Ik begon de dag goed, ik stond een half uur eerder op, ik douchte, las de krant bij het ontbijt en stapte in mijn auto. Terwijl ik de straat uit reed passeerde ik Stefan. Stefan is een verstandelijk achtergebleven jongen van een jaar of dertig die bij mij in de straat woont. Iets is bij zijn geboorte misgegaan waardoor hij die handicap heeft. Hij woont bij zijn moeder en wordt elke dag met een busje opgehaald voor zijn werk. Als hij me ziet heft hij zijn arm en kijkt me blij aan. Ik heb vier jaar lang niet geweten dat hij kon praten. Ineens op een avond, toen ik hem tegenkwam met de hond, sprak hij een volzin. Die komt dan volkomen onverwacht, een seconde of vijf nadat je hem groette, als je hem alweer voorbij bent.
Als hij hier voorbij loopt kijkt hij naar binnen en als hij ons ziet, steekt hij zijn hand op. Vanochtend toen ik hem passeerde terwijl hij de hond uitliet, stak hij trots zijn hand op en ik zag een onbetaalbare blijdschap op zijn gezicht. Ik groette terug, en ik stel me dan altijd voor dat hij bij thuiskomst aan zijn moeder vertelt dat ik zwaaide. Alsof ik Marco van Basten ben.
Zijn blije gezicht gaf mijn humeur, dat toch al niet slecht was, een verdere boost. Ik kwam eerder aan op mijn werk en klaarde een paar lastige klussen. Met een goed humeur gaat dat beter. Het viel me ook ineens op dat de pijn in mijn schouder bijna weg was. Werkte dat zesde zintuig dan toch? Ik vertelde Linda over de handoplegging van maandag. Zij vond het belachelijk. Maar ook dat kon mijn humeur niet verpesten. Belachelijk of niet, toeval of niet, tijdelijk of voorgoed, de pijn is vrijwel weg.
Ach, wat mensen allemaal vinden van iets dat onbegrijpelijk is….. Het gaat erom dat het helpt, ook al is het niet altijd verklaarbaar.
LikeLike
Een vriendelijke glimlach op je gezicht doet wonderen in de wereld.
LikeLike