Franse dorpjes.

Lundi, le 20-7-2009

Franse dorpjes lijken allemaal op elkaar. Niet dat ze niet van elkaar te onderscheiden zijn, maar het is alsof de tijd er heeft stil gestaan. Huizen zijn nooit van bakstenen maar van muur gemaakt, en muren zijn van keien gemaakt. Voor Nederlandse begrippen staat de boel op instorten, maar hier in Frankrijk houdt het allemaal prima. Hetzelfde geldt voor de Renaultjes 4. De verkeersdrempelmafia heeft nog lang niet overal toegeslagen en je kunt er nog gewoon met je auto door het centrum rijden. En met het aanzicht van het centrum heeft zich nog geen ambtenaar bemoeid want het is een zooitje. Bakker, slager, telefooncel, garage, bank, autorijschool, postkantoor, en overal café's. De café's zijn hier ook 's ochtends belangrijk. Voor mensen die de krant komen lezen met een croissantje en koffie. En iedereen zegt elkaar bonjour en geeft elkaar een hand of twee kussen op de wang. Er hangt een overdosis sfeer. Ik ben jaloers op een Frans dorpje.

Frans

Dimanche, le 19-7-2009

Mijn Frans sluimert. Zes jaar Frans op school en vrijwel elk jaar naar Frankrijk op vakantie hebben er voor gezorgd dat ik mij best kan redden in Frankrijk. Ik begrijp het meeste wel maar het spreken in volzinnen, dat is lastig. Vooral omdat de kans bestaat dat Fransen terug gaan ratelen. Als ik gewoon beschamend Frans spreek dan doet de Fransman tegenwoordig zijn best om in het Engels terug te spreken. En dat gaat toch stukken beter. Omdat ik Frans best goed versta, denk ik ook dat ik het goed spreek. Dus ik stap zonder na te denken over wat ik wil zeggen in een restaurant op de ober af en zeg dan: Bonjour. Eh…eh…manger ici?
Merde! Is het nu zo moeilijk om even te vragen: "Bonsoir, est ce-que la cuisine ouvert deja? Et pouvons-nous attendre qu'une table soit libre?" Nee, zo moeilijk is het allemaal niet, maar doe het maar eens even als ongeoefende.

De Franse taal lijkt ook wel stabieler dan de Nederlandse. Termen die ik al jaren hoor: bonjour, salut, au revoir, d' accord, alors. In 1975 betekende dat: goedendag, hallo, tot ziens, dat is goed, ???.
In 2009 is dat geworden: hoi, hoi, hoihoi, top, ???.
Nu heb ik spijt dat ik niet iets beter mijn best heb gedaan met Franse les. Het zou toch mooi zijn als je gewoon wat minder haperend met Fransen kon communiceren.

Vakantieconversaties

Conversatie tijdens de afwas.

M: Oh jee.
L: wat is er?
M: Ik moet ineens enorm nodig naar de wc.
L: Moet je poepen?
M: Nee, drukken.
L: Fijn, wat moet ik met deze informatie?
M: Ik zou alles met je delen in voor- en tegenspoed, en ik heb het gevoel dat er nu enorme rampspoed aankomt.

Conversatie in de auto tijdens de beklimming van een col.

M: Volgend jaar doe ik mee met de Tour de France.
L: Hahahaha
M: Echt hoor!
L: Doe toch normaal. Jij zeker, met jouw conditie?
M: Mijn conditie is perfect en ik heb nog een jaar om te trainen.
L: Je hebt niet eens een fiets.
M: Wat doe jij eigenlijk in die drie weken dat ik de Tour rij?

Dierenmemory

Samedi, le 18-7-2009

Het begint mij op te vallen dat elke avond als ik een spelletje dierenmemory met Hans speel, dat ik steeds verlies. En dat zeker de helft van de punten die ik scoor, op aanwijzing van hem zijn gehaald. Ik verbaas me erover dat hij met zijn net vier jaar precies weet welk beest er onder welk kaartje verstopt zit. Ik kan er amper twee onthouden terwijl hij praktisch alles wat één keer is omgedraaid, weet te vinden.
Goed, ik zou nog kunnen winnen door hem niet te vertellen welk beestengeluid er te horen is (hij haalt nog wel eens wat dierengeluiden door elkaar) als hij op het knopje drukt, maar dat zou slechts uitstel van executie zijn. Ik vraag me of of het normaal is dat een vierjarig kind met dit spelletje zijn vader met gemak inmaakt, en of het dan aan het kind ligt of aan de vader.

Visserslatijn

Venredi, le 17-7-2009

Het moet ergens in 1983 zijn geweest dat ik voor het laatst heb gevist. In de vierde klas van de lagere school begon deze hobby en elke vakantie viste ik dagelijks. Baarzen waren mijn voornaamste doelwit; ik ving ze met werphengel en blinker. Geweldig vond ik dat, een blinker zo ver mogelijk uitwerpen en dan weer langzaam binnenhalen. Als je een baars had en je trok hem uit het water, dan zette hij zijn stekelige vin uit ten teken van: waag het ééns. Met de zijkant van je hand (backhand voor gevorderden) moest je de vin terugstrijken om niet geprikt te worden. Snoeken vochten veel harder als je die per ongeluk ving. Die spartelden dat het een lieve lust was. Voorntjes ving je met een bamboe- of telescoophengel en die trok je gewoon omhoog, geen kunst aan. Brasems waren dik en zwaar, zodat je hengel bijna brak.

Op de camping stroomde een klein beekje dat uitmondde in een vismeertje en je zag de vissen zwemmen. Ik attendeerde Hans erop en vroeg of hij het leuk vond om visjes te vangen. (Als je kinderen hebt, gebruik ze dan ook als excuus voor alles wat je zelf leuk vindt.) Zijn ogen glommen want dat wilde hij wel. "Ik zal je leren vissen, jongen!" Ik ging naar de winkel en kocht een beginnerssetje. Niet gelijk de duurste hengels en rode maden en andere uitrusting voor gevorderden, eerst maar eens kijken hoe hij het vond. En dat was maar goed ook want hij vond het een beetje eng. Maar ik deed het hem voor. De éne na de andere vis trok ik op het droge. Man, wat had ik een bekijks op de camping met m'n emmertje en m'n visnetje. Soms zat er wel een joekel van drie centimeter bij.

Airco in de caravan.

Donderdag de 16e aan het eind van de middag was het 34 graden. Tenminste, waar wij waren. De airco leek het niet meer te doen, want hij gaf Fahrenheit aan (ik heb een handige converter op mijn mobiele telefoon), blies geen koude lucht meer en als ik eronder ging staan dan had ik daarna zo'n prachtig mooi geföhnd kapsel alsof ik ging trouwen die dag. Na wat geklooi met de afstandsbediening kreeg ik hem weer zover dat hij de temperatuur in graden Celcius aan ging geven en blies hij weer koude lucht. 30 graden was de binnentemperatuur en ik gaf het ding een dauw tot 19. Na een stief kwartiertje blazen zakte de temperatuur in de caravan naar 29 graden. Maar is dat nu geklooi in de marge of is de airco zijn verkoelende werk aan het doen? Een tergend half uur later, 28 graden. Maar buiten was het ook al iets afgekoeld, het liep tegen de avond tenslotte. Nou, vervolgens met elke graad daling van de buitentemperatuur, lukte het ook de airco om de binnentemperatuur met een graad te verlagen. Ik hield er een beetje onbestemd gevoel aan over. Je betaalt een vermogen voor zo'n stacaravan, maar je krijgt een ondeugdelijke stoel, en een airco die niet in staat is mijn twijfel weg te nemen of hij nu werkt of niet.

Insektofobia

Onze caravan is insect-dicht maar toch slaagt er af en toe een onderkruipsel in om binnen te dringen. Over het algemeen bekopen ze dat met hun leven. Buiten op de veranda is daar echter geen beginnen aan. Wil je alles doodmeppen wat er er kruipt, springt of vliegt, dan moet je beginnen bij de A van Ardechekever en tegen de tijd dat je bij de B bent is je vakantie voorbij. Door de jaren heen heb ik mijn insektofobia overwonnen. Mij deren ze niet meer. Ik spuit mij in met anti-insektenlotion van Hansaplast en ga lekker in mijn korte broek buiten een boek zitten lezen. Ik laat ze lekker om mij heen zoemen en tot de ontdekking komen dat ik niet de doelgroep ben. Ik voel mij onkwetsbaar als een imker, of omdat ik niet weet hoe een imker zich voelt, als mezelf zittend onder een afdakje als het 's zomers regent.

Vakantie Ardeche.

Op de eerste dag op ons vakantieadres in Largentière- een Engels echtpaar ontving ons en sprak de plaatsnaam op z'n Engels uit. Lààrguntjèèjr. Dat heb ik tot ergernis van Linda elke keer herhaald als ik het bord tegenkwam- ging ik 's avonds al met Hans zwemmen. Hij had er tot huilens toe om gezeurd maar ik had er nog niet zo'n zin in, zo gelijk op de eerste avond. Maar toen ik eindelijk toegaf stak hij zijn handen omhoog en riep huilend: "jeeh" als uiting van zijn vreugde. Dat vond ik erg grappig en aandoenlijk. Hij had een duikbrilletje waar hij heel trots op was en hij had geen angst voor water of om kopje onder te gaan in het diepe. Maar het was geweldig om na de lange reis gelijk al zo met je zoontje een verfrissende duik te kunnen nemen in het zwembad. Geweldig, totdat hij zei: "Ik moet poepen. Oh nee, toch niet. Oh, toch wel, ik ben bijna te laat. Oh nee, hij komt er al uit, hij is er al uit gekomen."

En daar sta je dan, met een kind met een drol in z'n zwembroek die hij ieder moment dreigt te verliezen. Ik probeerde hem snel terug naar de stacaravan te krijgen, ik wist de weg naar de toiletten nog niet, maar al snel verloor hij de drol op het grasveldje waar ik hem even neer had gezet. Ik had gelukkig een papieren zakdoekje bij me en pakte de drol op en liep er mee terug naar de caravan. Hiermee heb ik waarschijnlijk een nieuwe trend aangeboord. In plaats van met de wc-rol in je handen naar de plees te lopen, loop ik met een drol in een wc-papiertje terug naar de caravan. Hans zag onderweg nog allerlei interessante dingen die ik helemaal niet wilde horen.

Het eerste vakantiegevoel in twee dagen kwam 's avonds pas, toen allebei de kinderen op bed lagen en ik mijn schrift pakte om de ervaringen van de eerste twee dagen op te schrijven. Uiteindelijk schrijf ik hier maar een klein gedeelte omdat er nog meer vakantielogjes volgen, en ik u niet te veel wil vermoeien met de details van een vermoeiende reis. In elk geval, toen ik het woord vakantiegevoel schreef, schoot de rugleuning van mijn stoel voor de eerste keer uit de vergrendeling, iets was deze vakantie elke dag nog mimimaal drie keer zou gebeuren.

De onvermijdelijke avond van te voren

Morgenochtend vertrekken wij voor bijna twee weken naar de Ardeche. De auto staat ingepakt, morgenochtend de laatste dingen erin en we vertrekken. We rijden in twee dagen en doen het rustig aan, want de heenreis hoort ook bij de vakantie. Ik ga praktisch al mijn hele leven naar Frankrijk op vakantie en ik denk ook niet dat ik het ooit zat wordt. Ik wil best een keertje ergens anders heen maar Frankrijk trekt het meest. Toch vind ik op vakantie gaan een raar verschijnsel. Een poosje van tevoren is het vaak nog flink overwerken om de laatste zaken af te krijgen. Je zit dan zo goed in dat werk, dat een groot gedeelte in je het helemaal niet fijn vindt om nu al weg te gaan. Daar loop ik elk jaar tegenaan, maar dat gevoel is wel verdwenen tegen het einde van de laatste werkdag. Dus dan krijg ik er pas echt zin in.

Maar dan komt die onvermijdelijke avond van te voren, deze avond dus. Dan word ik altijd weemoedig. Ik heb moeite met veranderingen, dat had ik vroeger op school al, maar ik draag ze altijd kranig. Soms moet ik me er gewoon overheen zetten. Nu heb ik dat ook weer. Gelukkig weet ik dat het morgenochtend, als we ongeveer voorbij Arnhem zijn, wel voorbij is. Die weemoedigheid, dat heeft gewoon alles te maken met het feit dat mijn jeugd allang voorbij is. Nu ben ik zelf mijn vader geworden die met zijn gezin naar Zuid-Frankrijk rijdt. Best een hele verantwoording. Oh, ik had zo graag gewild dat mijn vader en moeder morgen met ons meereden naar Frankrijk, net zoals mijn opa en oma altijd met ons meegingen. Maar misschien wil ik nog wel liever dertig jaar terug in de tijd en op zijn achterbank plaatsnemen. Toen had ik die weemoed nog niet.

Gelukkig dat ik inmiddels een hoop ervaring heb met mijn gevoel, en gelukkig dat mijn dierbare gezin meegaat en mij vrolijk stemt, zodat ik geen last van heimwee krijg. Als ik eenmaal onderweg ben voel ik mij al snel als een vis in het water, dus ik blijf niet met dat gevoel zitten. En als ik weer terug ben, dan heb ik weer vaak last van een weemoedig gevoel omdat je ineens weer in je huis zit, terwijl je het net twee weken lang vakantiepret hebt gehad. Ik heb, denk ik een soort koud-watervrees. Ik moet er even doorheen.

Nou, ik heb het even van me afgeschreven, en de weemoed is nu eigenlijk al weg. Bedankt allemaal, tot over twee weken, als u zelf met vakantie gaat, veel plezier en mooi weer, als u al geweest bent of thuis blijft, ook veel plezier en mooi weer. Ik neem geen laptop mee, maar wel een schrift zodat ik daar 's avonds misschien een mooi logje kan schrijven, zoals mijn Mont-Ventoux verhaal van twee jaar terug. Linda heeft al aangegeven pertinent niet naar die @!#$%berg te willen. Maar Hans heeft al tegen mama gezegd dat hij graag naar de Mont-Ventoux wilde. Toen stond ik ergens in achter een deur te luisteren. *Onschuldig deuntje fluit*