Hoe denk je over vlees eten?
Mijn opa wilde er niks van weten als ik zei dat ik het zielig vond voor de dieren. Vlees heb je nodig was het enige wat hij zei en daarmee was de discussie klaar. Hij ging niet in op mijn argumenten. Hij stond duiven uit een boom in z’n voortuin te verjagen omdat die hem uit z’n slaap hielden en toen hij een keer m’n broertje overstuur in de auto had omdat hij een eend overreed was zijn commentaar: je moet nooit remmen voor een beest. Ondanks dat hij niks om beesten gaf vond ik hem een leuke opa.
Mijn andere opa was andere koek. Die werd gebeten door een hond maar zei niks omdat hij bang was dat de hond op z’n donder zou krijgen. Hij voer zijn boot in het riet om meerkoeten te ontwijken, tot onbegrip van mijn oma die hem dan toebeet: “die beesten gaan toch vanzelf aan de kant!” “Baasje zal jullie niet overvaren,” zei hij dan.
Ik ben duidelijk net als de laatst beschreven opa, van mijn moeders kant. Ik ben gek op dieren, vooral op honden, maar ik vind de meeste dieren prachtig. Ook koeien en varkens. Maar ik eet wel vlees, maar doe dat met respect. Bij ons was de hoofdmaaltijd vroeger de groente, dus als ik vroeg, wat eten we, dan was het antwoord bijvoorbeeld “andijvie.” De groente was bepalend of je het eten lustte of niet, het vlees zat erbij en lustte je altijd wel, tenzij het lever was.
Mij zul je nooit horen zeggen dat ik een vleesliefhebber ben, of dat ik een van een “homp” vlees hou. Ook zal ik nooit de WordPress vraag van vandaag beantwoorden met: heerlijk! Ik heb altijd in m’n achterhoofd het dier, en niet m’n eigen belang. In een restaurant bestel ik eerder pasta dan biefstuk.
Dus hoe denk ik over vlees eten? Ik doe het en geef er weinig ruchtbaarheid aan omdat er ergens iets wringt. Maar ik ben niet mans genoeg om dan te stoppen met vlees eten. Schijnheilig misschien wel. Waarschijnlijk als ik met een vegetariër was getrouwd zou ik gedeeltelijk meegedaan hebben. Omdat ik eet wat de pot schaft en allang blij ben als er voor me gekookt wordt.
Kortom, een moeilijk verhaal. Enerzijds vind ik er iets van, anderzijds doe ik het ook. Het zal dan ook niet voor niets zijn dat ik bij tijd en wijle met mezelf overhoop lig. Ik vind dan ook dat een dier ook een mens mag eten. Voor het evenwicht. Daar doe ik dan ook niet moeilijk over. Tenzij diegene vegetariër was. Dat zou wrang zijn.



