We, Tammar en ik, moesten even wachten in de rij voor de bootjes in de Julianatoren. Voor mij stond een luidruchtige man. Ik sloeg er niet echt acht op, totdat ik me afvroeg waar ik dat accent van kende. Ineens zei hij luid: “dat moet je hem eens in z’n gezicht zeggen!” Het ging over mij. Zijn zoontje had mij aangewezen als slachtoffer om met z’n allen aan te vallen op het water. De bootjes konden water spuiten. Ik hoorde het mannetje aan en vroeg of hij wel goed kon zwemmen. De vader liet een bulderend gelach horen. Zijn vrouw kwam aanlopen en toen wist ik het: woonwagenbewoners.
Op het water werden wij inderdaad aangevallen door de bende. De mannetjes spoten ons nat. En onze boot was net gerepareerd, maar toch haperde de spuit soms. Maar met mijn hand in het water gooide ik een enorme plens water over een van de ventjes. Vanaf de kant begon een moeder hysterisch te gillen: “Hee, hij speelt vals,” en zij begon ons vanaf de kant te belagen op de zelfde manier. De andere mensen in de rij vonden het wel vermakelijk. Toen ik een ander ventje volplensde begon hij te huilen. Dat vind ik dan flauw, om als kamper te gaan huilen terwijl je halve familie aan de kant staat. “Pak, hem!” riepen ze aan de kant. Een andere vent riep me toe dat ze één grote familie waren. Ik antwoordde hem dat ik dat al gezien had. De vader in de boot zat nog steeds te lachen. Ach, het is maar water, zei hij tegen z’n zoontje dat wraak wilde nemen en vroeg of z’n vader mij in het water wilde gooien. Op de kant gaf ik het mannetje dat gehuild had even een vriendschappelijk tikje op zijn hoofd en vroeg of hij erg nat was geworden. Hij lachte alweer. Apart volk.
Was je met Hermanus op pad? Ohnee, die is in het echt eigenlijk heel lief hè? 😉
LikeLike
Kijk, zo’n klein jochie eerst helemaal nat gooien en dan op de kant ook nog een tik geven, dat vind ik wel ver gaan.
LikeLike
Geef mij maar kampers.
Beter dan lui met een hete aardappel in de strot.
LikeLike
Over apart volk gesproken, die heer AH die alsmaar bleef zeuren over Willy Stähle, was dat niet stiekem Mack himself?
Die zich vervolgens het apezuur lachte om alle reacties? Want dan zijn we er toch maar mooi ingetuind.
LikeLike
Nee, zeker niet. Als ik zoiets al zou doen, zou ik het zo doen dat het ook duidelijk was dat ik het was. Zo heb ik me ook een tijd afgevraagd of jij misschien Felicita was.
LikeLike
Ja het is apart volk, kampers, zigeuners. Ze staan boven de wet. Ze leven in hun eigen wereld, maar wel graag tussen ons in.
LikeLike
Nee ik ben niet Felicita. En ik zou best wel willen weten hoe het met haar gaat. Zij leest wel bij Kipdelek mee, maar reageert nooit meer.
Niet dat ik regelmatig reageer, maar ik heb een excuus in de zomermaanden.
Wel is Fien een nickname. Dat deed ik omdat ik een paar jaar geleden nog werkte en ik bang was, dat leerlingen mij herkenden.
Nu werk ik niet meer en kinderen van 13, 14 jaar interesseren zich echt niet voor blogs van “oude” mensen van rond de 40 jaar. Zij vinden boven de 20 al oud.
Omdat ik nu zo gewend ben geraakt aan dat Fien, laat ik het maar zo. Het klinkt ook wel leuk voor iemand uit de Liemers.
LikeLike
Ze reageert alleen nog bij Eva, omdat de enige site is die ze nog kan openen met haar prehisorische computer. Sinds ik gewijzigd ben van lay-out, kan ze hier ook niet meer lezen.
LikeLike
In mijn studententijd maakte ik ‘ s avonds kantoren schoon. Daar had ik een collega ‘van het het kamp’. Ik was dan wel ‘burger’, maar allochtoon, wat ons in haar optiek beiden underdogs maakte. Gelukkig was ik niet zwart, want dan hadden we NOOIT in hetzelfde schuitje kunnen zitten, legde ze me uit. Ik bewaar mooie herinneringen aan de surrealistische gesprekken die we voerden.
LikeLike
Nou Fien, jij en Felicita stonden laatst onder elkaar in mijn mailbox. Ik kreeg enkele ellenlange mails waaruit niet bleek dat het slecht gaat. Nog steeds scherp en daarbij babbelig en vol wilde plannen. Want mailen lukt blijkbaar nog wel 😉
LikeLike
Goed om te horen Kip.
LikeLike