Tussenstand bij 51 jaar.

Krijg ik vandaag een appje van mijn zoon of hij bij de boekhandel een passer kan kopen. Dit omdat hij volgende week wiskunde examen heeft, en gehoord heeft dat hij een passer nodig heeft. Kennelijk heeft hij de passer nooit gemist, ook niet toen ik hem al eerder tijdens uitleg vroeg of hij een passer had. Van zijn rekenmachine heeft hij geen idee hoe die werkt. Het geheugen bedienen bijvoorbeeld is onmogelijk volgens hem. De jongen is aartslui. Geen zin om zich ergens in te verdiepen. De tactiek is niet de som aanvallen, ontleden en stap voor stap oplossen, nee de tactiek is de som zo snel mogelijk doorlezen, invullen wat je denkt te weten, een paar getallen door elkaar delen zonder je af te vragen of de uitkomst klopt en zo snel mogelijk afraffelen. Het is een wonder dat hij tot nu toe een voldoende staat.

Mijn dochter is al niet veel beter. Tijdens corona heeft ze online lessen, die om een of andere reden zo worden ingekort dat ze nog een spel kan spelen op de computer. Als ze Frans krijgt haakt ze gelijk af omdat de vraag in het Frans is en ze geen idee heeft wat er staat. En dat ligt niet aan haar, dat ligt natuurlijk aan de leraar. En verder heeft ze op alle argumenten een bijdehand antwoord. Je moet haar de mond snoeren anders is de discussie eeuwigdurend.

Mijn kat is een kutbeest want ze vermoordt vogeltjes en muizen. Zojuist lag er een koolmeesje dood onder een nestkastje, dus nu mogen we hopen dat dit niet vader of moeder was, en alle jonge koolmeesjes verhongeren. Of in het beste geval, dat de eieren niet uitkomen. Je hebt helemaal niks aan katten. Dit is de laatste ooit.

Mijn hond heeft een gebruiksaanwijzing en kan onverwacht de aanval inzetten. Ze is zo sterk dat mijn kinderen haar niet kunnen uitlaten. Aan de lijn is het het ergst, dan begint ze al te rochelen zodra je de oprit af bent. En verder vreet ze van de grond. Paardenvijgen het liefst.

Over mijn vrouw ga ik het maar niet eens hebben.

Onverschillig

We hadden een opvoedkundig probleempje. Onze oudste staat er niet heel florissant voor op school. Zijn cijfers variëren van 5.5 tot 6.3. (ik tel een 7,8 voor examenvak LO II maar even niet mee) Allemaal maar heel matig. En als we nu vertrouwen hadden in een eindsprint dan was dat tot daaraantoe, maar dat hebben we niet. Op zijn minst verwachten we inzet vanaf nu tot aan het examen.

Zondag zat ik met hem aan economie en wiskunde. Ik kwam erachter dat hij na vier jaar nog geen idee heeft hoe zijn rekenmachine werkt. Alleen het hoognodige, maar een getal in het geheugen zetten is hem een raadsel. Omdat ik het al vaker had gezegd, ‘vraag het aan de leraar, kijk in de handleiding,’ en omdat hij duidelijk liet blijken dat hij geen enkele moeite deed om te snappen wat ik uitlegde, zei ik hem op een gegeven moment het maar uit te zoeken.

Toen werd de zwaarste sanctie ingezet. Andere dingen zoals niet gamen, niet logeren, het hielp allemaal niet, maar nu hij één keer niet naar voetbaltraining mocht ging hij volledig over de zeik. Linda appte het naar de voetbaltrainer, die het volledig met ons eens was en nog liet blijken dat hij Hans erg waardeerde op de training. Beleefd, een voorbeeld voor anderen en nooit verzaken. Die mocht hij dan in zijn zak steken, ware het niet dat dat niet ging, want hij was er vandoor. Zonder jas en in korte broek was hij hem het donker in gesmeerd.

En daar zit je dan op de bank, zogenaamd onverschillig te wezen. Ik had vroeger als kind echt het idee dat mijn ouders niet om mij gaven en elk dreigement zonder problemen zouden uitvoeren. (dan slaap je ook maar buiten!) Die zouden het geen probleem vinden als ik het koud had of als ik honger had, althans, dat dacht ik toen. Hans had nog niet gegeten doordat hij boos was. Ik vind het nu ik zelf ouder ben al best lastig om een straf uit te delen, laat staan te handhaven. En wat nu als Hans een heel ander kind is dan ik en gewoon wel echt wegloopt? Ik had zijn bord eten al in de magnetron gezet voor als hij terug zou komen. Ik was er destijds van overtuigd dat ik gewoon geen eten zou hebben gekregen in zo’n geval.

Na drie kwartier ging de bel. Linda deed open. Hij was volledig gekeerd. Godzijdank. Hij had het wel een beetje koud. Gelukkig kon ik hem warm eten brengen.

Economie

Ik had vandaag een tien voor economie. Dat kwam zo, Hans moest een PO maken, een praktische opdracht, en ik heb hem geholpen. Een stuk of 30 vragen die ik allemaal met hem heb doorgenomen. En omdat hij niet kan formuleren, heb ik de antwoorden ook nog geherformuleerd. Ik heb zelfs een actueel onderwerp uit het achtuurjournaal verwerkt in zijn antwoorden. Hij heeft zijn gemiddelde cijfer maar liefst opgehaald tot een 5,9, het heldere licht. Natuurlijk weet de leraar dat hij geholpen is. Het zij zo.

Het mooie is, een andere vader, die ik ook ken, eveneens financieel onderlegd, en wiens zoon bij Hans in de klas zit, had slechts een 9,3. Die baalde dus, want ik had hem afgetroefd. Een vorige keer, toen het op pure uitleg aankwam, had zijn zoon een hoger cijfer voor het economieproefwerk dan Hans. Dat stak me toen al een beetje. Nu won ik deze concurrentieslag. Ha! De leraar had tegen zijn zoon gezegd dat het eigenlijk een tien waard was, maar omdat hij vermoedde dat vaders hadden bijgesprongen was hij extra kritisch gaan kijken. Wat natuurlijk extra glans geeft aan mijn tien. Pardon, aan die van Hans.

Rukker

Mijn zoon had het vandaag aan de stok met een oud-voetballer van Ajax. Hij komt hem wel vaker tegen en roept wel eens iets naar hem. Tot nu toe onschuldige dingen. Vandaag maakte hij echter een obsceen gebaar. Hij maakte hem duidelijk dat hij hem een rukker vond. Dat ging te ver, dus de Ajacied stapte uit zijn auto en kwam verhaal halen.

Hij appte het me en mijn eerste reactie was: dat moet je ook niet doen, Hans. Mijn tweede reactie was echter: godsamme, nu komt hij op mijn zoon af, die gast krijgt wekelijks vele ergere dingen naar zijn hoofd geslingerd door allerlei rivaliserende supporters en dan loopt hij altijd stoïcijns door. Nu is het een jochie en dan stap je ineens het schoolplein op? Hij moet toch ook weten dat het multimiljonair worden door een voetbalcarrière gepaard gaat met vervelende confrontaties? Daar ben je op getraind, om dat te negeren.

Thuis vertelde hij me het hele verhaal. Over hoe klein hij was en dat hij hem te verstaan had gegeven dat als hij het nog een keer zou doen, hij hem er tien zou geven. Een mooie juridisch afgedekte bedreiging. Over hoe hij arrogant gedaan had en zijn naam opeiste. Hans was toch een beetje onder de indruk. Hij had excuses aangeboden maar die werden niet aanvaard, hij draaide zich boos om en stapte terug in zijn auto. Ik zei, maak je niet druk, die bedreiging heb je zelf uitgelokt, hij heeft je niet aangeraakt, niks aan de hand. Niet meer dat rukkersgebaar maken naar die patser, maar laat je ook niet intimideren. En toen gaf ik hem een high five.

M’n kleine aapje

Mijn kinderen zijn pubers. De jongste is 12, de oudste 15. De jongste trekt zich veel op aan de oudste, dus ik heb het af en toe zwaar. Ze lachen mij uit. Normaal handel ik dat wel af, maar nu, met nog steeds die vermoeiende tinnitus is het me soms te veel. Gisteren heb ik ze alle twee naar boven gestuurd. Dat gaat zonder slag of stoot, wat het lastig maakt. Want als ik niet sla of stoot heb ik weinig overmacht en duurt het vrij lang voordat ze opgedonderd zijn. Vooral de jongste die een kei in discussiëren is. De oudste heb ik aan zijn oor getrokken en richting uitgang van de huiskamer gedirigeerd.

Die oudste, Hans, u kent hem wel, kan behoorlijk irritant doen. Als ik net beneden kom gelijk vragen: Jack (geen Mack), hoe was je dag? Of Jack, wat doe je hier? Maar wat me helemaal irriteert is zijn muzieksmaak en zijn manier van zingen. Er hoeft maar een Nederlandse artiest op de tv te zijn of hij vindt het goed. En dat is nog niet zo erg, maar hij komt het elke keer vermelden. Dan gaan die handen omhoog en zegt hij: Jack, dit is pas goeie muziek. En het is geen goeie muziek, het is precies die muziek waar ik al mijn hele leven tegen in opstand kom. “Joost is anders geaard”. Hij blijft mij dan aankijken terwijl ik hem negeer. Hij kent inmiddels mijn regel, mij langer dan drie seconden onnodig aankijken is een klap voor zijn kop. Maar dat boeit hem niet. Of hij zorgt dat hij net buiten mijn bereik blijft.

Waar dit precies mis is gegaan weet ik niet. Het moet van zijn voetbal interesse komen. Jack van Gelder was zijn grote held. Tenminste, ik vermoed dat het Luuk de Jong is, en Jack van Gelder meer als grapje. Het begon een jaar of drie geleden met de vraag die meerdere keren per dag kwam: papa, wat vind jij nou van Jack van Gelder? En inmiddels ben ik nu zelf Jack.

En natuurlijk ben ik ergens wel trots op hem. Hij is immers precies die jongen waar ik vroeger tegenop keek. Die zijn eigen gang gaat, die overal om lacht, die aanvoerder en klassenvertegenwoordiger is, die vrienden heeft, die zijn haar niet kamt, en die erover denkt om bij defensie te gaan werken. Maar hij is niet meer het jochie waar ik vroeger trots op was. Dat lieve, mooie, verlegen jochie dat troost zocht als hij bang was, dat ik ’s nachts uit zijn bedje kwam tillen als hij huilde en dan vroeg ik of hij mijn kleine aapje was. “Jah,” zei hij dan. Die tijd is weg.

Vergelijking

Ik moest mijn zoon leren hoe het scheermes te hanteren. Het is weer zo’n momentje in mijn leven. Voor hem waarschijnlijk niet, maar voor mij toch zeker wel. Hij vroeg het, want dat gekloot met slechte scheerapparaten schoot ook niet op. Hans is behalve in de omgang niet zo handig. Dus als ik zei, “andersom”, dan draaide hij het mesje naar de buitenkant zodat hij zich met plastic stond te scheren.

Ik hielp hem ook met wiskunde. Het berekenen van de snijpunten van een parabool en een lijn. Dan denk ik direct: Abc-formule, maar die leren ze niet meer. Ze leren inklemmen, wat een soort gokken is. Je klemt het antwoord in tussen twee foute antwoorden. Ik dacht er het mijne van. De Abc-formule is kennelijk te lastig, dus die schaffen we maar af. De waarheid is dat ik helemaal niet direct aan de Abc-formule dacht, ik was hem zelfs straal vergeten, maar ik kwam hem weer op het spoor doordat ik een kwadratische formule niet kon ontleden. Best lastig nog, maar toen ik vijftien was behoorde de Abc-formule tot de examenstof van de mavo, en kennelijk was dat niet hetzelfde als 4 vmbo.

Toen ik vijftien was overleed mijn vader. Hij kon me niet helpen met scheren of met de Abc-formule. Toen ik vijftien was, was hij zwaar ziek. Ik heb Hans’ levensloop altijd met die van mezelf vergeleken. Hij is nu op de leeftijd dat ik het alleen moest gaan doen. De vergelijkingen gaan vanaf nu uit elkaar lopen. Tot de vijftienjarige leeftijd, zover kon ik de vergelijking oplossen. Hoe het verder moet qua opvoeding is nu de vergelijking met meerdere onbekenden. Van mijn kant bezien dan, Hans maakt zich niet druk. Die lost hem wel op.

Chromebook

Mijn dochter had gespaard voor een chromebook. Om het benodigde bedrag bij elkaar te krijgen deed ze klusjes. Kinderarbeid, zo u wilt. Zaterdag heb ik er samen met haar eentje besteld, vandaag kwam hij binnen. Ik werk thuis op maandag, dus ik mocht het ding in ontvangst nemen. Ik richtte hem in volgens de regels van Google, en binnen de kortste keren was alles geblokkeerd. Je kon alleen nog inloggen en dan moest je vervolgens een code ingeven die er niet was. Ik wist wel hoe dat kwam, maar zo was de situatie. Er kon niks meer.

Ik resette hem, en heb nu gelogen tegen google over haar leeftijd. Nu lukte het wel. Als je het eerlijk deed, moest je een onbegrijpelijke familie link inschakelen waarmee je je kind in de gaten kunt houden. Die app blokkeerde ongeveer alles. Ik kreeg het ook niet goed ingesteld. Dus weg ermee. Op het gevaar af dat ze me nu financieel ruïneert of op sites komt waar ze niks te zoeken heeft, kan ze nu overal bij. Ze is nu acht jaar ouder dan ze is. Alles voor je dochter die zo uitgekeken heeft naar haar chromebook. Zelfs mijn badmintonavond liet ik gaan om dit recht te krijgen. Dat deed me best zeer, maar ik kon toch moeilijk haar nieuwe chromebook zo laten dat ze er niks meer mee kon? Maanden voor gespaard, dochter, vader, opofferingen. Ik geloof niet dat het anders gekund had.

Julia en Rachel

Vroeger ging ik vaak naar het Veluwemeer om te surfen. We deden dat met een vast clubje van jongens en meisjes, ik heb daar mooie herinneringen aan. Ik kom er nooit meer, maar vandaag moest ik er zijn, want ik zou Hans en z’n vriendje en twee vriendinnen naar Walibi brengen. Hij is al veertien, en zijn vriendinnen waren al vijftien. Nog leuke meiden ook als je het mij vraagt. Bij allebei de vriendinnen moest ik nadat ze ingestapt waren na vijftig meter weer terug omdat de één haar telefoon en de ander haar entreekaart was vergeten. De andere jongen in het gezelschap was vergeten z’n telefoon op te laden. De goed voorbereide generatie.

Julia en Rachel. Ergens was ik wat jaloers op Hans. Er komen nu vrienden en vriendinnen ten tonele die waarschijnlijk de komende jaren deel van zijn leven gaan uitmaken. Ik had op mijn veertiende nog nooit een meisje van dichtbij gezien, maar deze twee achter in mijn auto leken al geen halffabricaten meer. Vooral Rachel was een zogenaamd verlegen meisje dat steeds nerveus lachte. Je zal er maar een dag mee in Walibi mogen rondbrengen. Hans is dan ook een coole dude.

De weg naar Walibi was dezelfde als die naar het Veluwemeer. Ik kom er nooit meer, maar de kilometers lange dijk had nog dezelfde klinkers waardoor je hele auto rammelde destijds. (Fiat Panda) Nu zoefde ik er iets makkelijker overheen. Onderweg zag ik nog een aantal punten die er vroeger al waren. De kazerne boven op de knobbel, de discotheek waar de militairen uitgingen, de haven van Elburg en de dijk. Het is jammer dat mijn auto net stuk ging, en ik niet meer mag rijden van de garage, anders had ik ze vanavond nog opgehaald.

Korfbal

Mijn dochter zit op korfbal nadat ze een bijna zekere toekomst als keepster van het Nederlands voetbalelftal aan de wilgen hing. Haar nieuwe team speelde in Arnhem en ik moest rijden. Met korfbal denk ik vanwege het wat suffige imago aan brave kinderen achterin. Nou, vergeet het maar! Alles wat kon bewegen was ook aan het bewegen, alles wat los kon kwam ook los, en er brak een ouderwetse matpartij uit op mijn achterbank. Op de heenweg had ik de situatie nog onder controle, maar op de terugweg niet meer. Ik vervloekte korfbal en het enige wat ik kon doen was zo hard mogelijk terugrijden zodat ik er zo snel mogelijk vanaf was. Maar de hoofdsteun in het midden stond ineens omhoog zodat ik ook geen goed zicht had op de situatie achter mij, dus moest ik toch nog enigszins rustig aan doen, aangezien de politie zo achter je kan zitten met die verrekte snelle sjoemeldiesels van ze tegenwoordig.

Ik moest de kinderen thuisbrengen nadat ik een vorige keer een boos appje had gekregen omdat ik ze bij de korfbalclub had afgezet. Een van de kinderen weigerde te zeggen waar hij woonde. Eerst nergens omdat hij een zwerver was, en toen in een villa met een zwembad en nadat ik mijn schop, bijl en touw uit de kofferbak haalde biechtte hij zijn adres op. Korfbaltuig. Volgens mij zat er op de heenweg nog eentje te proberen om een plastic afdekkapje van de 12-volts-aansluiting te slopen. Bij mijn eigen kinderen deel ik dan onmiddellijk een bats uit, maar met die kickbokskampioenen tegenwoordig overal, ben ik iets voorzichtiger. Ook de ouders die er waren hadden niet gelijk een klik met mij. Of andersom, ik ben gewoon niet meer zo aardig als ik vroeger was. Als ik een type herken of denk te herkennen dat ik niet trek, bewaar ik afstand, hoe ze ook hun best doen mij te overtuigen van het feit dat de wereld al 55 jaar om hen draait.

Het enige wat ik wel mooi vond dat was deze plek in Arnhem Oost, waar het glooit en de straten echt omhoog en omlaag lopen. Kapitale villa’s in de wijk en je waant je echt ergens in het buitenland. Het was een kleine pleister op de wonde.

Waar blijft de tijd?

Ik wilde even iets met u delen. Het gaat namelijk om mijn kinderen. Die worden in minder dan geen tijd groot. Veertien en tien zijn ze nu. Het is niet dat ik spijtig terugkijk omdat ik er te weinig bij ben geweest, want dat is niet zo. Ik heb ze bewust meegemaakt en ik heb elk moment bewust beleefd. En dan heb ik het niet eens zo zeer over belangrijke momenten zoals een eindmusical of een zwemdiploma, maar ook over een willekeurige ochtend waarop we opstaan, als we patat haalden, of we aan tafel zaten. Ik ben hun vader en ik heb een uiterst infantiel niveau van grapjes. En dat laatste werkt natuurlijk niet altijd meer bij ze. Ik pas mijn niveau wel aan, maar ik merkte laatst bij jonge kinderen van een collega dat ik weer helemaal in mijn element kwam toen ik hoorde dat ze pizza zouden eten en ik tegen ze zei: oh, spinazie? Dat is lekker! Neehee Pizza! Enz. enz.

Goed, die van mij zijn dus tien en veertien. Hans is al bijna net zo groot als ik. Laatst drong tot me door dat ze niet tot in de eeuwigheid met ons mee op vakantie gaan. Ik schrok. Niet mee op vakantie, en dan? Dan zit ik daar met Linda! De paniek sloeg toe. Ik kalmeerde mezelf door me te realiseren dat het nog wel minimaal vijf jaar duurt voordat ze allebei niet meer meegaan, en als ze een beetje op mij lijken gaan ze nog twintig jaar met ons mee, maar toch. Ze worden ouder en dat heeft ook z’n charmes, maar die koppies toen ze klein waren en ze nog om al mijn grapjes lachten….