Het WK, dat hakt erin. Het is ééns in de vier jaar dus dan moet je het ook volgen, althans dat vind ik. EK vind ik niet erg interessant, het is het WK wat telt. De wedstrijden lopen veelal uit tot half één ’s nachts, en als het mij al gelukt is om wakker te blijven komt er daarna geen logje meer uit mijn hersenen. Want daar komen ze vandaan, uit de hersenen. Tien jaar geleden zat ik nog vol verhalen, ik was zelfs wel creatief te noemen. En nu lukt het niet erg. Ze zitten er nog hoor, die verhalen, maar ze komen er niet uit. Tenminste niet makkelijk. Het is een teken dat het goed gaat met me, of niet, dat is maar net van welke kant je het bekijkt.
In tien jaar is er veel veranderd. Maar voornamelijk ben ik van 34 naar 44 gegaan. Dat is mooi natuurlijk, maar ik word er niet knapper op. Zat ik op mijn 34e nog vol met hormonen, die lijken nu een stille dood gestorven. En toch voel ik mij nog precies dezelfde als tien jaar terug, alleen geestelijk verder. Maar als ik foto’s zie dan valt mij toch voornamelijk op dat ik grijs aan het worden ben. Ik, grijs. Een paar jaar geleden zat ik nog op de kleuterschool. Ik kreeg via Facebook een foto te zien van mijn kleuterklas, 1973 schat ik. Ik sta erop en ik ben jonger dan mijn dochter nu is. Ik heb wel een aangeboren hang naar het verleden. Zo’n foto roept niet alleen herinneringen op, ik word meegevoerd naar die tijd en ik ben een poosje weg. Gevoelens van toen komen terug, gevoelens van een onbezorgde tijd toen alles nog klopte en de wereld overzichtelijk was. Je herkent klasgenootjes en je herinnert je de dingen waardoor je ze herinnert.
Ik sta erop, precies boven de juffrouw, ik was wit van haar, en ik kijk zoals de meeste kinderen blij. Zelfs ik met mijn ijzersterke geheugen voor mijn eigen jeugd kan niet alle namen meer noemen. Maar naast mij staat Hans, en daarnaast Karin, op wie ik nog tien jaar lang verliefd zou blijven. Ik zie Lucien die een vingerkootje verloor, ik zie Tilly, die wel eens flauwviel, Lex die voor een kleuter belachelijk goed kon tekenen, Bianca, wiens moeder mij wel een leuk jochie vond, Petra die altijd stil was, Eric, Marlies en Roel. Het lukt mij daadwerkelijk terug te keren in dat klasgebouw rechts op de foto waar juffrouw Trees ons liet tekenen of met kralen spelen.
Het gaat goed met me maar ik vind wel dat de tijd misdadig hard voorbij vliegt, zeker als ik met jeugdfoto’s wordt geconfronteerd. En ik lachte altijd op foto’s, nu sta ik vooral voor lul op foto’s. Maar goed, het is niet anders. Als je oud bent doe je ook iets goed, anders was je niet zo oud geworden. En natuurlijk, ik ben niet echt oud, maar ik hoor wel bij de ouderen op mijn werk. Ik ben wel blij dat u gewoon met mij mee veroudert, en dat ik niet de enige ben, dat maakt het dragelijk. En eens komt het einde, daar is niets dramatisch aan, zei Seth Gaaikema onlangs. Hij zal het wel weten, maar als ik kon keerde ik terug naar 1973, naar Drunen in de zomer, waar ik het geluk had te wonen en een fijne jeugd te hebben. Dat is het ellendige van een fijne jeugd, dat het nog heel lang later is en dat je maar wat aanmoddert. Ik moet er echt weer even uitgetrokken worden uit die klas, terug naar 2014, waar het ook best oké is. Maar in 1973 zat je boven in de trechter en had je nog geen idee waar het heen ging, terwijl ik al heel dicht bij het tuitje lijk te zitten en je eigenlijk geen kant meer op kan behalve de ingeslagen weg.
Herkenbaar op alle fronten. De tijd gaat alleen snel als je achterom kijkt. Schijnbaar comprimeren we dat tot de meeste opvallende momenten. Als je vooruit kijkt en zeker als je je ergens op verheugd, dan gaat die tijd voor het gevoel veel langzamer. Qua namen onthouden ben ik minder goed. Wel weet ik me de gezichten en zelfs gezichtsuitdrukkingen van personen te herinneren of bijvoorbeeld waar de kleurpotloden lagen in de kleuterschool. Ruim 50 jaar na dato niet echt belangrijk. Zeker niet omdat die kleuterschool daar al jaren weg is.
LikeLike
O en ik gebruik nooit de trechter als metafoor, maar die muntjesschuifmachines op de kermis. Je weet wel die waar je muntjes in gooit (verse babies) en een schuiver steeds de munten opschuift tot ze over de rand vallen (bejaarde munten of munten die pech hebben eerder bij het randje te komen).
LikeLike
Niet alleen melancholie klinkt hier in door maar ook dat het leven je wat teleur stelt. Je klinkt sinds je nieuwe baan wat somber Mack.
Ximaar, ook een mooie metafoor.
LikeLike
Wanhoop niet. Want de beste jaren, waarin alles toch helderder wordt en de twijfel tegelijk groeit, komen er absoluut aan. Mis ze absoluut niet. Ze zijn de moeite waard, met alle tegenslag en voorspoed. Ik kan er, met mijn nu al zeventig achter mijn kiezen, over mee praten. Tot op de dag van vandaag.
LikeLike
En langs het tuinpad van mijn vader….*pinkt zeker 36 dikke tranen weg*
LikeLike
@Pauline: 🙂 een soort telepathie of misschien gewoon een logisch gevolg, maar ik verwachtte je reactie al.
LikeLike
Typisch, hoe sterk de kleding een tijdsbeeld neerzet. Als je kwalitatief even goede foto’s uit die tijd zou kunnen weergeven als nu digitaal, zou je nog steeds aan de kleding en haardracht zien dat het de jaren zeventig zijn. En aan de witblonde haren zie je dat het Nederlandse kinderen zijn.
LikeLike