8.8. De rivier langs de camping, een vertakking van L'Árdèche, zit barstensvol vis. Duizenden jonge visjes (tot 3 cm), honderden grotere, (tot 15 cm) en af en toe een knoepert. (tot 50 cm.) Als je op een strategische plek zit zijn de jonkies met een schepnetje eenvoudig te vangen. De mensenjonkies lukt het niet omdat die met het net achter de vis aan gaan, maar mij lukte het wel doordat ik de vis achter mijn net aan liet gaan. Ze zetten zelf hun leven op het spel door in het net te zwemmen. Gelukkig voor hen laten we ze gewoon weer vrij. De grotere tussenmaat echter, laat zich niet zo makkelijk foppen. Ze komen in de buurt van het net, tikken er pesterig met de zijkant van hun lichaam tegenaan, maar zodra je het schepnetje beweegt, zijn ze weg. Om hen te vangen heb je een hengel nodig, tenzij je net als ik, Mack heet.
Met eindeloos geduld en een stukje baguette -het blijven Franse vissen- in het netje lukte het mij om een knoepert van 10 cm te vangen. Trots liet ik mijn vangst zien aan Hans. De soort moet ik schuldig blijven (een meervalachtige) want ik heb nooit eerder zo'n vis gevangen. Hij (of zij) deed me nog het meest denken aan de algeneters die ik vroeger in mijn aquarium had. Eigenlijk denk ik wel dat ik de eerste mens ooit ben die het gelukt is zo'n vis in dat formaat te vangen met een schepnetje van € 3,50.
Ik denk, hier gaat hij vertellen hoe Hans nagenoeg stikte in een stukje stokbrood en een bijna-dood-ervaring had. Maar het valt me mee.
LikeLike