Mini-serie Engeland, slot

Op de laatste dag van onze korte vakantie reden we weer richting oostkust, maar omdat de boot pas in de avond zou vertrekken deden we eerst nog de stad Ipswich aan. Ipswich leek me wel cool, want daar kwam tenslotte die beroemde voetbalclub Ipswich Town vandaan. Maar Ipswich is helemaal niks. On-Engels! Een armoedige stad vol chagrijnig kijkende mensen. Veel te dikke vrouwen in te strakke gebleekte spijkerbroeken. Mannen die hun bierbuik onder een uitgelubberd t-shirt verborgen. De stad was erger dan Luik, want Luik heeft nog sfeer. De stad deed me zelfs denken aan Apeldoorn begin jaren '80 op een zaterdagmiddag. Wir mussen weg hier, raus aus dem wald, verstehst du nicht?

We tuften door richting Harwich, de plaats waar de boot aankomt en vertrekt, en ondanks dat daar ook helemaal niks te beleven viel, is dat wel een stadje met een Engelse sfeer. Hier zag je als je in winkeltjes kwam een ongeorganiseerde troep, en bloemetjesbehang wat in Nederland niet eens ooit in de mode is geweest. Een cafetaria in Harwich deed doods aan. Een grote lege ruimte met gele tegels aan de muur en zwart-witte op de grond, en helemaal achterin een vitrine en de toonbank. Slechts één tafeltje om aan te zitten. En fish and chips in de aanbieding. Een man zwom een stukje in de Noordzee (oktober) maar trok daar behalve ons geen bekijks mee. Linda scoorde op de valreep nog een paar schoenen in Harwich en toen moesten we echt richting boot.

's Avonds op de boot zaten wij bij de dansvloer te kijken hoe Nederlanders aan het dansen waren op de muziek en de videoclips die op een grote wand werden vertoond. Eén van de clips was Paradise by the dashboardlight, en toen wij twee jaar later met dezelfde boot naar Ierland gingen, werd deze clip weer vertoond! Minpuntje. Ik heb hier een klacht over ingediend en niet veel later maakte de HSS zijn laatste vaart.

Weer terug in Nederland moesten wij erg lachen om een grappenmaker die onder een waarschuwingsbord met "slecht wegdek" de tekst "maak 'm dan!" had toegevoegd. Engelsen hebben verfijnde humor, Nederlanders directe. Toen wij terugreden naar mijn Huisvesting Alleenstaanden of Tweepersoonshuishoudens-woning dachten wij nog eens goed na over wat het voor verschil zou maken als wij nu een relatie zouden krijgen ten opzichte van de ontkenningsfase waar deze serie mee begon. Het antwoord was dat alles precies hetzelfde zou blijven. Wij gingen maar eens wat mensen vertellen wat ze allang wisten. Verdere ontkenning zou belachelijk zijn.

Mini-serie Engeland, deel 4.

In Londen hebben we de duurste busreis ooit gemaakt. 15 pond per persoon en je kon de hele dag met de bus door de stad reizen. Omgerekend was dat voor ons tweeën f 100,- Na een kilometer in de bus, stapten we uit, en de rest van de dag hebben we niet meer in de bus gezeten. Schandalig duur dus, honderd gulden voor slechts één kilometer. De buschauffeur begroette ons gelijk in het Nederlands, en als ik ergens een hekel aan heb, is het wel herkend worden in het buitenland. Dus ik groette hem in het Frans terug.
De meest bekende bezienswaardigheden hebben we die dag wel gezien. Zelfs een rondje in London Eye gemaakt. Het was vlak na de aanslagen van 11 september, dus wij werden met een metaaldetector onderzocht. Toen ik uitgelegd had dat het ding waarschijnlijk af zou gaan door mijn stalen zenuwen, geloofde Linda me niet. En inderdaad, hij ging af door de FIM-92A Stinger raketwerper die ik toen nog altijd bij me had. Nou ja, toen ik beloofde hem niet te gebruiken mocht ik erin.

De Big Ben is leuk, Westminster Palace is mooi, de Towerbridge is indrukwekkend, de subway is een belevenis, Buckingham Palace en Harrods hebben we gemist, maar de meeste indruk maakten op mij de Londenaren, die je gewoon iets kunt vragen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Amsterdammers. De Londenaar neemt gewoon even de moeite om je te vertellen waar je precies heen moet. Dit vond ik heel indrukwekkend maar het viel in het niet vergeleken bij twee jaar later, toen wij naar Ierland gingen, en er een gevecht tussen acht Ieren ontstond over wie ons de weg mocht wijzen. En, wat ook indruk maakte waren de Duitsers in een restaurant die aan de ober in onvervalst Duits vroegen: "Wir möchten gerne etwas zum trinken." What? Zwei Bier, bitte.

Aan het eind van de dag, na de hele dag "look right" op de grond te hebben gelezen, moesten we maar weer eens terug naar de auto. Maar die kon overal staan. Dus namen wij een London Cab. De chauffeur zorgde voor ons vermaak. "…..street! For Christ sake, that's on the bloody other end of the town!!" "Nou ja," zeg ik nog tegen Linda, "het andere end van de tuin, daar hoeft-ie toch niet zo overstuur van te raken?"
De chauffeur reed ons naar een gedeelte waarvan ik zeker wist dat mijn auto daar nog nooit geweest was en wij legde hem uit dat dit niet goed was. For Christ Sake, Bloody Hell, en weet ik wat hij allemaal steeds riep, maar op een gegeven moment had hij door waar we moesten zijn. "Oooh cock! …….lane, not street!"

Na een taxirit van dertig kilometer stond de meter op 45 pond, maar hij gaf ons een korting van 15 pond voor de vergissing, en wij gaven hem weer 10 pond fooi voor de vermakelijke rit. Met Linda als navigator en mij als kundig bestuurder zijn we Londen weer uitgekomen, er werd nog slechts één keer naar mij getoeterd omdat ik iets fout deed volgens een medeweggebruiker, maar dat was een motorrijder en die snappen sowieso niks van voorrangsregels.

Wordt vervolgd

Mini-serie Engeland, deel 3.

Op donderdag was ons plan om naar Londen te rijden. We stonden al vroeg op doordat het brandalarm in het hotel om zeven uur 's ochtends afging en niet veel later stond iedereen buiten in zijn pyjama. Nóg niet veel later kwamen wij ook buiten, aangekleed en wel. Wij dachten: dit is Engeland, hier moet je je ook in noodsituaties als een lady en een gentleman gedragen, dus je gaat niet in je blote kont buiten staan. Brand of geen brand. Maar dat betreft een zelfde soort legende als dat in Nederland iedereen klompen draagt. Het brandje bleek een klein keukenbrandje dat al uit was toen de brandweer kwam.

Wat later begaven we ons in de auto richting de miljoenenstad Londen. Wij, nietige Nederlanders in een linksgestuurde Mazda 323, helemaal naar Londen. Gelukkig hadden wij een goeie ervaring opgedaan in Cambridge, met Park and Ride. Je parkeert je auto aan de rand van de stad, en rijdt met de bus richting centrum. Dus toen wij de stadsgrenzen naderden zochten wij een P&R. En toen we over de Towerbridge reden, beseften we dat onze zoekpoging mislukt was. Maar de voorkant van de medaille was: ik had zelf in het centrum van Londen gereden! Op het moment dat ik een parkeergarage zag stuurde ik de auto, God zegene de greep, richting ingang. Dit kwam me nog op een getoeter van een Engelsman te staan, die ik over het hoofd zag omdat ik instinctief de verkeerde kant op keek. Maar, het ging goed.

Toen de auto geparkeerd stond, en wij geen idee hadden waar we zaten, hebben we wel allebei de straatnaam van die parkeergarage uit ons hoofd geleerd, en elkaar regelmatig overhoord. Een 323 is dan weliswaar geen Alfa Romeo, maar ik was er toch aan gehecht. Tegenover de parkeergarage zagen wij een gele M waar behalve de manager uitsluitend Namibiërs werkten die het appelgebak much too bloody hot maakten. Ik heb er een half uur over gedaan om het op te krijgen. Daarna zijn we te voet richting stad getrokken. We zouden vanzelf iets bekends zien.

Na even gelopen te hebben door het Financial Centre (ik was toen ook al boekhouder) zagen we iets bekends. Het was een grote toren met een enorme klok erin, die ons wel enigszins bekend voorkwam, maar die toch niet echt een bel deed rinkelen. Maar toen de klok sloeg wist ik het ineens. Dit moest de Notre Dame zijn!

Wordt vervolgd.

Mini-serie Engeland, deel 2.

De sfeer die in Engeland hangt is anders. Anders dan wat, Mack? Nou, anders dan in andere landen maar eigenlijk wel hetzelfde als ik me had voorgesteld. Traditioneel, trots, vriendelijk, mooi, mystiek. Neem nu gewoon een dom plaatsje als Brandon. Haast geen informatie over te vinden, het regent er altijd maar je voelt je er thuis omdat je dit dorpje van televisie kent. Nu ja, niet specifiek dit dorpje, maar gewoon een Engels dorpje. Er is geen reet te doen, en toch is alles daar interessant. Zelfs de pinautomaat. Brandon werd ons pindorpje.

Het links rijden begon aardig te wennen. Ik heb eigenlijk maar één keer een ernstig bijna-ongeluk gehad en dat was toen ik op een lange dubbelbaans weg rechtsaf wilde slaan richting ons park. Ik keek of er tegemoetkomend verkeer aankwam, en dat kwam er, maar van de andere kant dan die ik op keek. Dat werkte hier net andersom. Gelukkig was Linda wel alert en behoedde ons voor een levensgevaarlijke situatie.
Het Park zelf was mooi, zoals eigenlijk alle Center-Parcs dat wel zijn, en de Plaza was best wel gezellig. 's Ochtens ontbeten wij er een Engels ontbijtje, en 's avonds dineerden wij er een Engels dineetje. En daarna dronken wij er een pint en een cola. En nog een pint en een cola. Tot we alletwee hartstikke lazarus waren. Bloody hell. Hips.

Een van onze dagtripjes ging naar Cambridge. Brug over de rivier Cam. Bekend van de plaatselijke universiteit die natuurlijk weer bekend is van de man met de rolstoel en de spraakcomputer: the universe is expanding, Stephen Hawking. Nu herinner ik me dat het een schitterende oude stad was, met allemaal prachtige historie, maar als je met Linda mee bent, is dat niet je reisdoel. Nee, dat is een enorme supermarkt, zoals je die overal ter wereld hebt, behalve in Nederland en Bangladesh. Dus ik mocht best wel even de universiteit bestuderen (ehm, ik heb ooit nog in Cambridge gestudeerd) maar niet te lang, want de winkelstad wacht. En ik heb nog vrienden gemaakt daar. Twee jonge zwervers die mij om een trekje van mijn sigaret vroegen. Die heb ik er uit eigen belang zelf maar allebei eentje gegeven. Ik rookte toen nog, Barclay, mietjessigaretten, dat zullen de heren zwervers ook wel gevonden hebben maar a given horse look je not in the back. Bovendien, ik heb ze er allebei nog drie gegeven, voor de rest van de dag. Aan mij zal het nooit liggen dat Nederlanders een slecht imago hebben in het buitenland.

Wordt vervolgd.

Mini-serie Engeland, deel 1.

Toen Linda en ik elkaar nog niet zo lang kenden, en nog in de ontkenningsfase zaten zijn we met z'n tweeën een week naar Engeland geweest. In oktober 2001 hadden wij een hotel geboekt op een CenterParcs park, Elveden Forest, Suffolk. Engeland, daar waren wij beiden nog nooit geweest.
Met de catamaran vanuit Hoek van Holland naar Harwich was al een avontuur op zich. (voor ons tenminste wel.) Ik zit niet vaak op boten en zeker niet op boten met vier bioscoopzaaltjes, een McDonalds, bars, winkeltjes en een dansvloer aan boord. Dus die bootreis van een paar uur was geen enkel probleem.

Het eerste probleem ontstond pas toen we de boot afreden en wij ineens aan de verkeerde kant van de weg moesten gaan rijden. Dat was even zweten maar na de eerste rotonde begon het te wennen. Na een poosje ging ik zelfs rechts inhalen op de snelweg, alsof ik een gevorderde Engelsman was. Wat opviel was het aantal dode dieren langs de weg. Die laten ze daar wat langer liggen dan in Nederland. Tenminste, dat mammoetskelet dat we zagen zag er niet uit alsof het beest vanochtend was aangereden. Ik denk allemaal een gevolg van het links rijden. Zelfs de beesten rekenen er bij het oversteken op dat verkeer van links komt, zoals in een normaal land.

Na een lange reis door het land van Robin Hood, kwamen wij aan bij Elveden Forest, waar we moesten zijn. We waren afgepeigerd door de lange reis en ik was eigenlijk te moe om nog wat te gaan eten en ik wilde eigenlijk op een zak Engelse drop proberen te leven. Gelukkig was Linda het er niet mee eens, zodat we een half uur later toch aan een tafeltje van een restaurant zaten. Ik heb daar iets Mexicaans gegeten, en het zal wel door de honger zijn gekomen, maar die maaltijd herinner ik me als de lekkerste ooit. In Engeland!

Ik kan me niet precies meer van dag tot dag herinneren wat we hebben gedaan, maar we zijn in elk geval een dag naar Cambridge en naar Londen geweest.

Wordt vervolgd.

Bonsoir allemaal.

Je suis une camping aan het uitzoeken. Pour les vacances grandes. Mais ca ne tombe pas mee. Je ne sais pas que on-y-va en France ou au une autre land. C'est verdomde-lastique. Que je vois tous les plaatjes au l'internet, dan ils se ressemblent tous op elkaar. Toute camping a une pisquine et un glijbaan, et une aparte pisquine pour les petites enfants avec une peu beetje l'eau. Et toute camping a afhaalmaaltijden qui toch pas te manger sont, et tous le monde a une animatitionteam qui fait leuke dingen pour les enfants. Ca viens ici op neer: Tous les campings sont exactement hetzelfde au l' internet. (et que j'ai aan pijl et boogue skietén? Pas du tout rien, pense je zo.)

Mais je vais het liefste en France. Parce-que je vais la toutes annees. Et parce-que het zo'n beau pays est. Avec montagnes (pas Giel) et villages pittoresques et il fait bijna toujours beau et il ne pleut pas je tent uit. Mais vooral parce-que je connais la langue comme mon sac du broek, hein?

Alors, je cherche encore even verder…
Bon-soirree.

Vakantie 2008 in het schitterende België

Dit zijn exclusieve bewegende beelden van een niet meer zo soepele Mack. Ter mijner verdediging moet gezegd worden dat het hier de vierde sprong betrof en dat de krachten al wat aan het afnemen waren.

Normaal speel ik als ik met mijn zwager op vakantie ben takkenbal maar bij gebrek aan bomen op het schitterende park waar wij verbleven moesten we een nieuw spel uitvinden, heggebal.
Heggebal wordt gespeeld met twee spelers en een heg en heeft grofweg dezelfde regels als takkenbal, alleen wordt heggebal met de voet gespeeld en takkenbal met de hand. Zo vermaakte ik mij dus de avonden in dit schitterende park waar alle huisjes op honderden meters uit elkaar stonden en gescheiden werden door een heg.

Overdag was ik druk met Hans, voor wie deze vakantie eigenlijk bestemd was, want welke volwassene gaat voor zijn plezier naar Plopzakland, of van een twintig meter hoge glijbaan waar snelheden van tegen de 500 km/u bereikt werden, of zijn kind te hulp schieten omdat deze halverwege de klim op een vier meter hoog luchtkussen ineens niet meer verder durft en huilend een enorme file veroorzaakt? Nou, ik dus.

In kabouter Plopzakland (De Panne, België) sta je niet voor lul als je met je kind in de kwakende en draaiende kikkers zit, omdat elke ouder het daar doet. In België moet je je kind sowieso nooit verder dan een meter van je af laten gaan, maar da's weer een ander verhaal. Kabouter Plopzakland schept qua naam dus verwachtingen voor volwassen vaders, maar laat u daardoor niet misleiden, de plopzakattractie is er niet.

Verder was het de week uitzingen met humor zonder niveau, (En dan nu, een nieuwe aflevering van Dynastie met Joooohhhnnn Forskinnnn!!) meegereisde pubers bekogelen met rozenbottels, veel friet en s' avonds genieten van ons welverdiende biertje. En ondanks dat de Belgische kustlijn best mooi is, gaat mijn voorkeur voor volgend jaar toch weer uit naar iets met een beetje reliëf.
En dan eindig ik dit logje met exclusieve bewegende beelden van Hans (met bal) en zijn neefje Dan met achtergrondcommentaar van mevrouw Mack.

Protestlog tegen mijn schoonfamilie.

Vroeger, toen lenen nog een schande was, had je pas vakanties. Mijn vader ging in zijn jeugd met zijn ouders op vakantie in Voorthuizen. Op de brommer! Helemaal vanuit Utrecht. Dat was nog eens een avontuur. Toen ik klein was gingen we kamperen in Zuid-Frankrijk. Met mijn broertje en zusje achterin een Fiat 127. Gewoon kamperen in een tent. Met een koelbox. Elke dag koelelementen halen bij de kampwinkel.
Dat was nog eens avontuur. We gingen in die tijd vier weken! Als je terugkwam sprak je beter Frans dan Nederlands. Ik lustte na vier weken zelfs Franse melk.

Vanavond had ik het erover met mevrouw Mack tijdens een romantisch diner bij kaarslicht bij de plaatselijke Kapadokya. Wat een mietjes we tegenwoordig toch allemaal geworden zijn met onze hotels, sta-caravans, appartementen en vakantiehuisjes. Met onze koelkasten en eigen douche/toilet. Met onze televisies en computerspellen omdat we ons anders niet meer kunnen vermaken. Airco in de auto omdat het anders zielig is voor de kinderen. (Weten die kinderen soms niet hoeveel paardenkrachten je kwijt bent als je de airco aanzet?)

Ik vermaakte me vroeger op de camping met meikevers en een badmintonracket. Pieeeuuuwwww. Geweldig. Franse volwassen campinggasten kwamen meedoen met mijn pas uitgevonden spelletje. Of met een vishengel en een blinker. Dan stond ik om half zes op en ving de ene baars na de andere. Dat was pas vakantie.

Ik ga dit jaar met mijn schoonfamilie naar Centerparcs. Onder protest. Omdat mevrouw Mack 8 maanden zwanger is. Maar ik neem gewoon mijn tentje mee en die zet ik op naast het huisje. Ik zal mijn afkomst niet verloochenen. En als het ooit oorlog wordt, kan Nederland tenminste nog op mij rekenen. Ik versla met mijn zelfgeslepen zakmes elke vijand.

Zwembroekpoll

Er is geknoeid met mijn poll. Vanmiddag had ik nog 36 stemmen en stond 'modern' bovenaan, nu zijn het er ineens 103 en staat 'oubollig' boven aan. In het verleden werd er ook al geknoeid met mijn polls als de volkomen terechte uitslag sommige jaloerse medeloggers niet beviel. Ik weet ook precies wie het gedaan heeft. Degene die het heeft gedaan is zo jaloers op mijn zwembroek dat hij het er voor over heeft gehad om op één middag 70 keer Windows opnieuw te installeren om zo meerdere malen te kunnen stemmen.
Oubollig! Ha! Zeven jaar geleden was ik de eerste in heel Frankrijk die zo'n zwembroek had. En over zeven jaar komt-ie weer in de mode! Net als mijn pilotenzonnebril uit 1989. Kun je nu zo weer op!