5.8. Hans, die snapt nog niks van vriendjes en de boze buitenwereld en fietst op zijn crossfietsje de camping over op zoek naar jongetjes die met hem willen spelen, al beseft hij dat zelf niet. Soms gaat hij naar de buren om te vertellen wat hij heeft meegemaakt en probeert hij aansluiting te krijgen met Jasper, het buurjongetje van 10, maar die ziet hem niet staan.
Linda zag een jongetje in zijn eentje met een voetbal spelen en moedigde Hans aan om met hem mee te doen. Hans pakte zijn fietsje, reed in de richting van het jongetje dat ondertussen alweer weg liep, bleef twee minuten weg, maar keerde toen terug en zei dat hij “hoi” had gezegd, maar dat het jongetje niks terug zei. Even later speelden twee buurkindjes, een broertje en een zusje, met een bal. “Ga maar vragen of je mee mag doen, Hans.”, zei ik. “Wil jij dan even mee, papa?”, vroeg Hans maar ik zei dat hij het zelf moest gaan vragen omdat je vriendschap nu eenmaal niet kunt dwingen. Hij liep er naar toe maar kwam alweer gelijk terug. “De kindjes willen zelf spelen.” zei hij. Hij is nog te klein om het trieste van zo’n afwijzing te begrijpen, maar bij Linda en mij deed het zeer.
Ik bood Hans toen aan om met hem naar het voetballen te gaan kijken. Er voetballen elke avond grotere jongens op het voetbalveldje. Hans, slechts gekleed in een korte broek liep met mij mee en we namen plaats op de van rotsen gemaakte tribune. Al spoedig zei hij dat hij zijn “Frankrijk-shirt” wel aan had kunnen trekken en vroeg of hij die mocht gaan halen. Ik vond het slim geredeneerd en stemde toe. Even later kwam hij terug in zijn blauwe voetbalshirt van Les Bleus met de naam van sterspeler “Henry” achterop. Hij nam naast mij plaats en vrijwel gelijk werd er door een stoer maar vriendelijk jongetje in een PSV-shirt gevraagd of hij mee wilde doen.
“Dat mag niet van mijn papa.”, antwoordde Hans. Ik had hem uitgelegd dat de jongens veel te hard schoten voor hem. Bovendien had hij zijn Crocks aan en daarop kan je niet voetballen. “Maar dan kan ik toch op blote voeten, papa?” ,vroeg hij. “Mag dat alsjeblieft?” Ik stemde toe en mijn kleine Henry stond op het grote voetbalveld. De jongen met het PSV-shirt liet hem vijf keer scoren, en gaf Hans een high-five. De ogen van Hans, onbetaalbaar. Bedankt, jongen met het PSV-shirt!