Tussen kerst en oud en nieuw word ik overvallen door een vreemd gevoel. Alsof je in de extra tijd van de wedstrijd leeft. Het laatste fluitsignaal gaat spoedig klinken, maar de wedstrijd is gespeeld. Je staat voor, dat wel. Je hoeft niet meer te scoren, slechts het doel moet plichtmatig nog verdedigd worden. Je knipoogt naar je teamgenoten, die de overwinning ook al voelen. Het bevrijdende fluitsignaal, dat je een ronde verder brengt, liefst wil je het niet horen en altijd blijven spelen in de extra tijd. Je speelt immers niet tegen de Duitsers. De tegenstander heeft het opgegeven en gaat niet meer in de aanval. Na het fluitsignaal volgt een korte overwinningsroes die gevierd wordt met champagne. Als je ontwaakt bevind je je in een leeg schrift. Waarin elke letter nog ontbreekt maar waarin je dagelijks inkt laat vloeien. Na verloop van tijd weet je niet meer anders en ben je weer volop in competitie. Je bent sterk, je kunt je tegenstanders hebben, maar zo veilig als in de extra tijd, nee zo veilig is het nooit.

Sinds ik niet meer werk heb ik heimwee naar de kerstvakantantie. Ik bedoel, ik heb nu altijd vakantie. Maar zonder dat speciale gevoel van tussen die tijden inhangen.
Na sinterklaas begon ik me al te verheugen op de komende vakantie. ook omdat met de andere vakantie er altijd activiteiten gepland stonden. Maar de kerstvakantie was altijd thuis, bijkomen, mijmeren, wandelen en bijpraten.
Jij doet het met een metafoor van een wedstrijd. Het is heel goed verwoord.
Een mooi logje.
LikeLike
Wat een sterk stukje. Geen woord verkeerd.
LikeLike
Mooi
LikeLike
Goed verwoord met ’n vleug melancholiek. Op naar de nieuwe wedstrijd!
LikeLike
Dat je nog maar veel inkt mag laten vloeien!
LikeLike
Mooi filosofisch.
LikeLike