Dat was het dan weer, de laatste avond van een bloedhete vakantie, de eerste in 21 jaar met z’n tweeën. Hans werd hier verwekt aan de Lot, en van Tammar weet ik het ook nog precies. Hoe ik dat weet? Gewoon, dat weet ik. Een soort Annunciatie. Net als dat je bij kleiduiven schieten voelt als je raak gaat schieten. Dan zit alles mee, geen zijwind, geen zenuwen, je weet het gewoon. Wat heeft dit met deze vakantie te maken? Niets, behalve dat we toen ook met z’n tweeën aan de Lot zaten.
Twee weken terug lijkt een eeuwigheid geleden. Dat we bij ons overnachtingshotel aankwamen, dat we de hond daar uitlieten en dat we hier aankwamen en verblijd werden door het uitzicht. Inmiddels begint het te wennen, de mevrouw van de bakker herkent me al, ik rij met de zender RFM op en hoor nieuwe Franse hits, en ik loop ‘s middags bij het meertje om Lori te af te laten koelen.
Wonderlijk hoe snel het went. Zou ik hier nog twee weken zijn zou er vanzelf een albinopet op mijn hoofd groeien. Maar de hitte is nu mooi geweest. Het is hier sinds wij kwamen niet onder de 33 graden geweest, en het was vier keer 39 of hoger. Nou ja, het zakte ‘s avonds natuurlijk wel onder de 33, maar het bleef warm. De natuur moet hier tot woensdag wachten voor er enige tegen van betekenis gaat vallen.
Morgen ben ik weer blij dat ik thuis ben, en overmorgen wil ik weer terug. Zo werkt het al jaren.




