1.8. Plotseling ging het regenen. Eerst nog druppel voor druppel, maar al spoedig werd het een flinke onweersbui. Hier zijn wij duidelijk niet op voorbereid. Regen, daar houden wij geen rekening mee tijdens vakanties in Zuid-Frankrijk. Anders zouden we wel naar Drenthe gaan, als wij regen wilden. We trekken de boel een beetje bij elkaar onder de luifel en ontvangen een telefoontje van mijn schoonzus dat het morgen pas echt noodweer wordt in de Ardèche.
Wij hebben nog niet eens een paraplu bij ons, in tegenstelling tot alle andere kampeerders die met paraplu naar het sanitair lopen. De kinderen liggen intussen op bed, tenminste, die van ons, en wij bespreken het naderend noodweer. We zullen tenslotte niet de eerste camping zijn die wegspoelt. "Wat kunnen we doen als de auto's en caravans langs komen drijven?", vraagt Linda. "Niet veel," antwoord ik. "We blijven in de tent en we hopen dat de auto's en caravans onze tent niet raken." Kijk, ik denk tenminste na. Onze tent staat met haringen verankerd in de grond, in tegenstelling tot caravans en auto's. Linda was gerustgesteld. Kamperen is vooruitzien. Noodweer, het mocht wat.
Volgens mij zitten jullie allang hoog en droog thuis met afstandbediening voor de bank. Heb ik gelijk?
LikeLike
Ja, AM. Maar dat weet iedereen die hier aandachtig leest. 😉
LikeLike