Onwerkelijk

Die Hans van mij is deze week geslaagd voor z’n rijbewijs en heeft nog dezelfde dag een auto gekocht. Hij snapt niks van auto’s, heeft geen idee van welk bouwjaar z’n auto is (2013), weet niet wat de cilinderinhoud is (1600 cc), weet niet waar z’n mistlampen zitten en ik vermoed dat hij geen idee heeft dat er een sportstand op de automaat zit. Hij wist zelfs niet hoe de mechanische handrem werkte. Maakt allemaal niet uit, ik liet hem een stukje in de mijne rijden en dat ging heel aardig.

Maar daarna ging hij met z’n zusje, in z’n nieuwe auto hun nichtje ophalen in Apeldoorn. Ja hallo, hij kan dan wel geslaagd zijn, je kunt deze jongen toch niet alleen de weg op sturen? Levensgevaarlijk, zo oordeelde mijn reptielenbrein. Ik wist voordat ik een rijbewijs had al alles van een auto. En toen ik het had, was ik net Jos Verstappen. Ik trapte het gas vol in waar ik dat kon, trok lang door in de versnellingen, remde als een gek voor een bocht en sleurde de auto de bocht door. Ik reed tegen de rijrichting in (1988, toen kon dat nog) en ik haalde 160 op de Zwolseweg waar je destijds 80 mocht en nu nog maar zestig. Als mijn moeder het had geweten had ze haar auto nooit meer aan mij meegegeven. Maar ik had de controle, althans dat vond ik toen, achteraf ben ik blij dat ik het overleefd heb.

Hans heeft dat allemaal niet. Die rijdt lekker relaxed, eerder onder de maximum snelheid dan erboven dus waarom ik me nu zorgen maakte over hem en niet over mezelf destijds, vroeg ik me af. Toch volgde ik hem wel op live 360. Hij reed wel een vreemde route door de stad. En dan weer 43, dan weer 17, dan weer 55. Nou ja, uiteindelijk kwamen ze terug, auto onbeschadigd, mijn kind. Ik zie nog zo voor me dat we hand in hand op vakantie liepen over de rotsen in een rivier. En nu rijdt dat jong in een auto. Morgen gaat hij voor het eerst zelf met de auto naar z’n werk. 55 kilometer ver. Het is onwerkelijk.

Jackson

Hans is een goed jong, maar ik daag u uit om iemand te noemen die stommere opmerkingen maakt dan hij. En ik weet nog precies wanneer het begon. Ik was naar een barbecue, ergens in 2017 denk ik, hij was dus 12, en ik was mijn telefoon vergeten. Dus hij zag mijn telefoon op het aanrecht liggen en appte mij: je bent je telefoon vergeten! Toen ik ‘s nachts thuis kwam en ik het las, appte ik terug: bedankt! Na een week heb ik hem duidelijk gemaakt dat ik dat appje dus niet kon zien. Hij moest er zelf het hardste om lachen.

En zo gaat het sindsdien, hij begaat een stommiteit, ik noem hem stomme druif, en hij moet hard lachen. Voorbeelden zijn: band oppompen terwijl de slang niet aan het ventiel zit, intelligentheid zeggen in plaats van intelligentie of toen ik zijn huiswerk wilde controleren en vroeg wat “ik heb” in het Frans was, hij zei: je parle? Zo zijn er nog wel tien voorbeelden. Zijn meest recente was zijn uiterst serieuze eis aan een auto die hij wilde kopen dat er verwarming in moest zitten. Dat wilde hij dan wel graag.

Vanavond tijdens een ronde met de hond kwam ik er ineens achter dat ik twee telefoons bij me had. Ik had die van Hans ook bij me. Ik appte hem dat ik zijn telefoon bij me had. Ik moest ter plekke lachen. Toen ik tien minuten later thuiskwam gaf ik hem zijn telefoon. Hij moest lachen dus hij snapte waarom ik die grap maakte. Nou ja, het is een prima jong. Maar hij heeft toch ergens een storing in z’n circuit.

Hee nieuwe, kun je tennissen?

Mijn zoon is weg bij defensie sinds een maand of vijf. Het was toch niet helemaal wat hij wilde, en eerlijk gezegd waren wij er ook niet rouwig om. Aan de ene kant jammer, maar zonder gevaar was het ook niet. De afgelopen vijf maanden was hij wat aan het lanterfanten, eerst een baantje als bediener van een lasrobot, toen een baantje bij een camping, dan weer even niks, ik zag het met lede ogen aan. Maar dan zag ik hem weer op zijn fiets vertrekken voor een sollicitatie en kwam hij weer vrolijk terug, aangenomen voor een baantje, en dat stemde mij toch positief, hoe makkelijk hij op dingen afstapt.

Toen wij in Frankrijk zaten moest hij een dag een test doen voor een eventuele nieuwe baan. Hij had een paar gesprekken, een fysieke en een psychologische test, en hij legde het met goed gevolg af. En deze week is hij begonnen. Hij moet kwart voor vijf op om om half acht op zijn werk te zijn. We hopen dat hij snel z’n rijbewijs haalt, zodat hij op een wat christelijker tijdstip kan opstaan.

Hij doet het allemaal maar. Z’n nieuwe baan is wat mij betreft nog veel gevaarlijker. Hij werkt in een penitentiaire inrichting, de gevangenis dus. Hij komt met verhalen thuis die mijn wenkbrauwen doen fronsen. Hij spreekt met langgestraften, levenslang soms en tennist met leden van motorbendes. Hij hoort ook wat ze op hun kerfstok hebben en ze zitten er meestal niet voor zweetvoeten. De bewakers zijn ongewapend, hebben alleen een alarmknop. En als ze daarop drukken stormt er een peloton met schilden en knuppels naar binnen en slaan alles neer wat zich niet direct overgeeft. Om sommige gevangen te overmeesteren heb je zes man nodig, zo breed zijn ze.

De vriendelijkste die hij vandaag sprak was een levenslang gestrafte die een eigen wikipediapagina heeft waarop zijn criminele verleden staat vermeld. Uiteraard klopte dat niet volgens de man. Ik moet er toch niet aan denken, de rest van je leven opgesloten in een gevangenis. Maar dan moet je het ook wel knap bont maken, wil je dat lukken.

Hij heeft pas twee dagen gewerkt en nu al meer verhalen dan ik ik 35 jaar.

Niet te doen

Dit was dag vijf dat Linda er niet is. Ik heb weinig tijd om haar te missen want ik werk nog steeds, en de rest komt ook ineens op mij neer. Het eten bijvoorbeeld, niet dat ik er iets aan doe, maar ik draag wel die last van het verzinnen. Dit was dag twee achter elkaar van het cafetaria. Nu liet ik mijn dochter gaan, want als ik twee dagen achter elkaar ga, gaat het opvallen. Morgen moet mijn zoon.

Er is simpelweg geen tijd, en dan is de hond nog uitbesteed, al is dat pas sinds gisteren en komt ze morgen terug. Daardoor moest ik nog vroeger op dan normaal ook! En die kat loopt ook ineens steeds te mauwen dat ze eten wil. Maar het ergst zijn die kinderen. Juist in de week dat hun moeder er niet is denken ze: we nemen het ervan! Dus ineens gooien ze dagelijks kleren in de wasmand, als ik geluk heb dan, want als ik de wasmand boven bij de wasmachine heb staan, flikkeren ze het gewoon in de badkamer op de plek van de wasmand. En er komen uitgerekend nu steeds pakketjes en post voor ze binnen, als het ze interessant lijkt scheuren ze het open en laten de verpakking liggen, indien niet, laten ze het geheel gewoon op de tafel liggen.

Dat doen ze dus echt niet als hun moeder thuis is. Ook blijven spullen op de trap staan, daar lopen ze ineens gewoon langsheen. Alsof de trap een nieuwe voorraadkast is. En oh ja, dat leven van ze! Dat komt en gaat maar en we zien wel of we thuis eten of slapen. Of zoals vandaag dat ik ineens een appje krijg dat er twee blijven slapen. Een voldongen feit.

En die hoeveelheid was die er ineens uit zo’n wasmachine komt, dat is normaal ook nooit zo. En wel informeren of een bepaald kledingstuk al gewassen is. Denk ook niet dat ze even de wastafel schoonmaken zoals ze normaal wel doen. Welnee, ineens haren, tandpasta, wc-rolletjes overal, ineens ruimen ze hun eigen zooi niet meer op. En ze schijnen ook ineens te denken dat de vaatwasser zichzelf inpakt. Oh ja, en die appjes ineens. Waar ligt dit, waar ligt dat? Ze doen het er gewoon om, om mij even te hebben. En dan uitgerekend deze week, net als hun moeder er niet is!

Opnieuw

Dit ben ik. 19 jaar ongeveer. Ik zit hier op de bruiloft van mijn oom en tante, en ik vond wat ik aan had destijds mooi. Nu denk ik, sjongejonge. Ik zat hier in een slechte periode. De slechtste van mijn leven. Die duurde tot mijn 23e. Kon ik hem maar adviseren toen. Dat hij niet zo onzeker moest zijn. Dat wat hem overkwam niet zijn schuld was. Dat hij niet zo hoefde te lijden en dat hij best lol mocht hebben. Dat hij niet moest wanhopen als er iets mis ging. Dat hij waardevol was en dat hij niks hoefde te compenseren. Dat het wel goed zou komen met hem en dat ik er voor hem was. Dat ik trots was op hem. Kijk jezelf nou eens! Jij komt er wel.

De weg kwijt.

Mijn dochter is nogal bijgetrokken vergeleken met twee jaar terug. Tegenwoordig doet ze bijna alles goed in plaats van fout. Ze vertelt me haar belevenissen op school en op haar werk, als medewerker bij Kruidvat. In haar klas zit een ginger, zo noemt zij vrij respectloos iemand die wij vroeger keurig rooie dakduivel noemden, en deze ginger noemde de docente een teef. De teef stuurde de ginger de klas uit en mijn dochter riep naar de ginger of hij soms geen opvoeding had gehad. “In welke generatie leef ik”, verzuchtte ze. En ik zag dat het goed was.

Vanavond op haar werk komt een man uitleg vragen over condooms. Of die ook voor mannen zijn. Volgens mij zijn condooms altijd voor mannen, maar ik weet er niet al te veel van. Ik geloof dat ik ze twee keer gebruikt heb in mijn leven, dus pin mij er niet op vast. In elk geval, mijn dochter vertelt mij dit en ik denk alleen: “wat is dat voor een idioot?” Vervolgens wil hij nog een buttplug, ik verzin dit niet, bij Kruidvat verkopen ze die en de man vraagt hoe je dat schoon moet maken. Ik was hier al hard weggerend en ik vraag mij af in wat voor generatie ik leef.

In elk geval, mijn dochter is minder preuts dan ik en zegt tegen de man dat ze het niet weet en er even een collega bij haalt. Ze hoort de collega tegen de man zeggen: “als je deze in je kont wil douwen kan dat.” En ik denk, wat gaat hier allemaal mis in dit land, dat er mannen vrij rondlopen die aan jonge meisjes uitleg gaan lopen vragen over condooms en buttplugs. Of nee, wat gaat er eigenlijk mis in deze tijd, dat Kruidvat buttplugs verkoopt?

Het wordt echt de hoogste tijd dat we weer eens normaal gaan doen met z’n allen.

Elk nadeel heeft zijn voordeel.

Mijn zoon zit tegenwoordig bij het 45e pantserinfanterie bataljon, bravo compagnie of zoiets. Hij wordt uitgestegen minimi schutter. Dat betekent dat hij zijn voertuig verlaat en te voet een gebied intrekt. Minimi is een lichte mitrailleur met een hoge vuursnelheid, en effectief tot 800 meter. Vandaag haalde ik hem op van de bus en ik was even vergeten dat hij nu soldaat is. Hij kwam in uniform met baret op me af lopen, dat was een mooi gezicht.

Hij heeft pas zijn opleiding voltooid, 26 man van de 46 waren nog over, en nu is hij beroepsmilitair. Hij brengt ineens bakken met geld binnen, ik verdiende op mijn 19e hfl 1000, dus ongeveer 450 euro per maand. Goed, het was een andere tijd, maar ook voor die tijd was het weinig. Als ik moet gokken dan heeft het tot mijn 30e geduurd voordat ik verdiende wat hij nu verdient, gecorrigeerd voor inflatie. Hij is me dus ver vooruit. Binnenkort als hij uitgezonden wordt, haalt hij me in. Verder heeft hij allerlei voordelen die je als ambtenaar hebt en hij heeft nu een luxe kamer op de kazerne in plaats van een kale slaapzaal waar je met z’n zessen ligt.

Zijn opleiding was hard, koud, vies en zwaar, maar hij heeft volgehouden. Tot zover het trotse gedeelte. In het weekend is hij een feestende lapzwans, net als z’n vrienden. Maar dat is wellicht nodig.

Zelf ben ik nooit soldaat geweest, ik was buitengewoon dienstplichtig. Ten tijde van oorlog zou ik opgeroepen kunnen worden. Maar de oorlog was ver weg in 1988.

Nu is dat anders, en ik moet er niet aan denken dat Hans de oorlog in moet. Het klinkt allemaal wel mooi, wat ik daarnet beschreef, maar als hij echt op een vijand moet schieten, en er wordt teruggeschoten dan is dat natuurlijk verre van mooi. Mijn moeder vindt het maar niks, haar kleinkind naar een oorlog, en dat snap ik. Ik hoop van ganser harte dat de oorlog wegblijft, maar heb ik een uitzonderingspositie in het leven? Moeten alleen kinderen van anderen hun leven wagen in een oorlog? Dat zou toch ook niet kloppen. Een land moet helaas een leger hebben, en we moeten blij zijn dat er mensen zijn die ons verdedigen als het foute boel is. Waarom zou dat altijd een ander moeten zijn?

Dan hoop ik wel dat Trump zijn belofte waarmaakt en de oorlog in Oekraïne beëindigt. En daarna die in Gaza. Voorlopig heeft Trump al voor elkaar dat meer landen hun verplichte bijdrage aan de NAVO doen. Dat geef ik hem na.

Praktische Opdracht

Drie jaar geleden hielp ik Hans met een praktische opdracht voor Economie, waar ik destijds een tien voor haalde. https://mackwebber.blog/2021/03/09/economie/

Nu was het de beurt aan Tammar, en omdat ik Hans geholpen had, zou ik haar ook helpen. Er is echter en verschil. Hans probeerde het eerst zelf, maar maakte er een zooitje van. Tammar heeft vijf vragen gedaan, en ging daarna in de dwarse houding. De bekende langspeelplaat, waarom moet ik dit leren, ik onthou het toch niet, je kunt wel boos worden maar dat helpt toch niet, het boeit me niet, ik ga het niet doen, ik zak toch volgens jullie dus heeft het geen zin dit te doen, bla bla bla.

Ik had haar gezegd dat ik badminton zou afzeggen om haar te helpen, maar dan wilde ik wel dat ze zelf eerst nog vijf vragen zelf deed, anders zou ik net zo hard weer gaan badmintonnen. Loos dreigement no. 5488. Dat wist ik al wel. Tammar ook, dus die heeft niks gedaan. Waarom niet? Omdat ze geen tijd had. Nee, dat is logisch, een kaderkind dat tot twee uur naar school moet heeft geen tijd. Zij was dwars en ik maakte haar belachelijk. Ze had ook goed ruzie met haar moeder die de oorzaak van alles was. Het is jouw schuld dat ik niet ga leren want ik word gestresst van jou. Of, het is jouw schuld dat ik zo ben want jij pakt mijn telefoon af.

Ze had één van haar meest dwarse buien, soms tranen in haar ogen, en ik bleef haar maar jennen. Niet heel erg, maar op een vrolijke manier. Je kunt me wel proberen aan het lachen te maken, maar dat lukt toch niet! Ik probeerde mijn geduld te bewaren wat eigenlijk heel goed lukte. Dus op een gegeven moment had ik voor elkaar dat ze bij me achter de computer kwam zitten. Ik had al een paar keer gevraagd waar die praktische opdracht dan stond, waarop haar antwoord was: in de computer. Ze jende me terug, maar op een irritante manier.

Met haar jas aan, capuchon over haar hoofd getrokken en met één vinger typend, typte ze wat ik dicteerde. Maar ik liet me niet provoceren door het langzame tempo en ik denk dat ze doorkreeg dat dit de hele avond ging duren. Ze bleef onverschillig doen maar kreeg geen vat op mij. Nog een paar woorden die ze niet mag gebruiken ter provocatie, en ik deed er niks aan, want dit moest vrijdagavond om 23:59 zijn ingeleverd, anders werd de examencommissie ingeschakeld, en erger, ze staat al onvoldoende voor economie, dus dit was een kans om het op te halen.

Na verloop van tijd begon ze met twee handen te typen en was het verzet gebroken. Om half negen hadden we alles klaar en ze stuurde de opdracht in. Het wordt geen tien, zoals bij Hans, want daar heb je volledige medewerking van je kind bij nodig. Maar een acht, daar reken ik toch wel op. Na het examen sla ik haar in elkaar.

Het verstrooide brein

Maandagochtend iets na half negen en mijn telefoon gaat. Een onbekend nummer. Ik neem op, wil mijn naam zeggen maar hoor al dat het mijn dochter is. Ze belt met de telefoon van een vriendin. Ze heeft haar telefoon in de bus laten liggen.

Ze is al meerdere keren haar airpods kwijtgeraakt, de eerste keer gewoon kwijt, die hebben we toen kunnen vervangen met airpods van een jongen waarvan de moeder vermoedde dat haar zoon die gestolen had maar dat niet kon bewijzen, maar ook daar raakte ze er al spoedig een van kwijt. Toen heeft ze een headphone gekocht want die raak je niet zo snel kwijt, maar kennelijk was dat niet cool genoeg, dus wilde ze weer airpods kopen. Ik ging daar voor liggen, omdat ze die al twee keer was kwijtgeraakt dus spoedig daarna kocht ze nieuwe airpods. Na een dag of twee was ze ze verloren tijdens de hond uit laten, en liep ik in het donker met een zaklantaarn te zoeken, maar kon ze niet vinden. Niet veel later bleken ze gewoon in haar jaszak te zitten.

Ze werkt veel en moet van ons meer geld op de bank hebben dan iets daadwerkelijk kost, want ze moet een buffer hebben. Dus laatst kwam ze op het idee van een refurbished model, want het moet bij die kinderen een iPhone zijn, en dan zou ze genoeg geld hebben, inclusief buffer. Ik denk dat dit drie weken geleden was.

Je weet van te voren al dat het fout gaat, en dit kind kan er niet eens iets aan doen. ADHD, of ADD zorgt voor een verstrooid brein. Ik ben er mee opgehouden te denken dat dit ligt aan het feit dat er geen consequenties volgen, want dan leert ze het wel, nee, deze leert het voorlopig niet.

Linda belde haar telefoon die werd opgenomen en vroeg of de vinder de telefoon aan de chauffeur wilde geven. De chauffeur zou over een kwartier in Epe staan, dus ik race daarheen, met losse veters want ik had geen tijd meer om ze te strikken en kom een paar minuten voor de afgesproken tijd aan. Echter, volgens de locatie was de chauffeur nog in Zwolle, dus ik begreep het niet helemaal. Tegen beter weten in vroeg ik het twee chauffeurs die bij de halte stopten, maar dat sloeg natuurlijk nergens op als haar telefoon nog in Zwolle, inmiddels Wapenveld, was. Ik besloot te wachten, maar bij Heerde maakte de bus een afslag naar de snelweg en kwam dus nooit meer langs de afgesproken halte. Linda had intussen weer contact met de chauffeur, die had zich vergist en zou op een oprit stoppen langs de snelweg. Ik racete naar de snelweg en inderdaad stond daar de reddende engel.

Later dacht ik, ik had het haar zelf moeten laten uitzoeken, ik had ook het adres van die chauffeur kunnen vragen en dan had ze er naar toe kunnen fietsen, en ik voelde mij slecht. Een curling ouder met een prinsesje. Omdat het nog steeds niet helemaal geloof, dat ADHD. Ik geloof trouwens geen enkel excuus voor iets wat ik zelf wel tot een goed einde zou brengen, en zou zelfs zover willen gaan dat ik volslagen intolerant ben en andersdenkenden sowieso niet geloof.

Het enige wat ik vertikte was om de telefoon naar haar school te brengen. Een dagje zonder. Sjonge jonge wat ben ik keihard. Ik heb het genoemde boek gelijk besteld.

VVSO

Die opvoeding van mij, ik bedoel die door mijn ouders, die sloeg nergens op. In die zin, het is mijn voorbeeld, en ik dacht dat het zo moest. Maar het werkt gewoon niet, want de systemen werken tegen mij. Bij mij werkte het wel want er was één factor die zorgde die hele opvoeding gesmeerd liep en dat was “angst.” Ik had nee, en ja kon ik krijgen. Zo was het. Nooit dacht ik dat een dreigement loos was, of het nu mijn ouders, een leraar of zelfs mijn allerliefste opa’s en oma’s waren. Ik was als een herdershond, gek op beloningen en van streek door straf. Ik werd gedoogd zolang ik in de pas liep, dat gevoel.

Nu zitten we in een nieuwe eeuw en ben ik de opvoeder. Nu is opvoeder zwaar aangezet, ik ben meer een vangrail, die de stuurloze auto op de weg houdt. Meer is het niet. En dan haal ik op de weg liggende obstakels ook nog tijdig voor ze weg. Mijn dreigementen worden niet serieus genomen want mijn kinderen zijn niet bang voor mij. Ik heb ze ook nooit geslagen. En eigenlijk zou dat veel beter zijn dan een langdurige straf, want daar ben ik echt waardeloos in. Ik denk zelfs dat als ik mijn dochter dreig dat haar elektrische fiets op slot gaat en ze met de gewone naar school moet, ze gewoon niet gaat, iets wat ik niet in mijn hoofd zou halen vroeger, uit angst voor de toorn van de school, die onder een hoedje speelde met mijn ouders. En wie heb ik dan met die straf? Mezelf. Ik ben ook totaal niet consequent en veel te gevoelig voor de argumenten van mijn dochter. Eigenlijk zouden ze me moeten korten op de kinderbijslag, zo’n rommeltje maak ik ervan.

Gelukkig voel ik me wel gesterkt door school, want die zijn precies eender. En eigenlijk ben ik op zoek naar gelijkgestemden om een vereniging op te richten. De vereniging van stuurloze ouders. De VVSO.