Ik word door een jonge, en vooral in zijn eigen beschouwing, ambitieuze collega steevast tot de patatgeneratie geschaard. Ik besteedde er niet te veel aandacht aan, maar erg positief klonk het niet. Bovendien dacht ik dat de patatgeneratie jonger was dan ik. Maar vandaag dacht ik eraan om het eens op te zoeken. Ik kende alleen de babyboomers en de patatgeneratie. Maar na vandaag weet ik dat ik tot de verloren generatie (1956-1970) behoor. Ik ben een kind van de stille generatie, ook al zo’n veelbelovende naam. Ik kreeg te maken met de oliecrisis, de koude oorlog en grote werkloosheid, al heeft me dat nooit echt bezig gehouden. De koude oorlog nog het meest, maar die maakte vooral dat ik dacht dat Russen gewetenloze koude kikkers waren.
Dat ik ingedeeld werd in dit hokje, luchtte me wel op. Ik voel me ook verloren, zeker de laatste jaren. Geen idee meer waar ik ben als ik me in de buitenwereld begeef, dat overzicht ben ik wel kwijt. En door dit hokje kan ik weer verder, want ik kan er niks aan doen, ik ben de verloren generatie. Na mij komt de pragmatische generatie, en voor mij zat de protestgeneratie, dat klinkt toch allemaal wat minder hopeloos. Geen woorden, maar daden, zo klinken ze. Terwijl mijn generatie er wat verloren bij zit te kijken.
Maar net als bij mijn sterrenbeeld maagd, waarbij ik op het randje van weegschaal zit, is hier ook iets aan de hand. Want ik zou het kind zijn van de stille generatie, maar mijn ouders komen uit de protestgeneratie. En hun kinderen zijn de pragmatische generatie! Dat maakt mij tot een pragmaticus. Echter, als ik eerlijk ben, zijn mijn ouders wel ingedeeld in de protestgeneratie, maar ik ben er vrij zeker van dat ze nooit hebben lopen protesteren. Zij bleven eerder trouw aan het gezag, en waren dus eigenlijk de late stille generatie. Waarmee het wel weer klopt dat ik de verloren generatie ben.
Misschien moest ik dit maar loslaten en gewoon zelf bepalen wie ik ben.
Ik heb wel altijd begrepen dat ik binnen de babyboomers viel. Bij mij kwamen er altijd nog schoolklassen bij en later nam dat af.Toch heb ik er nooit zo over nagedacht en wist (tot nu) dus ook niet dat ik daarbij binnen deze verloren generatie tussen wal en schip val. In elk geval heb ik dat nooit zo ervaren. Aan patat heb ik ook niet veel gedaan. Mijn 7 jaar jongere broer wel en die zit ook nog in deze generatie. Eigenlijk wilde ik nooit zo in een hokje passen en vind ‘ambitie’ en ‘carriere’ vieze woorden. Op school deed ik aan veel dingen niet mee. In mijn schooltijd moest je voor de Beatles zijn of voor de Rolling Stones. Met beide had ik weinig en dat is nog steeds zo. Later had ik vooral veel met Pink Floyd en Deep Purple, maar die braken pas later door. Ik was dus wel een soort buitenbeentje en dat is nooit echt veranderd. Dus als de rest verloren is en ik er naast sta, dan val ik mogelijk binnen de gevonden groep. 😉
LikeGeliked door 1 persoon
Met die laatste zin sla je de spijker precies op zijn kop. Labeltjes worden meestal aan groepen gehangen door mensen die er zelf niet toe behoren.
LikeLike
Ik balanceer weer op een randje, einde protestgeneratie,begin verloren generatie. Alhoewel ik in mijn jeugd regelmatig protesteeerde werd daar bij ons thuis geen aandacht aan besteed. Verloren protest dus…
LikeLike
Wat heerlijk als je niet eens tot een generatie hoort.
Gelukkig ook geen babyboomer. Altijd een hekel gehad aan die term.
LikeLike
Even opgezocht. Wij behoren tot de oorlogsgeneratie. Daar is weinig over bekend.
LikeLike
Wat dacht je van de ‘bruine bonen’ – generatie i.p.v. oorlogsgeneratie?
LikeLike
Dat is manneneten, Rob!
Dat gaat bij mij alleen in de bruine bonensoep. Het zal wel een trauma uit mijn jeugd zijn, net zoals andijvie, ruim een half uur gekookt. Plus witlof, tot snot gekookt. En maar gruwelen boven het bord.
LikeLike
En het is natuurlijk ” die gaan”. Het zijn bruine bonen.
LikeLike
Ik heb van mijn ouders begrepen dat ik – en met mij velen – daarmee de laatste oorlogsjaren door ben geholpen. Vandaar.
LikeLike
En een dagelijks lepeltje levertraan, toch? Daar vertelt mijn moeder (geb. 1933) tenminste nog wel eens over. Ook de suikerbieten en bloembollen hebben een onuitwisbare indruk achtergelaten. Vandaar dat haar voorraadkast nog altijd uitpuilt met lang houdbaar eten.
LikeLike
Ja, en geen lepeltje, maar een kloeke eetlepel. ik zie de fles levertraan nog voor me. Na de lepel levertraan kregen we een pepermuntje.
LikeLike
En dat allemaal omdat ze dachten dat dat gezond was. Ze konden je ook alles wijsmaken toentertijd. En nu nog trouwens.
LikeLike
Vanmorgen, met dat grijze weer, voelde ik me voor het eerst iemand van een verloren generatie.
Niet meer hoeven werken, voldoende inkomsten, voor de jeugd oud en afgeschreven, voor de werkenden een potverterende van hun duur verdiende centen.
En de winter moet nog komen.
LikeLike
Ik zou er maar van genieten. En geef zo af en toe maar een gratis advies dan, als je iets terug wilt doen voor de werkenden. 😉
LikeLike