958. Ik heb het boek gekregen van mijn moeder, die het in haar jeugd weer vaak gelezen heeft. Het verhaal speelt in de 19e eeuw en gaat over een jongen, Nico Donkelaar, die niet als arbeider op het land wil eindigen, maar het schippersvak wil leren. Uiteindelijk lukt het hem om schippersknecht te worden bij een schipper die bekend staat als een van de beste zeilers uit het vak. Met veel pech, kou, wachten, honger en ellende doorstaan ze de winters terwijl ze 's zomers het mooiste beroep ter wereld hebben.
Uiteraard wilde ik ook binnenvaartschipper worden. En piloot, en politieagent, nieuwslezer, Cruijff, autocoureur en de hele hutsefluts.
Vandaag liep ik tussen de middag een rondje langs de Arkervaart en zag daar diverse schepen aangemeerd liggen. Op eentje was een schipper bezig met onderhoud terwijl de zon lekker scheen. Twee enorme scheepskatten hadden hun toevlucht aan wal gezocht. Toen ik ze naderde, haastten ze zich om weer aan boord te komen. Ik keek ze na terwijl ze de kajuit in verdwenen en wist het ineens weer zeker: Ik wil schipper worden.

Met de wind in de zeilen,
met een bries in het want,
over brede rivieren
door dit sappige land.

UPDATE 24-6-05: En vandaag tussen de middag zag ik allemaal van dat lichtgroene bikinispul op de boten ronddartelen, dus nu wil ik helemaal schipper worden.

Schoolbank.nl

Afgelopen weekend kreeg ik een mailtje van een meisje dat ik 25 jaar niet heb gezien, en dat destijds bij mij in de klas zat.
Ze vroeg of ik nog steeds in Drunen woonde (nee!!) en ik vond dat op een of andere manier niet zo'n slimme vraag. (Ik weet namelijk precies welke 14.655 inwoners er behalve mij nog meer in mijn huidige woonplaats wonen.) Maar maakt ook niet uit, ze was kapster geworden maar was inmiddels gestopt met werken om voor haar twee kinderen te zorgen. Voorbeeldig. Kan niet beter.

In elk geval, ze vertelde dat ze het laatst met mijn beste vriendje uit die tijd nog over mij heeft gehad. En inderdaad, twee weken geleden begon mijn neus ineens te jeuken.
En dat vond ik mooi, twee mensen uit het verleden die met elkaar over mij spraken. Gewoon alsof ik een beetje beroemd ben. (Ben ik ook wel een beetje natuurlijk)
Ze noemde verder nog de namen van een stuk of zes ex-klasgenootjes die ze nog steeds wel eens tegenkomt. Ik heb haar gevraagd om ze allemaal de groeten te doen. Want er zaten best lekkere wijven bij.

Hij ook.

En voor hem was ik ook bang. Hij mocht dan wel goedaardig zijn, en zelfs als 10-jarige had ik al door dat hij steevast om half acht en om tien over half acht een keer veranderde in de Hulk, ik was iedere keer weer blij dat het afgelopen was.
Pfff…kwart voor acht. Bedtijd.
Een jaar later mocht ik kiezen; Acht uur naar bed of het journaal nog kijken en 10 voor half negen naar bed. Het laatste dus. (Philip Frederiks was er nog niet.)
Vrijdags mocht ik half 10. Ik had dan net judoles gehad en als ik terugkwam moest ik douchen en mocht in mijn pyama nog even een glaasje sinas drinken. Daarna stapte ik mijn opgemaakte bed, met dekens en lakens, en pakte mijn Arendsoogboek. Ik herinner mij dat ik op dat moment dacht dat alles goed ging en aan God vroeg of de tijd stil gezet mocht worden. Ja, ik was best een tevreden kind.

De plaaggeest.

Gisteren waren Bassie en Adriaan op televisie. Met de plaaggeest. Ik herinner me dat ik daar doodsbenauwd voor was. Jaap Stobbe met zijn zwarte cape, bolle wangen, narrenmuts en akelige lachje.
Het was denk ik 25 jaar geleden, dat ik het voor het laatst gezien had. Dus ik was nieuwsgierig en bleef maar kijken tot die plaaggeest in beeld zou komen.
Maar dat was het dus net hè, het duurt heel lang voordat ie (steeds maar even) in beeld kwam.
Eerst hoor je PoltergeistExorcistmuziek en dan hoor je het akelige lachje en dan zie je hem snel verdwijnen.
Dat is toch ook niks voor kinderen!
Ik werd er weer angstig van. Mijn tien-jarige neefje deerde het allemaal niets. Die lachte alleen maar. Ik ben al een held dus hij moet later wel helemaal een stoere commando worden.

Herinneringen aan de kleuterschool.

Wat dacht u hiervan? Ik heb mijn "jasophangplaatsherkenningsbordje" van de kleuterschool nog. Dat ding hing dan boven de kapstok op de plaats waar mijn jas moest hangen. Dacht ik. Ik zat bij juffrouw Trees (als je stikt ben je er gewees) en daar heb ik het knippen en plakken geleerd.
Twee witte muizen waren de huisklasdieren maar op een ochtend waren ze ontsnapt en vond Ronnie ze tussen een rol vloerbedekking. Dood.
Ik was verliefd op Erica, en Elvis kende ik toen nog niet. Kralen in m'n neus stoppen was ik goed in. Leuk kereltje, niet? Jaa, dat kon nog wel eens een hele grote worden.

Is dat nou alleen bij mij?

Als kind las ik veel. Donald Duck, Wipneus en Pim, Arendsoog, De vijf, Thea Beckman, Evert Hartman, Hoe word ik commando, en evenwicht op de balans.
Toen kwam de middelbare school. En moest je boeken lezen die je op die leeftijd totaal niet begreep. Wolkers, Reve, Hermans, Mulisch, en nog wat talentlozen.
En zo hebben ze het op school voor elkaar gekregen dat ik nu alleen nog verkeersborden lees.

Het mooiste kerstverhaal.

De laatste twee jaar van de lagere school had ik een leraar die erg goed kon voorlezen. Een keer rond kersttijd, las hij een prachtig verhaal over een oudere alleenstaande man, die vlak voor kerst gedroomd had dat Jezus de volgende dag bij hem op bezoek zou komen. De man was hier erg opgetogen over en kreeg de volgende dag wel mensen aan de deur, maar niet Jezus. De bakker, de vuilnisman, (die zuur stonk maar wel koffie kreeg) en nog iemand maar dat weet ik niet meer. De klas was muisstil en luisterde naar het verhaal. We zaten gewoon te wachten tot Jezus zou aanbellen. Aan het eind van de avond had de oude man een drukke dag gehad maar hij was verdrietig dat Jezus niet langs was geweest en viel op zijn stoel in slaap. In een droom verscheen Jezus en de man vroeg waarom Hij niet langs was geweest. Jezus, gelukkig niet voor één gat te vangen, vertelde de man dat Hij wel was langsgeweest. Als vuilnisman, als bakker, kortom, in de harten van de mensen.
Nu, 25 jaar later herinner ik me het verhaal nog. Het verhaal liep over van naastenliefde. Ik weet zeker dat alle kinderen uit die klas, gegrepen door dat verhaal, nu nog ieder jaar met een tevreden hart hun kerstpakket weggeven aan een arm gezin.
Ik ben benieuwd of dit verhaal, gelezen door dezelfde leraar in deze hardere tijd nog dezelfde impact heeft op kinderen.
Ik denk hoop van wel.