De hartstichting belde vorige week. Met een smoes uitstel gevraagd. Gisteren belden ze terug. Ze vonden het belangrijk om hun donateurs af en toe te spreken. Dat vond ik al verdacht. Dus ik luisterde en wachtte af. Waarom ik donateur van de hartstichting was? “Nou” zei ik, “dan zullen jullie net eerder dan de nierstichting gebeld hebben? Het had wat mij betreft ook het longfonds kunnen zijn.”
Maar de aap kwam uit de mouw, of ik mijn bijdrage wilde verdubbelen. Nee! Drie euro per maand meer dan? Nee! Zou u dan u bijdrage willen verhogen met twee euro per maand? Nee! Één euro? Nee!
Wat een idioten. Voor hetzelfde geld zet je je bijdrage stop. Wat zeg ik, ik ga het gewoon veranderen naar het longfonds! Dat zal ze leren, die schooiers.
die collectanten zijn vrijwilligers, die zonder vergoeding bij nacht en ontij langs de huizen gaan, ik doe het ze in deze argwanende tijd niet na.
De hartstichting zal wel een fatsoenlijk goed doel zijn, in ieder geval, voor beiden vind ik de titel schooiers ongepast.
LikeLike
Vrijwilligers, die gasten die je bellen? Hoe kom je daar nu bij? Dat zijn studenten die wat bijverdienen bij een callcentre. Blijft u even aan de lijn voor het bel me niet register? En ik had mijn donatie al een keer stopgezet wegens uitspattingen van de directeur. Ze hebben me toen verzekerd dat ze maatregelen hadden genomen. Hun verhaal is een marketingverhaal, zorgvuldig opgebouwd, met zoveel mogelijk vallen erin waar je in kunt trappen. Ik doneer vrijwillig, niet op zo’n manier.
LikeLike